zondag 21 oktober 2018

Een tia en de slappe lach, is dat mogelijk?

Die ochtend zou ik om een uur of acht naar Boxtel rijden voor mijn werk maar had een raar gevoel en belde eerst mijn moeder. Ze sprak raar alsof ze dronken was. Nu hield ze wel van een slokje maar zo vroeg. Ik reed meteen naar haar toe en daar stond ze in het midden van de kamer, half aangekleed en keek me vragend en hulpeloos aan. 'Naar het ziekenhuis!" zei ik... ze schudde nee want daar hield ze niet van. Ze was al jaren niet meer bij een dokter geweest en daar was ze zeer trots op. "We gaan nu!" zei ik ferm terwijl ik haar hielp met aankleden wat vreemd vertrouwd voelde terwijl ik dat toch voor het eerst in mijn leven deed. Pa vroeg: "Gaan we nu niet naar Frankrijk?" We zouden dat weekend een week samen gaan en ze hadden zich er vreselijk op verheugd. "Nee, ik denk niet dat dat kan nu."
In het ziekenhuis kwam al snel een neurologe binnen die ik toevallig kende omdat ik haar jaren geleden bij de universiteit een training assertiviteit had gegeven. Mijn moeder moest haar vinger volgen en allerlei oefeningen doen. Pa zat in een stoel de krant te lezen alsof het hem allemaal niet aanging.
Ma zei met slepende tong tegen de neurologe: "Als u dertig familieleden had verloren in de oorlog had u ook een tia gehad!" De vrouw werd vuurrood en wist duidelijk niet wat ze hiermee aan moest. Ik keek mijn moeder aan terwijl ik dacht: 'Je zegt dit om te shockeren en om het effect.' Ma zag mijn blik. We begrepen elkaar stil en kregen de slappe lach. Ik wist precies wat ma aan het doen was en ma zag dat ik het wist en voelde zich betrapt. De arme neurologe werd nog roder, reageerde niet en pa bleef de krant lezen. Ma en ik bleven er bijna in en het was een van de zeldzame momenten dat we ons zo dichtbij elkaar voelden al was het niet prettig voor de arme neurologe.
Ze werd opgenomen met inderdaad een tia en bleef een paar dagen in het ziekenhuis. Binnen de kortste keren stond ze 's ochtends, voor de verpleging kwam met de medicijnen, naast haar bed met haar tas aan de arm volledig gekleed te wachten. Ze was snel beter en kreeg vlak daarna een ergere tia. Dat was het begin van het einde. Ondanks alles hadden we een gouden moment samen.


zaterdag 6 oktober 2018

Beeldvorming en mond spoelen

Ooit ging ik met een vriendin mee naar haar ouders. Ik was verbaasd hoe ze elkaar begroeten terwijl ze elkaar toch een tijdje niet gezien hadden: "Hoi..." zei ze kort zonder een zoen of een omhelzing, ze liep door naar de keuken en pakte wat drinken. Haar ouders bleven zitten en keken even op van hun krant: "Hoi!" Ik stelde me voor maar verder werd er niet veel gepraat. 

De vriendin zei later dat ze haar moeder zo'n warm mens vond en ik reageerde: "Hoe kom je daarbij? Daar zag ik helemaal niets van. Ze begroette je amper..." Ik was oprecht maar oh wat een domme opmerking. Ze begon het ook zo te zien en ik had haar warme gevoel naar haar moeder verpest. "Ja, je hebt eigenlijk wel gelijk..." zei ze teleurgesteld. Sommige dingen kun je maar beter niet zeggen maar ja het is nu te laat. Wie ben ik om te oordelen over haar gevoel van warmte? Mijn idee van wat warmte is hoeft niet hetzelfde zijn als haar gevoel van warmte.

Mijn beurt kwam ook toen iemand tegen me zei: "Jouw moeder is echt zo'n volkse vrouw." Mijn moeder??? Mijn moeder had me altijd zelf verteld wat een koninklijk voorkomen ze had en zo zag ik haar ook als een heel bijzonder mens. Ik vroeg "hoezo?" "Die suikerspin op haar hoofd." Ineens zag ik mijn moeder als een volkse vrouw met een suikerspin in plaats van de mooie chique dame zoals ik haar in mijn hoofd had.

Mijn moeder kon er zelf ook wat van. Had ik een nieuwe geliefde uit Frankrijk die ik zo mooi vond en zo speciaal. "Wat een raar nekkie heeft ze..." Oh God, nu zag ik het ook: 'een raar nekkie...' We kunnen ons beeld vormen en hervormen en we kunnen elkaars beeld verpesten en totaal verdraaien. Wat is nog ons eigen beeld en wat is het ware beeld. Is er wel een beeld? Er klopt niets van hoe we de wereld zien want het zijn allemaal aangeprate, ingebeelde projecties van projecties.

Gelukkig heb ik het beeld dat ik van mijn moeder had weer hersteld naar 'normale' proporties, ten minste dat denk ik, mijn Franse vriendin was meer dan haar 'nekkie' en ik hoop dat de vriendin met de 'saaie moeder' haar beeld ook weer heeft bijgesteld. Wat doen we elkaar toch soms aan met onze opmerkingen. Zo werkt het in organisaties ook... de één zegt wat over de ander en de ander zegt wat over de één waardoor half, nee: bijna heel Nederland, wat zeg ik, de wereld met een vervormd beeld rondloopt. Laten we onze mond spoelen met zeep en ons bezighouden met onze eigen ontwikkeling en was me de oren als je me ooit zoiets hoort zeggen.