dinsdag 25 september 2012

Het Calimero-effect


Over je te klein of te groot voelen en over gelijkwaardigheid.


Ken je ‘m nog, dat kleine kuikentje? “Zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk!” Wie voelt niet af en toe het Calimero-effect? Als redelijk denkend mens lijkt het of we dit station zijn gepasseerd, maar af en toe kan het de kop weer opsteken.

Sommige mensen of situaties roepen het weer op. Net als je denkt dat je nu wel volwassen bent en stevig in je schoenen staat, slaat het weer toe.
Je zit voor een sollicitatiecommissie van een aantal mensen of iemand lijkt op je vader of een leraar, waardoor je je ineens weer een klein meisje of jongetje voelt. Iemand vertelde laatst dat tijdens een gesprek een collega haar wenkbrauw optrok. Dat was alles, maar toch reageerde hij als een puber.
Natuurlijk laat je je niet kennen en we hebben allemaal zo onze manieren gevonden hoe ermee om te gaan. De één doet stoer of arrogant en de ander duikt weg of begint te giechelen.

Hoe pas je het principe van gelijkwaardigheid toe?
Het is heel eenvoudig, niet ingewikkeld en binnen een seconde te doen. De eerste keer dat ik als vrouw met een bedrijf naar een potentiële klant ging, had ik me keurig in een pakje gehesen en zat in de gang te wachten tot ik binnen werd geroepen. Ik voelde me als ‘kleine’ Marja die de grote wereld induikt. Enkele seconden voor ik binnenstapte bedacht ik me dat dit helemaal mis ging. Ik besloot ter plekke dat ik een vrouw met een bedrijf was en een prachtig aanbod had. Mijn houding veranderde in een volwassen houding en op het moment dat ik de man ontmoette, kon ik hem ontspannen een stevige hand geven. Het was binnen een seconde gepiept.

Peter was leidinggevende over tien medewerkers. Hij had het gevoel dat hij niet geschikt was voor dit werk. Het idee dat hij leidinggevende was had zich nog niet in hem geworteld. Hij was altijd bang dat men hem zou ‘overrulen’. Daardoor voelde hij zich niet op zijn gemak bij zijn eigen leidinggevende, volgens hem een autoritaire man. Als hij een gesprek met hem had, voelde hij zich kleintjes en zwak.

We hebben gekeken naar de houding waarmee Peter bij zijn leidinggevende zat tijdens een gesprek. Een beetje uitgezakt en lage schouders. Ook keken we naar zijn gedachten op dat moment. “Hij is veel krachtiger dan ik, hij doorziet mij!” Zijn adem zat zowat in zijn keel en zijn uitstraling was minimaal.
Wat kun je doen als je dit bij jezelf herkent?
Ga goed zitten, stevig met de billen op de stoel en benen op de grond. Stap in het bewustzijn van gelijkwaardigheid. Dat is eenvoudiger dan je denkt. Zeg tegen jezelf: “Wij zijn gelijkwaardig!” Kijk de ander recht in de ogen. Mogelijk effect in het begin: trillende knieën en het koude zweet. Laat maar komen, geeft niets en het hoort erbij. Houd vol en ga er vanuit: “Ik kan dit aan, wij zijn gelijkwaardig.” Blijf rustig in- en uitademen. Als je wat zegt, zeg het op de uitademing, dan adem je de spanning het lichaam uit.
Het is geen truc, maar een snelle methode om te komen bij wie je werkelijk bent. Je wordt ontspannen en je voelt dat je het waard bent om er te zijn. Binnen twee maanden vond Peter een baan als leidinggevende van vijfentwintig medewerkers en hij doet dat nu al jaren met veel plezier.

