zaterdag 29 juli 2023

Doe eens gek deel I

Al jaren kom ik bij de bakker om de hoek en op zaterdag werken de twee dochters achter de toonbank. Vanaf een jaar of twaalf helpen ze de zaterdagen al mee. Ze hadden precies geleerd wat je moet zeggen tegen de klanten. Beiden met het zelfde toontje als hun moeder. “Dag mevrouw, waarmee kan ik u van dienst zijn?” Elke keer het vaste riedeltje. Als ik ze iets anders vroeg of zei, kreeg ik een vaag glimlachje en ze bleven in hun rol. “Anders nog iets, mevrouw?” Nu zijn ze beiden in de twintig en nog steeds dezelfde zinnetjes. Met Sinterklaas waren ze verkleed als Piet. Een revolutie! Ik begroette ze enthousiast en complimenteerde ze met hun prachtige pakken. Een vaag lachje terug en: “Waarmee kan ik u van dienst zijn?”

Aan de VU geef ik presentatietrainingen aan studenten. Dit zijn over het algemeen keurige jonge vrouwen en mannen. Ze doen altijd netjes wat ik zeg en hebben geen piercing of zichtbare tatoeages. Vorig jaar begon het bij me te kriebelen en gaf ik de groep opdracht om die week eens iets geks te doen. Iets wat ze nog nooit hadden gedaan. “Wat dan?” ze vonden het maar een rare opdracht. ”Waarom zouden we dat doen?” “Bedenk eens iets geks,” antwoordde ik, “stap eens uit jezelf en je dagelijkse doen. Breid je zelf eens uit! Wie weet wat er allemaal nog meer in je zit? Dat kom je te weten als je iets doet, wat je normaal niet zou doen.” Ik was erg benieuwd en ik moet eerlijk zeggen dat ik er weinig vertrouwen in had dat ze het ook werkelijk zouden doen.
De week daarop kwam ik het gebouw binnen en daar stond in de hal één van de studenten paaseieren uit te delen. “Bedoelt u dit?” vroeg hij wat onzeker toen hij me zag. Ik ben bang dat ik hem ter plekke begon te zoenen van enthousiasme en ik nam natuurlijk een ei. “Ja, dat bedoel ik!” Ze hadden allemaal iets gedaan. Eén was teruggegaan naar haar vorige stageplaats en daar feedback gegeven over misstanden die ze niet eerder had durven te geven. Weer een ander had bloemen uitgedeeld in de metro. Een jonge vrouw had haar tante geconfronteerd met iets dat ze nooit had durven zeggen en had een goed gesprek met haar. Het was geweldig en ze waren er zelf ook erg tevreden over.





Pay it Forward Deel II

Voor de derde keer zat ik te snikken bij de film: “Pay it Forward.” Het gaat over een jongetje dat voor school een werkstuk moet maken. Hij heeft het volgende bedacht: hij doet iets goeds voor drie mensen, met als voorwaarde dat die drie ook weer drie mensen gaan helpen, en dat dit zich dan zo verder uitbreidt. Het jongetje denkt dat zijn werkstuk mislukt is, maar wij als kijker kunnen zien wat er met die mensen is gebeurd die ook mensen zijn gaan helpen en hoe zich dat snel verspreid heeft. Eigenlijk doen we het nu al allemaal.

