maandag 4 november 2024

Chique ontroering

Pieter Hardon ontmoette ik bij de Brahma Kumaris in Amsterdam waar we allebei mediteerden. Hij had mooie ogen en we dronken er na de meditatie een borrel op in de buurt. We vertelden elkaar ons verhaal in tranen en hand in hand. Hij was een VVD-er en een man die ik vroeger geen blik waardig had gegund dus een belangrijk moment in het vervliegen van vooroordelen. 'Het is een man en hij praat!' dacht ik... dat was ik niet zo gewend.

Pieter was trainer en coach wat in die tijd nog vrij nieuw was. Hij zei altijd als hij langs kwam en ik begon over ditjes en datjes: "Marja, geen onzin praten ik wil meteen de diepte in! Ik heb haast!" Pieter werd niet ouder dan vijfenzestig dus nu begrijp ik heel goed dat hij haast had.
Hij stelde voor dat ik ook ging trainen en coachen en werd mijn mentor. Door hem ben ik het vak ingerold. We coachten elkaar en hij nam me mee naar zijn trainingen en naar vakgroepen. Daar gaven we elkaar workshops waar ik heel veel van leerde.

Een paar jaar na zijn dood toog ik naar Lochem om een training te geven aan het personeel van een ouderencentrum. Het probleem was daar dat de staf last had van ietwat arrogante freules en jonkheren die personeel gewend waren en niet altijd even vriendelijk waren. "Meisje ruim die rommel eens op!" Hoe stel je je beleefd doch assertief op. Voor de training kreeg ik eerst een rondleiding door de directrice. Terwijl ze vertelde over de chique komaf van de bewoners begon het me te dagen... dit was het huis waar de moeder van Pieter woonde. Hij logeerde daar vaak.

Voor de training begon vertelde ik het personeel over Pieter en zie: ze kenden hem allemaal! Van schoonmakers tot verzorgers tot directie hij had ze allemaal 'onder handen' genomen om diepe gesprekken mee te voeren. Iedereen had wel een wezenlijk gesprek met hem gehad dat ze nooit vergeten waren. We begonnen met tranen in onze ogen van ontroering en de training ging van een leien dakje. Ik vermoed sterk dat Pieter erbij aanwezig was.


zondag 3 november 2024

Vrolijke Amsterdamse ziekenhuisverhalen deel I

Het is stormachtig buiten en ik zit lekker warm binnen te fantaseren dat ik door Amsterdam fiets. Ja zo kan het ook. Onze gedachten kunnen overal naar toe als we willen. Het levert een vrolijk ziekenhuisverhaal op, dat is ook mogelijk.