De andere kant kan ook. Het “ik is groot en zij zijn klein” -gevoel.
Je praat met iemand en opeens voel je je superieur. De ander maakt zich kleiner dan jij en kijkt tegen je op. De valkuil is dat je het prettig vindt en het streelt je ego. Dat kan compensatie zijn voor je minderwaardig voelen. Er is weinig voor nodig om de ander te doen groeien tot normale, gelijkwaardige proporties. Zie hem als gelijkwaardig en reageer niet op klein gedrag. Neem de ander serieus. Ook als hij dat zelf niet doet. Je ziet de ander voor je ogen bijtrekken tot volwassen proporties.

Ik was een jonge vrouw van achttien en klein van stuk. Men had de neiging om me over mijn hoofd te aaien en te zeggen: “Ach gut, die Marja, wat een schatje.” Lief natuurlijk, maar funest voor mijn zelfrespect. Tot iemand eens met me praatte als volwassene tot volwassene.
Ze deed niets bijzonders, behalve dat ze me serieus nam. Ik voelde me ter plekke groeien.
Als je Calimero er uitblaast, blijf jijzelf over, de enige echte en dat voelt goed.

Tips:

Neem het besluit: wij zijn gelijkwaardig aan elkaar. (Dat wil niet zeggen dat je ook hetzelfde bent. Ieder mens is uniek!)
Je verandert je houding van klein naar stevig.
Je bedenkt je: Ik ben volwassen.
Je ademt rustig in en uit en helemaal naar de buik toe.
Je kijkt de ander rustig aan. Als je ontwenningsverschijnselen voelt, zoals zweten, knikkende knieën: laat maar komen, het hoort erbij.
Je begint te spreken op de uitademing.

Lees: Susan Jeffers: “Niet durven, toch doen.

Voor mensen die het Olivier B. Bommelsyndroom hebben:
• Als je altijd het gevoel hebt dat je anderen op hun fouten moet wijzen om jezelf groter te maken.
• Als je eerder iemands fouten ziet dan hun kwaliteiten.
• Als je op anderen neerkijkt om wie ze zijn.
• Als je denkt dat je meer bent dan anderen.

Weet dat je jezelf ter plekke kunt bevrijden en dat je zoveel gelukkiger zult zijn als je dat alles van je afgooit. Kijk opnieuw naar de mensen om je heen en zie wie ze werkelijk zijn. Kijk dieper en intensiever dan ooit. Weet dat je mag zijn wie je bent met alles er op en er aan. Dat mensen dan van je zullen houden en belangrijker: dat je van je zelf zult houden. Je hoeft alleen maar uit te blazen en tegen jezelf zeggen: “Rustig maar, het is goed zo… vanaf nu ga ik het anders doen. Ik hoef alleen mezelf te zijn, dat is goed genoeg.” Je zult wonderen voor je ogen zien voltrekken. Zowel privé als op het werk. En oh, wat zul je opgelucht zijn en je omgeving ook.


Uit Placebo's en Fluitende Fietsen



donderdag 20 september 2012

De Omhelzing

Je bent heerlijk aan het werk, je werkt fijn samen met je medewerkers en collega's. Dan, op een dag, komt er iemand werken die je rust verstoort en je het plezier afneemt. Een woord, een gebaar en je merkt dat je op de kast zit. Je wilt van de kast af en je rust terug maar dat gaat niet één twee drie.

Ze haalt je het bloed onder de nagels vandaan... o was ze maar niet gekomen. Was ze maar weg, ziek, ontslagen of wat dan ook maar niet in jouw buurt om het plezier in je werk te verstoren. Zelfs 's nachts bekruipt ze je in gedachten en je woelt in je bed.

Het kan een man zijn of een vrouw. Bij mij was het meestal een vrouw. Ze zegt altijd net dat wat je haren overeind doen staan. In vergaderingen ben je van je a propos als ze je alleen al aankijkt.
Op wie lijkt ze? Op wie uit je verleden? Want je hebt meer van dat soort mensen gekend.
Ze brengen iets ouds bij je naar boven. Je onzekerheid... ze lijken je door te hebben en kijken recht door je heen naar het kleine onzekere jongetje of meisje dat je ooit was.
Weg ermee... 