We realiseren het ons niet wat we allemaal uitzenden in deze wereld. Tot we het wel gaan beseffen en dan gaan we het bewuster doen. In de tijd dat ik het moeilijk had en me eenzaam voelde, zat ik bij mij om de hoek een kop koffie te drinken. Opeens bedacht ik me dat ik het vuur onder mijn rijst had laten branden. Ik zei tegen de ober dat ik snel zou terugkomen. Toen ik terugkwam had hij het schoteltje op mijn kopje gezet om de koffie warm te houden. Geloof het of niet, maar ik was ontroerd door dat kleine gebaar. Het kwam natuurlijk extra aan omdat ik me zo alleen voelde op de wereld. Nu jaren later schrijf ik er over. Dat zal die goede man zich niet hebben gerealiseerd toen hij deed wat hij deed. Nog af en toe denk ik aan het vriendelijke gebaar van de ober. Nu doe ik het ook altijd als iemand van tafel moet opstaan en de koffie dreigt koud te worden. Het is maar een heel klein gebaar, maar toch met zoveel impact.
Je loopt op straat, een grijze dag, iedereen loopt wat somber voor zich uit. Dan is er opeens iemand die naar je kijkt en lacht. Ook zo iets kleins en toch verwarmt het je en je loopt nog wat na te gloeien en even later kijk je plotseling lachend in de ogen van een ander. Pay it Forward. Andersom kan ook natuurlijk. Ik zal vast heel wat mensen vernietigend hebben aangekeken en toegesproken. Ook dat heb ik de wereld ingestuurd. Onbewust van wat ik aanrichtte. “Pay it Forward” in negatieve zin.
Rond oud en nieuw wenste de bakkersvrouw me een gelukkig Nieuwjaar. Ze zei dat ze hoopte op meer vrede maar dat het ijdele hoop was en dat de mensheid slecht was en de jeugd deugde ook niet. Ze voelde zich machteloos. “Maar wat kan ik er aan doen?” vroeg ze. In de bakkerswinkel staat een stoel en buiten staat een bankje voor mensen die niet lang kunnen staan. Naast het bankje staat een standaard met gratis kranten. Het geurt in de omgeving naar vers gebakken brood. De bakkersvrouw is altijd vriendelijk en houdt met iedereen een praatje. Dus zei ik: “U doet al wat. Uw winkel verspreidt de heerlijkste geuren, u hebt altijd een vriendelijk woord voor iedereen. Oudere mensen zitten hier gezellig op hun beurt te wachten en gaan weer met een glimlach naar buiten. Dan komen ze hun buren tegen en geven de glimlach door.” Lekker op dreef voegde ik er nog iets aan toe over de jeugd: “Ik geef presentatielessen aan geneeskunde studenten aan de VU. Tachtig procent zegt dit vak te hebben gekozen om iets voor de mensheid te doen. Een deel daarvan loopt stage in Afrika en werkt met kinderen die HIV hebben. Dus het valt nog wel mee met de jeugd.” De vrouw begon te glunderen. “Dat doet mijn dochter! Die studeert geneeskunde aan de VU, ze zit nu in Johannesburg en werkt met kinderen met HIV in de townships.
We gingen lachend uit elkaar. Toen ik naar huis liep met mijn volkorenbrood, bedacht ik me dat ik laatst een stukje heb geschreven over haar dochters. (lees ”Doe eens gek!” het vorige hoofdstuk) Het zat me helemaal niet lekker. Het ging over hoe ze al van jongs af aan dezelfde zinnetjes zeiden. Zelfs als ze als Piet achter de toonbank staan. Heb ik ze ooit wel eens gevraagd wat ze doen? Heb ik de tijd genomen om wat langer met ze te praten? Nee, ik heb geoordeeld en ze gebruikt voor mijn schrijven. Dus hier is weer een les voor me te leren: niet oordelen en vraag eens verder dan alleen de oppervlakkigheden. Wie was hier nou oppervlakkig? Dus ook dit gesprek levert weer iets op. Dank jullie dames van de bakker. Ik geef het weer door en wie weet lezen drie mensen het...



woensdag 19 juli 2023

Help, ik ben typiste!

Voor 1984 was ik typiste op vierenvijftig verschillende kantoren. Wat een leed was dat voor mij en mijn werkgevers. We hadden in het begin van die typemachines waar je hard moest aanslaan en waar geen enkele autocorrectie op zat. Dus elk foutje moesten we met een potloodje met vlakje uitvlakken wat natuurlijk erg lelijk werd. Ik maakte nogal wat fouten en zat met een rood hoofd driftig te vlakken en ik wist dat de chef zat te kijken. Had visioenen dat ik die typemachine uit het raam smeet.

Toen kregen we de typex wat al beter was maar nog steeds te zien. De elektrische typemachine was een hele bevrijding en er zat een lint op die de fouten netjes wegwerkte. Voor die tijd was ik al vele malen ontslagen of had ik mijn ontslag genomen. Ik haatte het werk maar zag geen uitweg en dacht dat ik de rest van mijn leven op kantoren zou slijten.
Toen de computer zijn intrede deed werkte ik al voor mezelf en met Windows was de totale bevrijding daar. Het duurde nog even voor ik zelf verhalen ging schrijven maar daarna was ik niet meer te stoppen.
Ik die het typen zo haatte vind het nu heerlijk en typ er snel op los en autocorrectie red me van de afgrond. Nu bepaal ik zelf wat ik typ en dat scheelt een hele hoop.
Laatst vond ik een deel van een dagboek uit de typiste tijd waarin ik vreesde dat ik mijn hele leven al typend op kantoren zou doorbrengen. Zag geen uitweg. Hier twee zinnetjes met een hartenkreet uit mijn dagboek van toen:



woensdag 12 juli 2023

Ik weet het niet.

Schreef ooit een stukje: 'Ik weet het niet.' Dat gaf een enorme bevrijding... ik hoef het niet te weten want soms ligt alles anders en een mening is maar een mening en een principe kan uitlopen in ruzie of erger.

Mijn vader kreeg ooit een baan aangeboden als meubelstoffeerder bij Fokker. Hij verdiende het minimumloon en deze baan was een geweldige kans. Op het moment dat hij zich realiseerde dat hij ook stoelen van gevechtsvliegtuigen moest stofferen, haakte hij af. Mijn ouders waren van het gebroken geweertje (voor de jongeren onder ons: een speldje dat aangaf dat je pacifist was). Ik was ook dol op principes en wist precies hoe de wereld in elkaar zat. Het werden er steeds meer. Van: ‘je gaat niet met je onderdrukker naar bed’ tot: ‘ik ga niet meer om met vrouwen die nog met de onderdrukker omgaan.’ Ik heb heel wat mannen weggekeken die op visite kwamen bij mijn woongroep-genoten in het Handelsbladgebouw. Later bleken het erg aardige mannen te zijn, maar ik keek niet verder dan mijn neus lang was.
Ik liep mee in allerlei demonstraties, en wist precies wat wel en niet kon en liet de mensen om me heen dat ook duidelijk weten. Ik had een baantje bij een uitgeverij in de Lairessestraat. Elke nacht ging ik tot een uur of vier stappen bij de Schakel in de Korte Leidsedwarsstraat en was niet zo helder in de morgen. Ik zat al een uurtje te typen toen en voelde dat er iets niet klopte. Ik las mijn typewerk en het bleek een niet-Joodverklaring te zijn. Mijn opa was Joods, hij heeft de oorlog niet overleefd en ik was ziedend dus stapte ik meteen naar de baas en tikte hem flink op de vingers. Vervolgens pakte ik mijn spullen en stond op straat.
Een tijdje later zag ik tegenover het COC in de Rozenstraat een auto staan van die uitgeverij. Ik rende naar de administratie om een dikke viltstift te halen. Met grote zwarte letters schreef ik op de witte auto: “Hier schrijft men niet-Joodverklaringen!” Een man stond naar me te kijken en hij vroeg me in het Engels wat ik deed. Hij bleek een Israëliër te zijn. “We have to put a bomb under the car!” schreeuwde hij. Dat ging me nu net even te ver gezien mijn geweldloze opvoeding. Even later vroeg hij mij wat er binnen in het gebouw te doen was. Ook dat vertelde ik hem. Daarop begon hij te schreeuwen dat het een zonde was. Net waren we nog aan dezelfde kant aan het strijden en nu waren we alweer vijanden.
Mijn principes kostten me heel wat banen: ik weigerde “Geachte heer” te typen als het ook een vrouw kon zijn. Ik vertrok meteen toen bleek dat de moertjes waar ik facturen voor moest typen voor geweren bleken te zijn. Deelde pamfletten uit voor demonstraties op mijn werk bij een keurige bank en weigerde nette kleren aan te trekken. Ik zei tegen mijn chef dat ik zijn driedelige maatpak ook niet mooi vond. Liep mee in een pro-Palestijnse demonstratie, waar opeens een spandoek omhoog ging: “Dood aan Israël” en hup mijn benen weigerden dienst, want dat wilde ik helemaal niet. Alles ligt genuanceerder dan ik dacht.
Het idee van vijandschap blijkt nergens op te slaan. Later trainde ik mensen die me vroeger achterna zaten als ME-er. Die met geweren op het dak zaten van het Paleis op de Dam, terwijl ik aan de overkant voor het kraakpand in de zon zat tijdens de kroning. Het blijken prachtige mensen te zijn. Jaren later kunnen we er meestal om lachen en ik weet nu hoe bang sommigen waren. Het waren ook nog maar jongens en meisjes, net van moeders rokken vandaan en daar stonden ze in de vuurlinies. Ze wisten soms nauwelijks waar het om ging.
Tijdens mijn massageperiode in de Jodenbreestraat masseerde ik de opdrachtgever van de ME-charges en we hadden diepe en vriendschappelijke gesprekken. We hebben alles uitgepraat. Het waren allemaal maar ideeën en vergissingen. De ander is slecht en deugt niet. We kenden elkaar niet en zagen alleen de ME-maskers en de Palestijnse shawls.
Door het masseren leerde ik veel over mensen en hun achtergrond. Het idee dat zakenmensen over lijken gaan bleek voor een groot deel op vooroordelen te berusten. Vanuit de sauna kwamen mensen, zonder make-up en enkel een badlaken om, bij me binnen. Door het uiterlijk kon ik niet meer misleid worden. Zo was er een prostituee die een vakbond had opgericht. Een prostitueemadam leende me een boekje over Boeddhisme en vegetarisch eten. Een bekende politicus vertelde over zijn twijfels en dat hij eigenlijk veel liever fotograaf was geworden. Het werden mensen voor me. Principes zijn prima, toch is het goed om af en toe even te kijken of ze nog gelden. Zijn het niet ondertussen vooroordelen geworden? Ben ik te star? Is het wel zo? Zo langzamerhand heb ik er natuurlijk weer een hoop ideeën bij gekregen. Dus uitkijken geblazen. “Ik weet het niet” is heerlijk om te zeggen. Op het moment dat ik loslaat dat ik iets moet weten, schakel ik over op mijn intuïtie en dat geeft een veel beter resultaat.
Dus ik gooi hier en nu al mijn ideeën overboord en begin helemaal opnieuw! Voel de vrijheid… alsof ik een zware rugzak afzet en kijk weer fris naar de wereld, de mensen om me heen en naar mezelf. Wil het wel regelmatig blijven doen, voor ik het weet zit die rugzak weer vol met principes en die kunnen weer vastroesten.







zondag 9 juli 2023

Tompoezen en Teamwork in Schagen

Laatst gaf ik een training voor bodes bij de Gemeente Schagen. Was twee jaar geleden bij dezelfde groep en wat een plezier om de vrouwen weer te zien. Het ging om een teamwork-training. Voor de gezelligheid zorgden ze voor een tompouce bij de koffie.

We waren flink op weg om aan het spannendste deel te beginnen toen het alarm afging op hun gsm's. Ik dacht een brandoefening, dat gebeurde wel vaker in de loop der jaren bij organisaties. Niemand maakte zich er druk om en meestal ging de training gewoon door. Dit keer merkte ik dat de vrouwen heel serieus met urgente blikken naar beneden stormden. 'Oei', dacht ik... 'echt brand'? Dus ik griste mijn tas mee en rende achter ze aan.

Het bleek dat een vrouw van achtenzeventig gewond voor de deur van het gemeentehuis lag. Ik zag voor mijn ogen het ultieme teamwerk zich ontvouwen. Ze schoten allemaal in hun oranje hesje. De één begon het verkeer om te leiden, de ander vertelde de handhavers die de vrouw overeind hadden gezet dat ze moest blijven liggen, de derde had twee dekens om de vrouw in te wikkelen en warm te houden en in haar andere hand een hartdefibrillator voor de zekerheid, de vierde hield een paraplu boven haar tot de ambulance kwam wat nogal even duurde. Er werd niets afgesproken, ieder nam als vanzelfsprekend haar taak op zich: snel en accuraat.
Tja, daar kan geen training tegen op.



zaterdag 8 juli 2023

Theorie van de theeschotel

Een paar jaar geleden gaf ik een lezing maar had geen flipover of beamer dus pakte ik een theeschoteltje. Na de lezing schreef één van de deelnemers me dat ik naar de WC moest in het Vondelpark. Wat moet ik daar nou? 'Ga nou maar!' schreef ze en nieuwsgierig geworden ging ik en zie... ze had de hele WC volgeplakt met theeschotels.