Eerst fiets ik door de Camperstraat waar mijn leven aanving bij de vroedvrouwenschool in 1955. Mijn vader knuffelde een verkeerde baby wat hem een sneer van mijn moeder opleverde: "Is dit mijn lieve kleine Marja???¨ "Nee natuurlijk niet, dat is Judith van Bep die naast me ligt... Marja ligt daar!" In de jaren tachtig was het een kraakpand waar ik wel eens op bezoek kwam bij een studiegenote. Een magisch idee om koffie te drinken op de plek van het begin.
Maar goed ik fiets langs het OLVG waar ik een aantal keren heel gerieflijk lag te herstellen van operaties. Operaties zijn nooit leuk maar wat heb ik een plezier gehad met de verplegers en verpleegsters. Soms diepe gesprekken als ze er even tijd voor hadden en soms grote lol. De operaties ben ik vergeten maar het plezier niet. Naast me lag een Boeddhiste die een tempeltje had gecreëerd op haar nachtkastje en dat leverde interessante gesprekken op. Tegenover me een vrouw die ik vaag kende van de vrouwenbeweging maar haar bezoeksters kende ik goed dus dat was enig.
Een vriend van me werkte als een soort butler bij het OLVG en kwam me in en in keurig gekleed om zeven uur 's morgens de krant brengen. Hij was zo netjes dat ik bijna dacht dat de krant gestreken was. Hij heeft inmiddels een butlerschool in Zuid Afrika. Ik lag er natuurlijk als een slons bij en dat voel je dan nog es extra maar dat gaf niet en we hielden toch van elkaar.
Dan de keer dat ik na de operatie mijn BH niet meer nodig zou hebben. De Surinaamse verpleegster opperde dat ik ritueel mijn BH zou verknippen. Dat hebben we samen gedaan... eerst het ding eens flink in de rondte geswingd en toen de schaar erin. Wat een opluchting. De staf zwaaide me na toen ik naar de operatiekamer werd gereden.
Ach ja na de operatie, ik weet het is geen prettig praatje, moet je je eerste windje melden. Dat leverde een wedstrijd op tussen mijn medezaalgenotes en ik wie het eerste windje liet en kreeg zo de slappe lach terwijl ik met infuus en al naar de wc liep, dat ik op de grond belandde van de pijn in mijn buik. De pijn kan ik me niet herinneren, de slappe lach wel en de verschrikte gezichten van de verpleegsters die dachten dat ik het begaf.
Dan fiets ik langs het oude Slotervaartziekenhuis waar ik terecht kwam met een gebroken enkel. Het was rond Kerst en er was één enkele verpleger die van een uitzendbureau kwam. Er was niemand die hem wegwijs kon maken en hij moest twee afdelingen verplegen. Er lagen twee demente ouderen op zaal die constant krijsten om zijn aandacht en naast me lag een Surinaamse man die me vertelde dat hij in één klap van de heroïne afwas door een ontmoeting met Jezus. Kijk dat zijn nog eens verhalen die de enkel doen vergeten. We lieten ons niet wassen door de wanhopige verpleger want die had het druk zat, we deden het zelf wel.
Toen ik de narcose in ging begon ik te zingen: "Tulpen uit Amsterdam" de anesthesist zong gezellig mee en ik kan je vertellen: als je ooit in narcose gaat: zing je favoriete Amsterdamse lied... dat levert een heerlijke roes op als je weer bij zinnen komt.
Ik heb nog vele vrolijke Amsterdamse ziekenhuisverhalen dus dit is het begin.





Koninginne of bruine bonensoep?

Als ik langs het oude filmmuseum in het Vondelpark in Amsterdam fiets, weet dat het nu anders heet maar voor mij blijft het 't filmmuseum, denk ik aan het verhaal dat mijn moeder vertelde over haar familie. Ze had rijke familie voor de oorlog en arme familie. Zij behoorden tot de arme en werden uitgenodigd op de trouwerij van de rijke familie die daar plaatsvond. Dat was me wat. Het bruidspaar kwam aanrijden met een koets met paarden. Ze kregen een diner van hier tot gunder en mijn oma fluisterde mijn moeder in: "Als ze vragen wat voor soep je wil dan zeg je koninginnesoep, dat hoort hier." Ach ja mijn oma uit de Jordaan: als er bezoek kwam kneep ze haar mond ineens deftig bij elkaar en zei: "Dag mefroi" en dan dronk ze haar koffie met haar pink omhoog.

Terug naar het diner:

Bij alle borden stond een keurig naambordje zodat iedereen zijn/haar plaats wist en bij de kinderen stond een pop. Gek genoeg stonden die er niet bij het bordje van mijn moeder en haar zusje Annie. Mijn opa werd woedend en voelde zich gediscrimineerd. Hij was het zwarte schaap van de familie omdat hij met lompen op het Waterlooplein stond. Hij pakte twee poppen van de andere kant van de tafel en zette die bij zijn dochters. "Zo, mijn dochters hebben ook recht op een pop."

De ober kwam en vroeg wat voor soep mijn moeder wilde en ja ze was toen al eigenwijs. Ze vroeg tot grote schaamte van mijn oma een bordje bruine bonensoep, dat was armeluisoep. De ober vond het zo bijzonder dat een kind bruine bonensoep vroeg dat hij mijn moeder op de schouders nam en door de hele tent droeg. Mijn moeder vertelde dit verhaal altijd met trots. "Op mijn vierde liet ik mij al niet vertellen wat ik moest doen en besliste ik zelf." Ze vond zichzelf heel bijzonder en dat was ze ook.

"Ach" vervolgde mijn moeder dan triest: "rijk of arm. ze hebben het allemaal niet overleefd".




