Het is stormachtig buiten en ik zit lekker warm binnen te fantaseren dat ik door Amsterdam fiets. Ja zo kan het ook. Onze gedachten kunnen overal naar toe als we willen. Het levert een vrolijk ziekenhuisverhaal op, dat is ook mogelijk.
Eerst fiets ik door de Camperstraat waar mijn leven aanving bij de vroedvrouwenschool in 1955. Mijn vader knuffelde een verkeerde baby wat hem een sneer van mijn moeder opleverde: "Is dit mijn lieve kleine Marja???¨ "Nee natuurlijk niet, dat is Judith van Bep die naast me ligt... Marja ligt daar!" In de jaren tachtig was het een kraakpand waar ik wel eens op bezoek kwam bij een studiegenote. Een magisch idee om koffie te drinken op de plek van het begin.
Maar goed ik fiets langs het OLVG waar ik een aantal keren heel gerieflijk lag te herstellen van operaties. Operaties zijn nooit leuk maar wat heb ik een plezier gehad met de verplegers en verpleegsters. Soms diepe gesprekken als ze er even tijd voor hadden en soms grote lol. De operaties ben ik vergeten maar het plezier niet. Naast me lag een Boeddhiste die een tempeltje had gecreëerd op haar nachtkastje en dat leverde interessante gesprekken op. Tegenover me een vrouw die ik vaag kende van de vrouwenbeweging maar haar bezoeksters kende ik goed dus dat was enig.
Een vriend van me werkte als een soort butler bij het OLVG en kwam me in en in keurig gekleed om zeven uur 's morgens de krant brengen. Hij was zo netjes dat ik bijna dacht dat de krant gestreken was. Hij heeft inmiddels een butlerschool in Zuid Afrika. Ik lag er natuurlijk als een slons bij en dat voel je dan nog es extra maar dat gaf niet en we hielden toch van elkaar.
Dan de keer dat ik na de operatie mijn BH niet meer nodig zou hebben. De Surinaamse verpleegster opperde dat ik ritueel mijn BH zou verknippen. Dat hebben we samen gedaan... eerst het ding eens flink in de rondte geswingd en toen de schaar erin. Wat een opluchting. De staf zwaaide me na toen ik naar de operatiekamer werd gereden.
Ach ja na de operatie, ik weet het is geen prettig praatje, moet je je eerste windje melden. Dat leverde een wedstrijd op tussen mijn medezaalgenotes en ik wie het eerste windje liet en kreeg zo de slappe lach terwijl ik met infuus en al naar de wc liep, dat ik op de grond belandde van de pijn in mijn buik. De pijn kan ik me niet herinneren, de slappe lach wel en de verschrikte gezichten van de verpleegsters die dachten dat ik het begaf.
Dan fiets ik langs het oude Slotervaartziekenhuis waar ik terecht kwam met een gebroken enkel. Het was rond Kerst en er was één enkele verpleger die van een uitzendbureau kwam. Er was niemand die hem wegwijs kon maken en hij moest twee afdelingen verplegen. Er lagen twee demente ouderen op zaal die constant krijsten om zijn aandacht en naast me lag een Surinaamse man die me vertelde dat hij in één klap van de heroïne afwas door een ontmoeting met Jezus. Kijk dat zijn nog eens verhalen die de enkel doen vergeten. We lieten ons niet wassen door de wanhopige verpleger want die had het druk zat, we deden het zelf wel.
Toen ik de narcose in ging begon ik te zingen: "Tulpen uit Amsterdam" de anesthesist zong gezellig mee en ik kan je vertellen: als je ooit in narcose gaat: zing je favoriete Amsterdamse lied... dat levert een heerlijke roes op als je weer bij zinnen komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten