zaterdag 21 november 2020

Waar hebben we het over?

Achtentwintig jaar geleden had ik een mooi gesprek met een vrouw bij café Nero op de Vijzelgracht over mensen. Het café bestaat niet meer. Jammer ik zat daar vaak lekkere koffie te drinken. De vrouw en ik zaten helemaal op één lijn. Na zo'n tien minuten dacht ik: 'hier klopt iets niet' en vroeg: "waar heeft u het eigenlijk over?" Ze antwoordde: "Over antiek!" "Oi" zei ik verbijsterd, "ik dacht dat we het over mensen hadden."

Het voelde heel vreemd. Hoe kon het zijn dat we het over zulke verschillende onderwerpen hadden gehad en toch het gevoel dat we op één lijn zaten? Wat bleek: ze wilde net een antiekzaak beginnen in de Spiegelstraat in Amsterdam en ik was net begonnen met het geven van communicatietrainingen. Tja... waar het hart vol van is kan de communicatie de mist in gaan. Kon het in ieder geval in mijn trainingen gebruiken als voorbeeld van niet naar elkaar luisteren en teveel met ons eigen verhaal in het hoofd te zitten.
Fietste net door de Nieuwe Spiegelstraat en wat heerlijk al die prachtige winkels. Dacht even dat de vrouw die in de etalage staat met mondkapje de vrouw van toen was maar dat bleek niet het geval.



dinsdag 17 november 2020

Meditatie of polonaise?

Was laatst bij de Nieuwe Yogaschool in de Laurierstraat en het was weer oergezellig. Tientallen jonge, slanke mooie vrouwen met lang haar (alsof ze het hebben afgesproken) schrijden langs op lange benen, soms diep in zichzelf gekeerd omdat ze net een yogales kregen. Nu doe ik niet aan yoga omdat ik daar te lui voor ben en al die bewegingen me te ingewikkeld zijn maar de koffie en de suikerloze haverkoek zijn heerlijk en ik zit daar puur voor de gezelligheid. Heb wel jarenlang Raya-yoga gedaan maar daar hoefde ik alleen voor te zitten, dat scheelt. Samen met een eveneens grijze vriendin zaten we genoeglijk te praten over ons leven en de dood, toen mijn pen viel. Nou ja dan duik ik toch even lenig onder de tafel, tenslotte ben ik een flink aantal kilo afgevallen de laatste jaren.

Tja, zo makkelijk ging dat niet. Voor ik het wist zat ik half onder de tafel vast en kwam niet meer overeind. Het duurde zo'n tien minuten voor ik mezelf weer op mijn stoel had gehesen onder de ogen van al die lenige vrouwen en mannen. Met bovenmenselijke inspanning en met de slappe lach, waar we niet meer van bij konden komen, kwam ik weer boven tafel. Iemand opperde om toch maar een lesje te volgen maar ik weiger. Mezelf onder tafel lachen met een ingewikkelde pose blijft toch leuker dan het in de les te doen.
Dit schreef ik een paar jaar geleden over dezelfde plek: Er was verleiding genoeg onderweg naar de meditatie in de Laurierstraat. Eerst kwam ik langs het Jordaanfestival en mijn Jordanese genen speelden op en wilde de polonaise dansen met de liederen van Johnny Jordaan... maar ja die bierwalmen hielden me tegen en ik verlangde naar schone zuivere lucht. Toen kwam ik langs mijn vroegere vrouwencafé waar ze ook aan het zingen waren. Even kijken of ik een bekende zag en ja hoor en nog iemand... ik zong even mee en daar stond ik voor de keuze: smartlappen zingen of meditatie?
De meditatie trok toch het meest en ik was een uur stil. Tijdens de meditatie bedacht ik me dat zingen ook meditatie is. Of het nu smartlappen zijn of mantra's het doet iets met je en er vibreert iets. Weet niet of elke meditateur het met me eens is: weet wel zeker van niet... maar het is een interessante gedachte. Iedereen zat op de grond en ik dacht op een kussentje moet kunnen.
Na een kwartier kussentje op, kussentje af... iets meer druk op de billen en dan weer op de rug: ik zat tegen een radiator aan, dacht ik: dit hoef ik mezelf niet aan te doen. Er zijn strenge meditaties waarbij je juist door de lichamelijke pijn heen moet als je uren in één houding zit maar ik heb lang geleden besloten niet onnodig pijn te lijden en zeker niet vrijwillig. Dus ik stapte op. Buiten kwam ik weer in het feestgewoel en ja hoor van de stilte naar tante Leen: 'Ik ben moeders mooiste niet, maar dat doet me geen verdriet...' kijk dat waren nog es levenslessen!



