woensdag 23 juni 2010

De verdwenen salade

Mijn vriendin zei: “we hebben zaterdag afgesproken met onze vriendinnen ergens aan de Vecht te eten.” “O, leuk”, zei ik want ik vind de Vecht prachtig.
“Het is in een heel speciaal restaurant” zei ze voorzichtig, want ze kent me.
“Hoe speciaal?” vroeg ik achterdochtig…
“Nou met een chefkok en haute cuisine..”
“Toch geen liflafrestaurant?”
Ik hou van lekker volle borden met mogelijkheid tot Vlaamsche friet en een lekker visje. Of iets vegetarisch en liefst nog macrobiotisch… als mijn bord maar vol ligt. Heb ooit eens ergens gegeten voor heel veel geld en daar kreeg ik een vierkant blokje dat aardappel bleek te zijn en een stukje gras mooi gedrapeerd over een lik honing. Kosten vijftig gulden toen nog, waarna we naar de snackbar zijn gegaan om echt te eten.

Mijn vriendin vond het wel spannend om het restaurant te bezoeken en na wat mokken gaf ik me over en we gingen. De ambiance was prachtig en onze vriendinnen zaten al aan de wijn. Ik had ze lang niet gezien en er was veel bij te praten. Dat was wat ingewikkeld want om de haverklap kwam de serveerster ons vertellen wat er allemaal in de gerechten zat. Dat duurde wel een kwartier per gerecht. Het aantal ingrediënten hadden ze weten samen te persen tot vingerhoedformaat. Bij de eerste gang kwamen er inderdaad precies drie vingerhoedjes naast elkaar op een bordje.

De serveerster zei: "links van u is de salade". Ik keek links maar zag niets. Onze vriendin aan de linkerkant zat te knikken maar ik zag bij haar ook geen salade. Links van haar stond een prachtige kast dus ik dacht misschien zit daar de salade in… niets. Ik zei tegen de serveerster: “ik zie geen salade” waarop ze wees naar het linkervingerhoedje. Dat is de salade.

Daarnaast een vingerhoedje van kastanjes gedrapeerd door twee flinterdunne uischilfertjes. En daarnaast een roze vingerhoedje dat zo moezig was dat het niet meer definieerbaar was.

Toen moest er wijn worden gekozen.
Vriendin A was degene die de wijn proefde voor het geschonken werd. Ze is expert op het gebied want ze heeft cursussen gevolgd in Frankrijk. Professioneel zette ze het glas aan haar lippen en nam een slok. Ongeveer drie minuten liet ze de wijn door haar mond gaan. Het hele restaurant viel stil en ik voelde de adem van de serveerster en alle andere aanwezigen stokken. Ook het mijne zat ergens in mijn keel… eindelijk slikte A de wijn door en knikte geruststellend. Het was goed. Als één ademde het restaurant uit. “Dat was spannend”, verzuchtte mijn vriendin. En dat was het ook. Een regelrechte thriller want ik was als de dood dat de wijn terug moest. Dat heb ik van mijn moeder. Die durfde geen mayonaise bij het eten te vragen in een restaurant en we moesten allemaal ons bord leeg eten anders zou de ober boos worden.

Daarna kwam een krab-iets met allerlei ingewikkeldheden erin. Een veeg mayo als kunstuiting er naast gesmeerd op een leien bord. Dat leien bord was een kunststuk op zich. Het krab-iets smaakte precies als huzarensalade uit een pakje en daar had ik het bij moeten laten. Want die krab bleef ergens boven mijn maag steken.

Ik moet zeggen de dorade van vijf centimeter was verrukkelijk en het ronde aardappelachtige ringetje dat er op lag met het gat in het midden was zalig.

Tamme eend was het vierde gerecht. Hoe ze die eend tam hadden gekregen, ik weet het niet. Ze hadden hem waarschijnlijk pootjes leren geven en in huis gehouden. Tot het moment dat de topkok dacht… nu is het moment en hem de nek omgedraaid. Nu lag hij in vijf ministukjes op mijn bord met een piepklein aspergetje, dat mijn vriendin stiekem van mijn bord griste. Ik denk dat ze trek had.

Eigenlijk voelde ik me toen al niet zo goed maar ik vond het zonde om op te geven. Tenslotte had ik mij nog niet vol gegeten en ik vermoedde al dat de rekening niet gering zou zijn.

Uiteindelijk kwam het toetje dat zo dampte van het stikstof dat ik het niet durfde aan te raken. Het bleek koud dus dat viel mee. Boven het enorme rookverspreidende glas lag een piepklein glaasje met chocolade. Daar ging het helemaal mis. Niet alleen omdat ik mijn vriendinnen niet meer kon waarnemen maar ook omdat ik naar buiten moest rennen omdat mijn maag nu wel erg opspeelde.

Jammer, de koffie kon ik niet meer aan en de schaal met prachtige bonbons moest ik laten. Gelukkig had ik mijn humor nog toen de rekening kwam van tweehonderdendertig euro. Het was een aanbieding, normaal was het vierhonderdenzestig, het dubbele. Terug in de auto, racende om snel op mijn eigen wc te kunnen losgaan, zeiden mijn vriendin en ik tegen elkaar: "we hebben wel gelachen voor dat geld."