De kern van het schoteltje is ons ware zelf. De ziel... zonder de beperkingen van gedachten over onszelf of die van anderen. Zonder de overlevingsstrategieën, de wrok, de spijt en nog zo wat kwetsuren die we hebben opgelopen of waar we nog ergens mee rond lopen in het leven. Ons pure zelf, de kern.

De rand van het schoteltje is het ego, het 'dit had niet mogen gebeuren' en 'ik kan dit niet... of juist beter dan de ander...' het 'wie denk je wel dat je bent' en 'Oh, God, waar moet het naar toe met deze wereld?' De onrust, de angst, de onzekerheid, het gekwebbel in ons hoofd. De angstige verliefdheid, de hete gedachten, het afwachten en het slachtofferschap. Het 'ik ben beter of slechter dan de ander...' het beledigd zijn, het beledigen.
Binnen in de kern is er rust, wijsheid, het wonder, de verwondering, de bezieling, Zijn, leven, het avontuur, de moed, de diepe ontspanning en het overzicht, de diepste Liefde, de verbinding met het universum en met alle andere kernen van theeschoteltjes in de wereld.
De kunst is om ons bewust te zijn wie we zijn: identificeren we ons met de rand van het schoteltje of met de kern? Dan kunnen we elk moment een nieuwe keuze maken... wie ben ik, de rand of de kern? Dan uitademen en thuiskomen als het slotakkoord van een symfonie.
Het wordt de laatste jaren zo vaak gezegd: je moet eerst van jezelf houden. Vaak schuurt dat wat in de maag... egoïsme, alleen aan jezelf denken, ikke en de rest kan stikke. Mensen kijken soms wat onzeker als ze het horen zeggen. Hoe doe je dat in Godsnaam van jezelf houden?
De scheidslijn tussen egoïsme en van je zelf houden is dun... waar ligt de balans?
Genoeg mensen die zoveel van zichzelf houden dat ze anderen niet meer zien en zorgen dat ze zoveel mogelijk voor zichzelf binnen halen en daarbij over lijken gaan. Denk niet dat het hier om echte liefde gaat maar om een overlevingsstrategie uit angst niets meer te hebben of niemand te zijn. Net zoals het jezelf uitleveren en altijd voor anderen klaar staan de andere kant van de medaille is en ook een strategie om te overleven die ergens in de jeugd is ontstaan. Velen die daar overspannen van raken. Neem mantelzorgers die zoveel te zorgen hebben voor een familielid of geliefde dat ze het niet meer aan kunnen en geen tijd voor zichzelf over houden.
We hebben allemaal natuurlijk wel es de neiging de éne of de andere kant op.
Om op een gezonde manier van onszelf te houden is het nodig om af en toe stil te zijn. Even van de snelweg van het leven af en alleen met jezelf zijn. Wat heb ik nodig om gezond te zijn, om tijd voor mezelf te hebben, om mijn leven te kunnen leven zodat ik me gelukkig voel in welke omstandigheden dan ook? Als ik goed voor mezelf zorg, kan ik er ook ruim zijn voor anderen.
Merk zelf dat als ik tijd en ruimte organiseer voor mezelf dat ik er daarna makkelijker voor anderen kan zijn. Doe ik dat niet dan ga ik me op den duur irriteren, opgesloten of benauwd voelen.
Zorgen voor jezelf: als ik niet goed voor mijn lichaam zorg dan word ik ziek en is het al helemaal afgelopen met zorgen voor anderen. Als ik niet goed voor mijn geest zorg door mezelf te inspireren met goede boeken, lezingen, interessante gesprekken en films, en mediteer om in mezelf te duiken dan droog ik op en heb ik niets interessants meer te melden.

Als ik niet goed stil sta bij mezelf dan doe ik dingen die ik niet wil doen en die tegen mijn gevoel of geweten ingaan en dat gaat wringen. Als ik teveel meega in wat anderen willen en niet mijn eigen pad volg om anderen te pleasen dan blijkt na een paar jaar dat ik op het verkeerde spoor zat en dat maakt ongelukkig. Dus af en toe letterlijk stil staan maakt dat ik weer weet wat ik wil en waarom ik doe wat ik doe en maak ik nieuwe keuzes die wel bij me passen. Dan hou ik zoveel van mezelf... dat mijn hart er van gloeit en neem ik de hele wereld daar in mee.