donderdag 12 november 2020

Lesbisch, een politieke keuze?

 In mijn twintiger jaren woonde ik met mijn toenmalige Franse vriendin in het Handelsblad gebouw in hartje Amsterdam. Daar woonden meer vrouwen met elkaar in groepen.

Er was een feest ergens bovenin het gebouw en ik mocht ook komen. Eén van de vrouwen wenkte me bij zich en vroeg: "Jij woont met die Franse vrouw, zijn jullie lesbisch?" "Ja" antwoordde ik schuchter want de vrouw kwam flink dominant over en ik voelde me er ter plekke een stuk kleiner door worden. "Was je al lesbisch of is het een politieke keuze?" "Ik was het al..." antwoordde ik verlegen en voelde aan mijn theewater dat het ´t verkeerde antwoord was. "Voor mij is het een politieke keuze!" bitste ze streng en ze draaide zich om. Ai, ik hoorde er niet bij. Ze had veel liever een relatie met een man gehad en met hem het bed gedeeld. Omdat ze niet met haar onderdrukker naar bed ging deed ze het met vrouwen. Dat is natuurlijk een enorm offer dat ze bracht en ik was 'al' lesbisch en kon er zomaar van genieten. Dat telde niet.
Later toen ik naar de Sociale Academie in de Kuiperstraat ging werd ik net zo erg. Oh wat heb ik me misdragen. Voelde me heel wat omdat ik zogenaamd beter was dan vrouwen die nog met mannen omgingen. In de eerste groep van het eerste jaar zaten mannen en we bonjoerden ze eruit. Toen werden de vrouwen die nog met mannen omgingen er uit gegooid en ja dan blijft er een klein groepje over en voor ik het wist had ik ruzie met iedereen.
Een docente gaf ik op haar donder dat ze 'nog' met een man woonde. Ze verliet huilend het lokaal. Jaren later zag ik haar op een feestje en heb mijn excuses aangeboden. Ze kwam op de thee en we hebben het uitgepraat en ze moest er nog om huilen. Och, wat was ik dom en wat had ik haar aangedaan? Ze woont nu na zesendertig jaar nog met dezelfde man op de zelfde plek en ik ben blij voor haar. Zo af en toe komen we elkaar tegen en omhelzen elkaar... nou ja... toen dat nog kon.
Dat mensen in staat zijn te radicaliseren heeft vaak te maken met iemand willen zijn... een minderwaardigheidscomplex en zo langzamerhand lijkt het dat 'we het beter weten' dan de rest van de wereld. Voelen we ons meer en horen we ergens bij en denken we dat we inzicht hebben en dat wel even kunnen veranderen door anderen de les te lezen. Uiteindelijk vallen we door de mand.
Af en toe kan ik die jonge Marja wel aan d'r oren trekken: "Ben jij besodemieterd?" Het is gebeurd en het heeft me geleerd dat als ik vrij mag zijn in mijn keuzes ieder ander het ook mag en we hebben er niets over te vertellen. We zijn allemaal vrij!
Op een dag gingen we op pad om 'Liever Lesbisch' op muren te schilderen. De mooie witte muur aan de overkant van de huishoudschool waar ik werkte sloeg ik over. Dat was te opvallend. Tja, de volgende ochtend stond er toch met grote paarse letters 'Liever Lesbisch' en mijn handen zaten nog vol verfsporen. Mijn cheffin vroeg: "Laat je handen eens zien..." en ja ik viel door de mand.
Het was een interessante periode en nu is het gelukkig over het algemeen 'gewoon'. In de tijd waar ik het over heb was het nog vreemd en waren er veel problemen met ouders en werden we dancings uitgeslagen. Nu sluipt het er af en toe weer in. Laten we onszelf zijn zonder te radicaliseren in wat voor richting dan ook.






maandag 9 november 2020

Amsterdamse vrolijke ziekenhuisverhalen deel III

Vrolijke ziekenhuisverhalen deel 3, nou ja en twee over een zorgcentrum.

Op de fiets in de sneeuw naar Station Zuid met een zware rugzak op met mappen. Ik moest examens afnemen. Op de Stadionweg gleed ik uit en lag languit, wilde opstaan maar dat lukte niet. Te veel pijn. Een lieve vrachtwagenchauffeur en een dame hielpen me op en tja, ik kon niet verder. De dame bracht me naar huis en ik moest naar de VU. Een heel rijtje mensen die gevallen waren en iedereen mocht weer naar huis maar ik moest geopereerd. Ik belde naar mijn opdrachtgever en vroeg of de deelnemers van het examen naar het ziekenhuis konden komen. "Sodemieter op!" zei de Amsterdamse coördinatrice vriendelijk: "Geef je er nou maar aan over en ik regel het wel!" Wist dat de deelnemers niet meer te bellen waren, ze kwamen uit Limburg, Groningen en ik voelde me schuldig.
Na de operatie kwam ik bij door een zachte stem. "Mevrouw Ruijterman, wakker worden!" "Nee, ik ben aan het werk en neem examens af, niet storen!" Het duurde een tijdje voor ik bij zinnen was en het los kon laten. Door die gebroken enkel kreeg ik een groep in Amsterdam in plaats van Groningen te trainen en in die groep ontmoette ik een jongeman die mijn buurman werd en was ik getuige op zijn huwelijk. Van het één komt het ander.
Een andere keer kwam ik bij van een operatie in het OLVG die me minder goed afging. Ik was doodmisselijk en mijn moeder stond boven me te zwaaien met een chocoladeletter. "Kijk eens wat ik voor je heb?" "Ma, ik ben misselijk!" "Dat is toch lief dat ik een chocoladeletter voor je heb?" Ben bang dat ik iets minder vriendelijk was maar later weer goed gemaakt hoor.
In het ouderencentrum in Watergraafsmeer waar ik een training gaf had ik een uur pauze. Heerlijk even tot mezelf komen tussen de bedrijven door. Iemand vertelde me dat er eten voor me was in de eetzaal. Ik ging op zoek naar een zaal voor personeel. Die bleek er niet te zijn. Er was een tafel gedekt tussen twee dames van ongeveer vijfennegentig. Mijn eerste reactie was: Verdorie… ik wil even bijkomen in mijn eentje met een krantje. De tweede reactie: Ach, wat geeft het, ’t heeft ook wel wat en het is ook leuk een praatje met de bewoners.
Eén van de dames keek me woedend aan en liet me meteen weten dat ze moeilijk kon horen en moeilijk kon zien. Ik vroeg haar waarom ze zo boos keek. Ze vertelde dat ze drie maanden in het huis was en hier helemaal niet wilde zijn. Het kon niet anders. Thuis kon ze niet meer blijven wonen. Ik begreep haar woede heel goed.
De bijna doof blinde dame schreeuwde me toe dat ze de laatste uren veel te verwerken had. Ik schreeuwde terug: “Wat is er aan de hand???” Ze mocht niet meer zitten waar ze zat. Ze moest vanaf morgen bij het raam zitten. Dat was weer wennen aan iets nieuws en daar hield ze niet van. Deze tafel kende ze nu eenmaal. Ik vroeg of ze de mensen aan die andere tafel niet kende… dat deed ze wel maar ze wilde toch liever aan deze tafel blijven zitten.
Toen de medewerker langs kwam wilde ik wel de advocate van de dame zijn: “Waarom moet die mevrouw daar gaan zitten?” De man antwoordde dat dat helemaal niet hoeft. Hij had alleen geopperd dat, als ze wilde, ze ook bij het raam kon gaan zitten. Ze mocht ook blijven zitten waar ze al zat. Ik schreeuwde: "U mag hier gewoon blijven zitten...". Schreeuwt ze terug: “Nee… ik wil bij het raam!!” Het is een hele kunst goed te begrijpen en te blijven luisteren, een vak op zich! Hoorde dat het zorgcentrum is gesloten, hoop dat de dame heeft kunnen wennen op haar nieuwe plek.
Bij een ander zorgcentrum hartje stad vroeg een dame van ongeveer tegen de honderd tijdens de pauze: "Ik hoor dat u een agressietraining geeft, nou ik kan u wel aan hoor!" Ze greep me bij mijn kladden en we vochten een tijdje op de gang tot ze me kietelde en ja toen had ze gewonnen. De hele staf en de bewoners om ons heen lagen dubbel. Triomfantelijk liep ze weg.



donderdag 5 november 2020

Vrolijke Amsterdamse Ziekenhuisverhalen deel II

Mijn carrière in de zorg begon toen ik solliciteerde in het revalidatiecentrum aan de Overtoom. Zal een jaar of achttien zijn geweest. Ik was flink nerveus en stormde binnen, achter de deur zat een dame in rolstoel die ik met de deur een flinke zet van enthousiasme had gegeven waardoor ze naar de andere kant van de hal rolde. Tja, dat zag de dame die me tegemoet kwam. Ze gaf me al snel te kennen dat ik te slordig was en er te slordig uitzag. Dat was het einde van mijn carriere in de zorg. Ach, ze had gelijk, ben een slordig mens.
Mijn moeder lag in het OLVG en na de operatie zag ze opeens het kruis aan de muur oplichten en verloor haar bewustzijn. Haar buurvrouw in het andere bed had het snel door en waarschuwde de verpleging. Daarmee redde ze het leven van mijn moeder en ze zijn heel lang vriendinnen gebleven. Zo levert een operatie een vriendin op en een mini bijna doodervaring.
Ik kwam op bezoek maar ja ik had een spijkerbroek aan en dat vond ze minder leuk... toen ze daar wat van zei ging ik er beledigd weer vandoor. Ze zei altijd: "Mar, je moet je niets aantrekken van wat anderen van je zeggen, blijf jezelf." Daar had ze gelijk in maar spijkerbroeken trok ze niet. Ach, ze had zoveel goede eigenschappen dat ik het haar niet kwalijk kan nemen en ik hield zielsveel van haar.
Jaren later lag ma in het ziekenhuis met een tia. Het ging al snel beter met haar en dan stond ze om zes uur 's ochtends aangekleed, opgemaakt en wel met haar tas aan haar arm op de verpleging te wachten. Niemand zou haar moeten verzorgen, dat kon ze zelf wel. Ze was zo dol op het ziekenhuiseten. Waar de meeste mensen klagen was ze zo dankbaar met het soepje, de boterhammetjes met beleg en de rest. "Ooooh, zalig! Zeg tegen de kok dat ik heerlijk heb gegeten!" Ja, als je in de oorlog honger had waardeer je alles later veel meer.
Werkte een blauwe maandag in het VU-ziekenhuis net als mijn tweeling vriendin
Judith
die een kwartier eerder werd geboren in de vroedvrouwenschool. We hebben een hoop gemeen dus het kan best zijn dat astrologie klopt. Had ik al geschreven dat we er na ons veertigste achter kwamen dat we dezelfde bank in de kamer hadden, dezelfde boeken in de kast, dat ik ooit op de school werkte waar zij op had gezeten, dat zij het éne jaar in de Rai op een beurs stond te masseren terwijl ik langsliep en ik het andere jaar terwijl zij langs liep en oh ja dat toen ik jaren later meeging met een vriend die een massage-examen moest doen en hij op mij mocht oefenen, Judith binnen kwam als examinator?
Tja, het staat in de sterren geschreven.
In het VU-ziekenhuis werkte ik een tijdje als administratieve kracht. Mijn cheffin was een vrouw met één gewone hand en één bionische hand daar kon ze alles mee en snel ook. Ik was vol bewondering. Nu kunnen ze nog veel meer. Zag net nog een filmpje van een man met twee kunstbenen die erbij stond alsof het zijn eigen benen waren. Daar word een mens toch vrolijk van?


Foto: het oude OLVG in Amsterdam



zondag 1 november 2020

Vrolijke Amsterdamse ziekenhuisverhalen

Het is stormachtig buiten en ik zit lekker warm binnen te fantaseren dat ik door Amsterdam fiets. Ja zo kan het ook. Onze gedachten kunnen overal naar toe als we willen. Het levert een vrolijk ziekenhuisverhaal op, dat is ook mogelijk.

Eerst fiets ik door de Camperstraat waar mijn leven aanving bij de vroedvrouwenschool in 1955. Mijn vader knuffelde een verkeerde baby wat hem een sneer van mijn moeder opleverde: "Is dit mijn lieve kleine Marja???¨ "Nee natuurlijk niet, dat is Judith van Bep die naast me ligt... Marja ligt daar!" In de jaren tachtig was het een kraakpand waar ik wel eens op bezoek kwam bij een studiegenote. Een magisch idee om koffie te drinken op de plek van het begin.
Maar goed ik fiets langs het OLVG waar ik een aantal keren heel gerieflijk lag te herstellen van operaties. Operaties zijn nooit leuk maar wat heb ik een plezier gehad met de verplegers en verpleegsters. Soms diepe gesprekken als ze er even tijd voor hadden en soms grote lol. De operaties ben ik vergeten maar het plezier niet. Naast me lag een Boeddhiste die een tempeltje had gecreëerd op haar nachtkastje en dat leverde interessante gesprekken op. Tegenover me een vrouw die ik vaag kende van de vrouwenbeweging maar haar bezoeksters kende ik goed dus dat was enig.
Een vriend van me werkte als een soort butler bij het OLVG en kwam me in en in keurig gekleed om zeven uur 's morgens de krant brengen. Hij was zo netjes dat ik bijna dacht dat de krant gestreken was. Hij heeft inmiddels een butlerschool in Zuid Afrika. Ik lag er natuurlijk als een slons bij en dat voel je dan nog es extra maar dat gaf niet en we hielden toch van elkaar.
Dan de keer dat ik na de operatie mijn BH niet meer nodig zou hebben. De Surinaamse verpleegster opperde dat ik ritueel mijn BH zou verknippen. Dat hebben we samen gedaan... eerst het ding eens flink in de rondte geswingd en toen de schaar erin. Wat een opluchting. De staf zwaaide me na toen ik naar de operatiekamer werd gereden.
Ach ja na de operatie, ik weet het is geen prettig praatje, moet je je eerste windje melden. Dat leverde een wedstrijd op tussen mijn medezaalgenotes en ik wie het eerste windje liet en kreeg zo de slappe lach terwijl ik met infuus en al naar de wc liep, dat ik op de grond belandde van de pijn in mijn buik. De pijn kan ik me niet herinneren, de slappe lach wel en de verschrikte gezichten van de verpleegsters die dachten dat ik het begaf.
Dan fiets ik langs het oude Slotervaartziekenhuis waar ik terecht kwam met een gebroken enkel. Het was rond Kerst en er was één enkele verpleger die van een uitzendbureau kwam. Er was niemand die hem wegwijs kon maken en hij moest twee afdelingen verplegen. Er lagen twee demente ouderen op zaal die constant krijsten om zijn aandacht en naast me lag een Surinaamse man die me vertelde dat hij in één klap van de heroïne afwas door een ontmoeting met Jezus. Kijk dat zijn nog eens verhalen die de enkel doen vergeten. We lieten ons niet wassen door de wanhopige verpleger want die had het druk zat, we deden het zelf wel.
Toen ik de narcose in ging begon ik te zingen: "Tulpen uit Amsterdam" de anesthesist zong gezellig mee en ik kan je vertellen: als je ooit in narcose gaat: zing je favoriete Amsterdamse lied... dat levert een heerlijke roes op als je weer bij zinnen komt.
Ik heb nog vele vrolijke Amsterdamse ziekenhuisverhalen dus dit is het begin.