Oh, ik heb er velen gekend... het ging zo lekker en dan opeens zat er weer één in mijn groep... een blik... een opmerking: de angel! Wat ik anders zo makkelijk deed werd opeens ingewikkeld en wat wilde ik ook weer zeggen? Ik werd rood en begon te stotteren en ging haar uit de weg of ik ging de confrontatie aan.

Nu heb ik jaren geleden het geheim ontdekt en het werkt perfect. Zo perfect dat als ze aanwezig is, ik haar niet meer opmerk omdat de angel er uit is.
Ze is er niet meer... nou ja ze is er wel maar ze is van harte welkom. Ze hoort erbij en houdt me scherp. 
Nu omhels ik haar, ik hou van haar en ik bedank haar dat ze erbij is. Ze mag alles zeggen wat ze wil zeggen. Ik leer van haar.
Ze hoort bij mijn leven in al haar verschijningsvormen. 

Laatst siste een leidinggevende die me net voor had gesteld aan zijn nieuwe leidinggevende het volgende in mijn oor: "Heb je het gezien? 't is een slang... ik voel het.... ze deugt niet en wil me onderuit halen. Ik ga haar al een maand uit de weg."
Ik zei: "Stop! Ga straks naar haar toe en zeg dat je koffie met haar wil drinken om haar beter te leren kennen." "Moet dat nou?" vroeg hij verschrikt. "Ja, dat is de coach-opdracht voor de volgende keer." Bij de volgende ontmoeting zei hij enthousiast over haar: "Wat een top-vrouw!"





Gepubliceerd in het blad:  Nieuwe Leiders


maandag 17 september 2012

De verlichte rechercheur

Over mensen die de mens achter de mens zien en de wereld met open vizier tegemoet treden.

Ze zitten overal. De verlichte zielen zijn niet alleen aan het mediteren op een berg of zijn goeroe in een ashram in India, ze zitten ook bij de politie. Hij verhoort verdachten van roof, moord, mishandeling, verkrachting.
Hij doet het met liefde. Hij ziet de mens achter de crimineel. Dan e-mailt hij weer dat hij iets prachtigs heeft meegemaakt en dan gaat het over een mishandeling, waarbij hij de dader met liefde heeft bejegend waardoor er iets heel bijzonders gebeurt. Wie verwacht dat nou? Heb je net iemand vermoord, je bent opgepakt - donker en zwart is de wereld - en dan krijg je een verhoor. Je zet je schrap en je denkt: mij pakken ze niet, ik zeg niets! En dan zit daar een grote stoere politieman voor je en al je verweer en je haat lijken te verdwijnen. Je voelt tranen achter je ogen. Je wilt ze nog stoer weghouden, het lukt niet meer. Hij lijkt je te begrijpen en je tot in je ziel te raken. Iets ouds, een vergeten gevoel komt weer boven.

Tegenwoordig kom ik de verlichte zielen overal tegen. Steeds meer, ook in mijn directe omgeving. Mensen van wie ik het eigenlijk niet verwacht, zien de wereld op een andere manier. Opeens een zinnetje, een opmerking!
Een andere stoere politieman die er opeens achterkomt dat hij thuis ook politieman speelt. Hij laat het los en ontspant en zijn zoontje komt voor het eerst op zijn schoot zitten.
Een vrouw die niet in zichzelf gelooft, ze voelt zich zwaar en moe. Ze heeft al vele therapieën gevolgd en opeens ziet ze het. Al het oude verdwijnt en ze vindt zichzelf. Ze weet opeens wie ze werkelijk is en ze kan weer verder. Nu voelt ze zich licht en opgeruimd. Er was alleen inzicht voor nodig.

Paul kwam ik tegen tijdens een training bij een telecombedrijf. Hij was tweeëntwintig en had ogen die licht uitstraalden. Open, liefdevol, leergierig, hulpvaardig, wijs en gelukkig. Alle deelnemers aan de training waren dol op hem. Ik ook. Hij woonde op een mooie zolderkamer in Amsterdam. Soms verzuchtte hij: “Marja, ik was net in de stad op een terras en ik was zo dankbaar en gelukkig.”
Paul is christen en heeft een diepe band met Jezus. Hij gaat niet naar een kerk, want hij houdt niet van regels en instituten. Hij beleeft zijn geloof op zijn eigen manier. Zijn hospita was een vriendelijke vrouw die trainingen gaf in hoe je verlicht kunt worden. Als ik langs haar appartement kwam, hield ik mijn neus dicht om de zware rook niet te ruiken. Af en toe kwam ze boven met haar glas rum-cola en een sigaretje in haar hand. Vaak kwam ze haar bed niet uit en was ze down of ziek. Op een dag was ik erbij dat ze met haar glas en sigaret in de hand tegen Paul zei: “Weet je Paul wat jou goed zou doen? Een training bij me volgen!” Paul straalde en zei: “O, ja?”

Echt waar, verlichte mensen, ze zitten overal, kijk maar om je heen, kijk maar naar binnen.

Tips:

Doe net of je een onafhankelijk adviesbureau bent die een onderzoek naar je leven instelt.

Als je jezelf goed voelt en lekker draait… bedenk hoe het komt dat je je zo goed voelt. Schrijf dan een brief aan jezelf in een moeilijke situatie met tips.

Zoek naar de mens achter het lichaam. Kijk verder dan je gewend bent.
Ga er vanuit dat in ieder mens iets moois te vinden is al lijkt het nog zo moeilijk.
Maak er een sport van.

Foto: Huffington Post, Canada




Uit: 'Placebo's en fluitende fietsen'

maandag 10 september 2012

De Kracht van Gedachten

“De herfst komt eraan dus ook de melancholie en daarna de depressie!” Deze week hoorde ik deze opmerking in verschillende variaties. Een gevaarlijke planning want gedachten hebben kracht en hoe vaker je het denkt hoe meer je het voedt.
Voor mijn drieendertigste had ik gedachten met een enorme negatieve uitwerking. Ik dacht me zelf lelijk, dacht dat ik er niet zoveel toe deed, dacht dat mensen een straatje omliepen als ze me zagen en dacht dat ik niet interessant en aantrekkelijk genoeg was om een relatie mee te hebben. Iemand had inderdaad tegen me gezegd dat ze een straatje omliep als ze me zag en dat werd een gedachte die ik op iedereen projecteerde. Deze gedachten maakten dat ik zo rond mijn dertigste niet meer wilde leven. Als ik foto’s zie uit die periode dan zie ik een vrouw met een harde kop en een kwade blik. Ik dacht mezelf slachtoffer van de wereld. Geen aantrekkelijk iemand om een relatie mee te hebben of in dienst te nemen. Ik had dan ook geen werk, had veel ruzie en gaf iedereen en mezelf de schuld.
Nu coach ik met mensen die de zelfde soort gedachten hebben:  Mijn collega’s deugen niet, mijn werkgever heeft de pest aan me, mijn werknemers zijn lui, ik kan eigenlijk geen leiding geven, als ze er maar niet achter komen en er iets aan doen heeft toch geen zin. Zulke gedachten vibreren miljoenen malen per dag door heel wat hoofden heen. Gevolgen: slechte relatie met collega’s, medewerkers en thuis. Angst voor ontdekking van wat dan ook… hartkloppingen, somberheid en slechte gezondheid door weinig slaap van het piekeren, te veel of te weinig eten, roken, drinken en een vermoeide, zware uitstraling. Het gaat vaak om flarden oude gedachten die niet eens van onszelf zijn. Zoals de man die zijn vader nog in zijn hoofd had zitten: “Er moet gewerkt worden en verder geen onzin”. Hij ging nooit op vakantie want dan voelde hij zich schuldig.
Gedachten hebben kracht en dat blijkt ook uit hoe onze maatschappij functioneert. Bankdirecteuren denken dat ze gigantisch meer geld nodig hebben om te leven dan pak weg iemand die demente ouderen verzorgt of de telefoon beantwoord voor de belastingdienst. Dat soort gedachten leidde tot de kredietcrisis. Er zijn mensen die denken dat andere mensen minder rechten hebben dan zijzelf en dat leidt tot discriminatie en oorlogen.
Gelukkig kan het anders en is het mogelijk de boel om te draaien. Toen ik daarachter kwam was ik verbijsterd over zoveel simpelheid. Natuurlijk, ik kan mijn gedachten kiezen. Hier en nu. Het was wel oefenen want ik was een expert geworden in negatief denken in al die jaren praktijk. Toch ging het sneller dan ik dacht want ik was zeer gemotiveerd. Elke dag zat ik een aantal keer op een stoel bewust te kijken wat ik nu dacht. Dan zag ik ze langs komen en dan dacht ik: Hoe vaak heb ik dit gedacht? Duizenden malen. Wat heb ik er aan gehad? Niets. Waar heb ik wel wat aan? Bij de laatste vraag brak ik door de negativiteit heen en werd mijn gedachte constructief. Dat voelde meteen beter. Na twee weken doorzetten zag ik ineens weer de prachtige gevels van Amsterdam in plaats van alleen de poep op de stoep. 

Ik ontmoette nieuwe enthousiaste mensen en verlegde mijn focus op wat mogelijk was in plaats van onmogelijk. Ik dacht: ik kan in ieder geval een cursus doen en deed het. De nieuwe gedachten zorgden ervoor dat mijn leven in een stroomversnelling kwam. Eerst een cursus shiatsu, meditatie, een opleiding, een shiatsupraktijk en nu geef ik zevenentwintig jaar lezingen en trainingen, coach mensen hun leven en werk te bezielen, schreef het boek 'Placebo's en fluitende fietsen' en als je me toen gezegd had dat ik dat ooit zou doen, zou ik cynisch gelachen hebben: “Ik? Nee, dat kan ik niet, je bent gek”
De ommekeer kan snel gaan. Als mensen met hun kop tegen de muur lopen en aan het eind van hun Latijn zijn is de motivatie des te groter. Jaren van negatief denken worden getransformeerd omdat men nu bewust voor gedachten kiest. Er is een diep besluit voor nodig en een vastbesloten gedachte: Vanaf dit moment ga ik het anders doen! Wat voor leven wil ik?. Ga zitten en observeer je gedachten: wat denk ik nu? Hoe vaak heb ik dit al gedacht in mijn leven? Heb ik er wat aan gehad? Zo niet, waar heb ik wel wat aan? Die gedachte brengt je meteen in een constructieve staat en dat heeft effect op je lichaam, je uitstraling, je houding en op anderen. 
Je zoekt in welke periode je wel groeide en bloeide en hoe dat kwam. Wat dacht je toen? Wat deed je? Wat maakte dat je geïnspireerd raakte? Hoe voelde je je toen? Zo haal je jezelf terug naar je basis en vandaar uit begin je opnieuw. Maak er een project van zoals je een project maakt voor een bedrijf of een school. Dit keer ben je zelf de doelgroep. Als je krachtig negatief kunt denken is het ook mogelijk diezelfde kracht te gebruiken voor een constructieve manier van denken. Beiden hebben gevolgen. Wat je zaait zul je oogsten.
Ik zie mensen trillend van ellende voor me zitten met het idee dat het nooit meer goed komt. Na een maand of drie zijn zij de genen die mentor zijn van collega’s die het niet meer zien zitten. Ze hebben zich zelf bij elkaar gepakt… verwerkt wat er te verwerken valt, uitgepraat wat er moest worden uitgepraat, gedachten gewikt en gewogen, uitgeademd en zien de humor in van de situatie.
Mijn cliënten ondersteunen zichzelf door andere denkkeuzes te maken, boeken over het onderwerp te lezen, lezingen, gaan anders met tijd om, stoppen met zeurgesprekken: “Heb jij het ook zo moeilijk, nou ik nog moeilijker.” Ze praten open met collega’s en geliefden over zichzelf en ademen spanning uit. Geen ingewikkelde yoga oefeningen voor nodig. Zoek regelmatig de natuur en de stilte op.
Helpt positief denken? Ja, maar kijk uit voor vals positief denken. Een bedrijf dat wil dat iedereen positief denkt klinkt geweldig. Als dat betekent, dat alles positief moet worden gezien en kritiek wordt genegeerd, dan is dat geen positiviteit maar terreur met een positief sausje. Dat zie ik in veel organisaties gebeuren. Dan mogen een aantal hardwerkende en enthousiaste werknemers het nieuwe idee implementeren en na een half jaar zie ik ze uitgeblust en afgebrand terug omdat het op de werkvloer niet blijkt te werken. De enthousiaste glimlach is nu vals en de twinkelende ogen dof. Als ze voorzichtig opperen dat het in de praktijk anders is en niet uitvoerbaar, krijgen ze te horen: “Wat stel jij je negatief op.” en houden verder hun mond uit angst voor hun baan. Of iemand die constant zegt hoe geweldig het gaat terwijl je voelt dat het niet klopt.
Als je positief denkt en dat daarom je nooit iets zal overkomen kom je bedrogen uit als je toch ziek word of een geliefde overlijdt. Dan kan het positieve omslaan in bitterheid. Ja, maar ik heb nog zo positief gedacht en moet je nou zien. Verdriet hoort ook bij het leven en als we het diep voelen en niet wegduwen maakt het ons volwassen en wijs. Zoals een vriendin die kanker had en zei: “Ik had het nooit willen missen.” Ze gebruikte de zware periode om haar leven te verdiepen. Een aantal vriendinnen verloor kinderen en maakte echtscheidingen door. Zij zijn mijn voorbeelden. De manier waarop zij hiermee omgaan is ongelooflijk. Ze zijn jaren geleden door de hel gegaan en ze hebben het overleefd. Nu zijn ze wijs, spiritueel, lekker gek, af en toe voelen ze hun verdriet zeer heftig. Ze gaan het verdriet niet uit de weg maar blijven ook niet hangen in slachtofferschap. Het zijn zeer zelfbewuste vrouwen. Hoe kan je de kracht van gedachten gebruiken om prettiger in het leven te staan en moeilijke of afschuwelijke situaties op een andere manier doorstaan? Hoe kan je er mee omgaan dat je jeugd niet was zoals je het had gewild of dat je ontslagen bent. Dat je al je geld kwijt bent op de beurs.
Ook in mijn leven gebeuren natuurlijk pijnlijke zaken. Zoals de dag dat een vriendelijke, oprecht klinkende man belde en vroeg of ik iets aan mijn pensioen had gedaan. Hij was van een gerenommeerde bank. Ik dacht: ja, dat moet ik een keer regelen. De man verzekerde me, op mijn aandringen, dat het onmogelijk was in de min te komen. Het was sparen en beleggen in betrouwbare fondsen. “Ja, doe maar” zei ik naïef. Het Dexia debacle. Toen ik na jaren maandelijks geld storten er achter kwam dat ik niet aan het sparen was maar een lening terugbetaalde en dat ik nog jaren door moest betalen voor iets wat ik nooit had gehad en nooit zou krijgen was ik totaal verbijsterd. Woede, tranen en verscheurende spijt. Heb ik daar al die jaren voor gewerkt? Hoe kan ik zo stom zijn? Toen ik flink was uitgehuild en een advocaat had ingeschakeld, besloot ik: ik eet nog, ik loop nog en ik kan nog werken. Ik ga hier niet mijn leven door verpesten en er ziek van worden. Ik ga kijken wat ik kan doen. Daarna was ik vrij. Weer wat geleerd.
De gedachte: ‘ik ga wat me is overkomen goed verwerken’ is een zeer krachtige gedachte. Je kunt gillen schreeuwen, praten, lachen… de spanning verlaat het lichaam en dan kun je weer beter keuzes maken. Als je door de pijn heen gaat blijft het minder lang hangen. Gedachten als: Ik adem rustig uit en ik doe wat nodig is. Ik ga een training mindfulness volgen of in retraite, zijn gouden gedachten en als je het ook nog doet ben je al een stuk verder. Je kunt je voeden met levensgeschiedenissen van Mandela en anderen die door de hel gingen en toch iets wezenlijks bijdroegen aan de wereld. Deze mensen inspireren miljoenen. Als zij het kunnen na zevenentwintig jaar gevangenschap, waarom jij niet op je werk en in je dagelijks leven? Denk je nu: ja maar wat heb ik nu voor invloed op de wereld? Jouw uitstraling doet iets met anderen en je hebt geen idee hoe groot je impact is. Het is  jouw keuze welke kant dat opgaat.
In mijn boek schrijf ik over de keer dat ik op de fiets zat en de eerste merel dat jaar hoorde. Ik genoot ervan en ongeveer een kwartier later kwam ik er achter dat die vogel een piepende fiets was die voor me reed. Ik had een kwartier lang genoten van een piepende fiets. Ik lag dubbel van het lachen over mijn stuur. Het deed me denken aan het placebo effect. Een psychiater vertelde op tv dat hij mensen naar alternatieve therapieën stuurt. “Als men denkt dat het helpt dan werkt het”, zei de man. Een andere wetenschapper vond dat je dat niet kan doen, dan neem je de patiënt in de maling en je mag ze niet bedriegen. Je kunt beter antidepressiva geven. Dat mensen denken dat iets werkt wil zeggen dat gedachten kracht hebben. Wat zou het geweldig zijn als dat op scholen al wordt onderwezen en we van jongs af aan leren daar gebruik van te maken.
Bob is leidinggevende van zes mensen en als de dood voor zijn baas. Als hij tegenover hem zit, voelt hij zich kleintjes. Een blik van de man doet hem in elkaar krimpen. Tegenover zijn personeel probeert hij zich groot te houden maar hij heeft voortdurend het idee dat ze hem doorhebben. Ik kan het niet, denkt hij elk uur van de dag. Bob is tegen een burnout aan. We onderzoeken zijn gedachten en welke uitwerking ze hebben op zijn lichaam en uitstraling. De volgende keer zit hij tegenover zijn baas en terwijl hij rustig uitademt, blijft hij de man aankijken. Hij gaat er goed stevig bij zitten. Van binnen nijgt hij tot krimpen maar hij zet door terwijl hij denkt: We zijn gelijkwaardig! Ondertussen ademt hij rustig door. Op dat moment, terwijl hij zijn knieën voelt trillen, ziet hij iets veranderen in de ogen van zijn baas. Het dominante gaat er wat af en er schijnt respect door. Dat geeft Bob weer extra kracht, hij ontspant en het gesprek loopt totaal anders dan vroeger. Deze ervaring maakt dat hij hier meer mee gaat experimenteren. Ook naar zijn personeel. De gedachte: we zijn gelijkwaardig… heeft een enorm effect. Tegenwoordig is Bob leidinggevende van vijfentwintig mensen en het gaat hem gemakkelijk af. Hij respecteert zijn personeel en zichzelf.
Als je je nu ongerust maakt over je aankomende herfstmelancholie en je winterdepressie aan het plannen bent: het kan natuurlijk een stofje in je hersens zijn. Het zou ook kunnen dat je jezelf de depressie indenkt. Wat is er eerder het stofje of de gedachte? Gedachten hebben kracht!


Dit artikel werd op 3 oktober 2009  geplaatst in het Financieel Dagblad.