zondag 28 februari 2010

Thuis bij Dirk

Al weken riep pa enthousiast: "Er komt een Aldi om de hoek!" Pa was opgewonden toen het moment daar was. Hij had zich voor de gelegenheid netjes aangekleed en we gingen op weg. Inderdaad, een paar honderd meter lopen en daar was de Aldi. Al jaren kwam hij bij Dirk wat een flink stuk lopen was voor een eenennegentig jarige met rollator. Dus dit leek een uitkomst.

Vol verwachting stapten we binnen en pa begon aan zijn zoektocht. "Waar liggen de eieren?" vroeg hij. Dat wist ik ook niet... dus zoeken. Alles was hem vreemd. Ik zag hem voortsjokken, de rug steeds krommer en zijn blik triester en triester. De onbekende merken, de volle gangen van ook zoekende mensen, geen karnemelk... Ik zag dat dit niets werd.

De kar was halfvol en pa liep verloren rond. "Wilt u naar Dirk?" vroeg ik. Het was alsof ik vroeg: "wilt u weer jong zijn?"
Zijn ogen begonnen te stralen, de rug weer recht en toen ik ook nog (heel aso) de kar liet staan met de spullen en we naar Dirk togen was pa de gelukkigste man op aarde.
Bij Dirk aangekomen liep hij als een koning achter zijn kar.
"En?" vroeg ik: "voelt u zich hier thuis?" "Ja, ik ben thuis... " zei hij met een zucht van verrukking.
Vrolijk vulde hij zijn kar met de vertrouwde spullen die hij al jaren haalde. Dezelfde route, dezelfde bananen, toetjes, brood, de eieren even controleren, koekjes, de chocoladerepen voor de hulp, de servetten, de karnemelk en dezelfde kassa, ook al is de rij daar langer dan bij de andere kassa's. Dat maakte hem niet uit.
Thuis bij Dirk.


dinsdag 16 februari 2010

Geen woorden, alleen hart

Gisteravond was ik mediteren bij een Boeddhistische gemeenschap. De stilte was weldadig en ik genoot met volle kracht van het Zijn. Na een uur meditatie mochten we op een vraag contempleren. Twee aan twee... een minuut stilte en dan mocht persoon A de vraag op allerlei manieren stellen en ronddraaien en daarna persoon B.
De keurige heer tegenover me was flink op leeftijd. "U bent A en ik ben B", zei ik. Hij keek me met een totaal open en liefdevolle blik aan en antwoordde: "Ik ben aap?"
Ik dacht dat hij me niet goed verstaan had en zei nog eens: "Nee, ik bedoel: "U bent A... u mag beginnen...".
"Aaah, zei de man en hij keek me zielsgelukkig aan: "Ja, ik ben aap...” Het begon tot me door te dringen dat dit was wat het was en dat het goed was. Dus we keken elkaar alleen een tijdje aan, waarop hij zei: "Heerlijk heerlijk..." en ik ervoer hetzelfde. Er zat niets tussen ons. Geen woorden, alleen hart.