zondag 18 september 2022

Mijn connectie met het Engelse koningshuis

 Mijn connectie met het Engelse koningshuis gaat terug naar mijn twintigste jaar. Ik werkte sinds een maand in Londen in een jeugdherberg en daar zou Prinses Margaret op bezoek komen. Men geloofde het niet maar ik heb daadwerkelijk meegeholpen met nieuwe gordijnen naaien voor de Prinses zou komen. Het bewijs heb ik nog niet zo lang geleden gevonden, zie hieronder. Hoop dat Margaret niet te dicht langs de zomen is gelopen want ik kan niet garanderen dat het helemaal goed is gegaan. Het is ook de laatste keer dat ik ooit iets genaaid heb en nu ik er zo over denk was het ook de eerste keer.


Jammer dat ik net voordat Margaret onze jeugdherberg zou bezoeken enorme ruzie kreeg met de directeur waarop ik meteen mijn biezen pakte. Het ging om een suikerklontje maar ja je moet principieel blijven ook als het om een suikerklontje gaat als je gelinkt bent aan het Engelse koninklijk huis.

Waarom nou dat suikerklontje? Wij werkten in de keuken en er kwam een Franse vrouw logeren die bij ons zou komen werken. Nu was ze nog gast en de week erop zou ze in dienst komen. We hadden twee soorten gasten: met ontbijt en gasten die hun eigen ontbijt klaar maakten in een aparte keuken. Bij de gekochte ontbijttafels stonden potjes met suikerklontjes. Deze vrouw pakte een suikerklontje van de tafel en er ontstond een enorm gedoe want onze chef had het gezien en ontzegde haar de toegang tot de jeugdherberg en haar pasje werd ingetrokken zodat ze geen lid meer was. Woedend waren we, mijn collega's en ik, en gingen verhaal halen bij de directeur. Die weigerde de vrouw haar pasje terug te geven en ze mocht natuurlijk al helemaal niet meer komen werken. "She is a thief!" zei hij onverbiddelijk. Ziedend pakte ik mijn rugzak en vertrok. Kocht in de binnenstad van Londen een ticket voor de boot terug en dronk koffie in een café.

Na een tijdje stomen kwam de ober op me af: "Mevrouw er is telefoon voor u!" Dat kan niet antwoordde ik "Niemand weet dat ik hier ben." "Het is toch echt voor u, bent u Marja?" "Ja, dat klopt." "Dan is er toch echt telefoon voor u." In verwarring liep ik naar de telefoon, nog zo'n ouderwetse aan een draadje. Het was mijn collega July: "Marja, verroer je niet we komen naar je toe." Na een uurtje kwamen ze er met z'n allen aan. Een collega die, voor zover ik wist, in Amerika zat. Ze was toevallig net teruggekomen. Mijn vriendin Mara, die toevallig net langs was gekomen om me te bezoeken, wat ze nooit deed. Nog twee collega's en July zelf. Verbijsterd vroeg ik hoe ze wisten waar ik was. Ze glimlachte geheimzinnig en heeft het me nooit verteld. Ik heb haar nog wel eens gezocht af en toe via facebook maar nooit meer gevonden.

Het was hartverwarmend en blijft een mysterie.

Holland House Jeugdhotel Londen:




woensdag 7 september 2022

De fonosofe

Gisteravond fietste ik langs het huis van mijn vroegere pianolerares in de Gerrit van der Veenstraat, keek naar boven, zag het licht branden en dacht ineens: daar zit een verhaal aan vast. Kijk uit het wordt een lange:

Als kind mocht ik naar de Volksmuziekschool in een klas na school om een muziekinstrument te leren spelen. Helaas geen gitaar of piano, daar was geen geld voor dus het werd een blokfluit. Enigszins teleurgesteld begon ik toch te oefenen en al snel floot wijsjes. De liedjes gingen me aardig af maar het noten lezen was voor mij te moeilijk. Ik haalde alleen onvoldoendes. Noten lezen was het allerbelangrijkst dus dat werd niets. Op mijn kamertje speelde ik deuntjes en zelfs een liedje van Bach hoewel ik geen idee had dat dat Bach was.
Jaren later kreeg ik een enorm verlangen naar een saxofoon en liep altijd naar de Paleisstraat in Amsterdam waar mooie exemplaren in een etalage stonden en stond uren lang te staren. Voor mij te duur en onbereikbaar. Tot op een dag, ik was een jaar of negenentwintig, kreeg ik van een heel lieve, rijke vriendin zomaar een saxofoon cadeau. Wat was ik gelukkig. Met dezelfde vingergrepen van de blokfluit kon ik aardig improviseren en ging naar het Bimhuis om daar in een grote band te spelen: 'de Oktopedians'. Wie kent ze nog? Herman de Wit alias Herby White, inmiddels overleden, was een bevlogen bandleider. We mochten meteen meespelen ook als je beginner was. We gluurden bij de buren hoe ze hun vingers bewogen en meteen de eerste keer mocht ik al voor de band een jazzsolo spelen waarvan ik dacht dat ie er een beetje op leek. Daarna zette de band een likje in en dan voelde het heel wat. Zo leerden we snel beter spelen. Speels leren werkt voor veel noot-dislecten veel efficiënter.
Ik heb nog een keer opgetreden als koe in een alternatieve performance en kreeg er nog geld voor ook.
Een jaar of vijftien geleden kwam ik bij de bakker en ontmoette mevrouw Elisabeth Bierens de Haan. Vroeger lazen mijn moeder en ik haar boekjes. Ze is fonosofe, een woord dat ze zelf heeft bedacht. Ze kan aan onze stem horen hoe we in elkaar zitten, wat voor ziektes we onder de leden hebben en ze kan zelfs aan een overvliegend vliegtuig horen of er een schroefje los zit en belt dan naar Schiphol om ze te waarschuwen. We smulden vroeger van haar schrijfsels over spiritualiteit en haar hoorvermogen. Ik sprak haar aan en vertelde dat en ze zei meteen: "Weet je dat ik pianoles geef?" Nu had ik net een Casio'tje gekocht waar ik mee oefende en kon aardig improviseren dus boekte meteen een les bij haar. We hadden prachtige gesprekken over het leven en spiritualiteit en dan moest ik nog kinderliedjes spelen met tja... weer noten en dat schuurde. Mijn improvisatie vond ze helemaal niets. Toen ik wat liet horen zei ze: "Nee, ik ga je echt leren spelen!"
Uiteindelijk zaten we meer te praten dan dat ik iets met die lessen deed. Laatst was ze nog flink in het nieuws. Op AT5, de Amsterdamse televisiezender vertelde ze met verve dat er een loopbrug moest komen in haar straat tijdens werkzaamheden. Ze kreeg het voor elkaar ook. Ben met haar naar een lezing geweest. Mensen moesten een stukje voorlezen uit een boek en dan vertelde zij wat ze aan hun stem hoorden aan ziektes, onzekerheden ed en ja hoor elke keer raak.
We zijn ook nog een keer met mijn ouders in de auto met haar naar een beurs gereden en ze analyseerde mijn ouders tijdens de rit. Ma vond het machtig interessant. Ik vroeg haar ooit waarom ze heur haar zo breed uit kamde en haar wenkbrauwen zo ver de lucht in tekende. "Oh kind, dat hoort bij me... ik kan niet anders." Niet lang geleden zat ik aan de koffie bij haar op het balkon. We hadden een heerlijk gesprek met veel pret en we gingen ook nog de diepte in. Nou ja, dat kan niet anders met haar.
Af en toe speel ik nog op mijn Casio en speel wat ik wil en dat is heerlijk. Hoop dat de tegenwoordige muzieklessen nu wel improvisatie aanmoedigen.




donderdag 1 september 2022

De magische mevrouw Basilec

Ma zat op een bankje aan de Amstelkade waar ook een oude dame in de zon zat te genieten van het uitzicht. De dame zei: "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee" zei mijn moeder "Wie bent u dan?" "Ik ben mevrouw Basilec en ik zong opera vroeger en was ooit heel beroemd." "Oh, wat interessant" antwoordde mijn moeder. "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee", zei de dame. "Ik ben een heel interessante vrouw!" zei mijn moeder met evenveel overtuiging en ze vertelde alle goede dingen die ze zoal in haar leven had gedaan. Die kans liet ze zich niet ontnemen. 
"Ah, zei mevrouw Basilec... "Ik zie wie u bent, ik herken u want we zijn allebei van de zevende sfeer, dat is de hoogste sfeer. U wilt mensen van lagere sferen bereiken maar dat zal u niet lukken. Wel van de vijfde en de zesde maar lager kun je je beter de moeite besparen. Die luisteren toch niet. Kom mee naar boven ik woon hier dan zal ik u wat laten horen."
Trots op haar juist ontdekte hoge status liep Ma mee naar boven en kwam in een klassiek ingerichte kamer en ging op de bank zitten. "Nee, niet daar!" riep mevrouw Basilec luid: "Daar zit Jan!" Ma schoot van de bank af en keek nog eens goed maar zag geen Jan. "Jan is overleden maar hij zit daar nog steeds vaak, hij zit er nu ook" vertelde mevrouw Basilec die inmiddels achter de piano zat en begon te spelen. Ma die nu veilig op een stoel zat dacht: 'Marja, Nico, Annie... jullie moesten me hier is zien zitten...' In de hoek stond een opgezette herdershond die haar glazig aanstaarde en mevrouw Basilec speelde prachtig piano. Die twee raakten niet uitgepraat en uren later kwam ma terug vol van haar verhaal.
Een tijdje later ging ik met ma mee op bezoek bij mevrouw Basilec. Inmiddels had ik haar al gezien toen ze op bezoek was bij Willem Duijs als fenomeen dus ik vond het geweldig om mee te gaan. Ik was een jaar of dertien en heel nieuwsgierig.
Mevrouw Basilec had een Ouijabord opgesteld (ja, ik weet het, nooit doen!) en we mochten ieder een deel van een kruishout vasthouden en de punt kwam dan op een letter. Na een tijdje stil zitten vroeg mevrouw Basilec in het niets: "Is daar iemand?" en ja hoor het kruishout begon te bewegen. Mijn hart klopte in mijn keel... "j...o...p...i...e" Kennen jullie een Jopie? Ja die kenden we wel en het ging verder "v...l...e...e...s" Jaaa riepen we beiden uit: "Jopie Vleeschhouwer!" Dat was een vriendin van ma die was overleden. Later had ik spijt dat we bij Vlees al waren gestopt en ik kan me niet herinneren wat er voor boodschap kwam. We waren vol enthousiasme... "Jopie Vleeschhouwer had van zich laten horen.
We zagen mevrouw Basilec nog een paar keer bij Willem Duys en ze was lekker eigenwijs en vol verhalen. Ze bleek een oorspronkelijk een vluchtelinge uit Tsjechië. Als ze weer op tv was waren we in de zevende hemel.

Tot mijn verbazing kreeg ik een reactie op dit stukje. Nog een verhaal over mevrouw Basilec en ik mocht het plaatsen:

Hier het verhaal van Fina van der Weide over Mevrouw Basilec:

Eigenlijk wist ik niet zo goed hoe dit verhaal te beginnen. Want het ligt allemaal niet zo eenvoudig.
Maar het verhaal begon op een zaterdag. Mijn moeder en ik hadden zoals ik al eens vertelde geen echte band. Ze was vals en gemeen, ze loog en was echt geen lieve vrouw. Hard om dat zo neer te zetten, maar het was gewoon de waarheid. Als kind was ik vaak bang voor haar. Ze had de totale macht. Maar ik wist niet beter of het hoorde zo. Ik zag wel dat het bij mijn vriendjes thuis heel anders ging, maar ja overal was wel wat.
Als tiener ging ik meer en meer begrijpen, en kwam ik ook in opstand. Niet nadrukkelijk want dat durfde ik niet, meer een passief verzet. Maar er kwamen steeds meer uitbarstingen tussen ons. Die zaterdag was het weer raak. Echt iets heel stoms. Ik had een beker water gepakt zonder het te vragen. (dat moest dus, alles vragen. Zelfs of ik naar het toilet mocht, of naar mijn kamer etc)
Ze werd helemaal gek en ik weet nog dat ik mijn jas en tas pakte en buiten op mijn fiets sprong. Ik wilde maar een ding, weg.
Ik fietste een poos rond, en in ene was ik bij de Amstel.
Er stond daar ergens een bankje en ik ging daar zitten. Ik dacht over van alles. Ik was bijna 13 en zou een maand later naar de middelbare school gaan.
Een school die mijn moeder had gekozen natuurlijk, en geen van mijn vriendjes ging daarheen. Hij was in zuid.
Ik plande van alles, ik ging niet meer naar huis. Ik ging ook niet naar die rotschool, ach je weet hoe kinderen kunnen denken. In ene kwam een mevrouw aanlopen. Ze kwam vanaf de Amstelkade. En ze leek recht op mij af te komen. Ik wilde opstaan, en weggaan. Maar iets maakte dat ik op dat bankje bleef zitten.
De mevrouw kwam naast me zitten. Ze keek me aan, knikte en begon te praten.
Ze zei dingen die ik soms niet begreep. Want ze kende me niet toch?
Maar ze zei:  "je hebt het moeilijk, ik weet het. Ze hebben me verteld dat je hier was. Luister, zo gauw je kunt moet je haar loslaten. Ze is niet goed voor jou. Ik weet nu kan het niet, maar echt ga zo snel als het wel kan. Ze is het kwaad geloof me. Ik weet dat je het kunt, ik vertrouw je en ben trots op je". Ze keek me nog even aan en liep weer weg.
Ik was verbouwereerd. Kende zij mijn moeder? Wie had verteld dat ik daar zat?
Ik wilde haar achterna gaan, maar toen ik weer keek zag ik haar niet meer.
Ongeveer een jaar later. (ik was natuurlijk weer naar huis gegaan) keek ik tv. Willem Duys. En hij kondigde iemand aan. Ik kon mijn ogen niet geloven. Het was de vrouw die me aan had gesproken. Ik luisterde naar haar verhaal en wilde haar spreken. Nu ik haar naam kende zocht ik in het telefoonboek en vond haar daar.
Met het excuus dat ik voor school interviews moest doen (dat was ook zo) Belde ik haar op. Eerst zei ze dat ze niemand thuis ontving, ik moest haar maar via de telefoon interviewen.
Ik wist niet hoe ik haar moest vertellen dat ik het meisje was waar ze zo vreemd tegen had gesproken. Dus ik stelde wat maffe vragen. Over dat opgezette hondje waar ze in de uitzending over sprak. En ik dacht dit was een stom idee.
Net toen ik op wilde hangen, zei ze in ene: "Ohhh jij bent het. Kom maar ik ben thuis. Je weet mijn adres." Met knikkende knieën stond ik een uur later op de stoep. Eenmaal binnen zei ze dat ze me al verwacht had. Ze hadden verteld dat ik het was aan de telefoon. Ik vroeg nog wie haar dat verteld hadden. Ze wees om zich heen en zei, mijn vrienden en familie. Ik zag niemand.Ik mocht ergens gaan zitten en voor ik het wist zat ik over mijn moeder te praten. Ze herhaalde weer dat ik zo snel mogelijk met haar moest breken, want ze was slecht.
Ik weet nog dat ik me bekeken voelde. Alsof er tientallen mensen in die kamer waren. Maar hield het er maar op dat de glazen ogen van die hond me het gevoel gaven.
Toen ik wegging gaf ze me een soort steentje/glas? Het was blauw. Ze zei: "Luister dit is een stukje van de hemel, als ze naar doet houdt dit vast en denk aan de hemel. Dan gaat het beter, maar ga weg zo snel je kan."
Eenmaal buiten terug op de fiets voelde ik me wonderlijk getroost. Ik heb me wel altijd afgevraagd hoe ze dat allemaal wist. Ze was een bijzonder mens.

(Toevoeging van Fina) Het klinkt misschien raar maar als ik over kind Fina schrijf is het alsof ik over een ander schrijf. Het is een jas die ik heb afgeschud.


(Toen ik dit verhaal publiceerde stuurde iemand me deze foto van mevrouw Basilec en haar Jan.)