Vrolijke Amsterdamse Ziekenhuisverhalen deel II

Mijn carrière in de zorg begon toen ik solliciteerde in het revalidatiecentrum aan de Overtoom. Zal een jaar of achttien zijn geweest. Ik was flink nerveus en stormde binnen, achter de deur zat een dame in rolstoel die ik met de deur een flinke zet van enthousiasme had gegeven waardoor ze naar de andere kant van de hal rolde. Tja, dat zag de dame die me tegemoet kwam. Ze gaf me al snel te kennen dat ik te slordig was en er te slordig uitzag. Dat was het einde van mijn carriere in de zorg. Ach, ze had gelijk, ben een slordig mens.
Mijn moeder lag in het OLVG en na de operatie zag ze opeens het kruis aan de muur oplichten en verloor haar bewustzijn. Haar buurvrouw in het andere bed had het snel door en waarschuwde de verpleging. Daarmee redde ze het leven van mijn moeder en ze zijn heel lang vriendinnen gebleven. Zo levert een operatie een vriendin op en een mini bijna doodervaring.
Ik kwam op bezoek maar ja ik had een spijkerbroek aan en dat vond ze minder leuk... toen ze daar wat van zei ging ik er beledigd weer vandoor. Ze zei altijd: "Mar, je moet je niets aantrekken van wat anderen van je zeggen, blijf jezelf." Daar had ze gelijk in maar spijkerbroeken trok ze niet. Ach, ze had zoveel goede eigenschappen dat ik het haar niet kwalijk kan nemen en ik hield zielsveel van haar.
Jaren later lag ma in het ziekenhuis met een tia. Het ging al snel beter met haar en dan stond ze om zes uur 's ochtends aangekleed, opgemaakt en wel met haar tas aan haar arm op de verpleging te wachten. Niemand zou haar moeten verzorgen, dat kon ze zelf wel. Ze was zo dol op het ziekenhuiseten. Waar de meeste mensen klagen was ze zo dankbaar met het soepje, de boterhammetjes met beleg en de rest. "Ooooh, zalig! Zeg tegen de kok dat ik heerlijk heb gegeten!" Ja, als je in de oorlog honger had waardeer je alles later veel meer.
Werkte een blauwe maandag in het VU-ziekenhuis net als mijn tweeling vriendin
Judith
die een kwartier eerder werd geboren in de vroedvrouwenschool. We hebben een hoop gemeen dus het kan best zijn dat astrologie klopt. Had ik al geschreven dat we er na ons veertigste achter kwamen dat we dezelfde bank in de kamer hadden, dezelfde boeken in de kast, dat ik ooit op de school werkte waar zij op had gezeten, dat zij het éne jaar in de Rai op een beurs stond te masseren terwijl ik langsliep en ik het andere jaar terwijl zij langs liep en oh ja dat toen ik jaren later meeging met een vriend die een massage-examen moest doen en hij op mij mocht oefenen, Judith binnen kwam als examinator?
Tja, het staat in de sterren geschreven.
In het VU-ziekenhuis werkte ik een tijdje als administratieve kracht. Mijn cheffin was een vrouw met één gewone hand en één bionische hand daar kon ze alles mee en snel ook. Ik was vol bewondering. Nu kunnen ze nog veel meer. Zag net nog een filmpje van een man met twee kunstbenen die erbij stond alsof het zijn eigen benen waren. Daar word een mens toch vrolijk van?


Foto: het oude OLVG in Amsterdam



Amsterdamse vrolijke ziekenhuisverhalen deel III

Vrolijke ziekenhuisverhalen deel 3, nou ja en twee over een zorgcentrum.

Op de fiets in de sneeuw naar Station Zuid met een zware rugzak op met mappen. Ik moest examens afnemen. Op de Stadionweg gleed ik uit en lag languit, wilde opstaan maar dat lukte niet. Te veel pijn. Een lieve vrachtwagenchauffeur en een dame hielpen me op en tja, ik kon niet verder. De dame bracht me naar huis en ik moest naar de VU. Een heel rijtje mensen die gevallen waren en iedereen mocht weer naar huis maar ik moest geopereerd. Ik belde naar mijn opdrachtgever en vroeg of de deelnemers van het examen naar het ziekenhuis konden komen. "Sodemieter op!" zei de Amsterdamse coördinatrice vriendelijk: "Geef je er nou maar aan over en ik regel het wel!" Wist dat de deelnemers niet meer te bellen waren, ze kwamen uit Limburg, Groningen en ik voelde me schuldig.
Na de operatie kwam ik bij door een zachte stem. "Mevrouw Ruijterman, wakker worden!" "Nee, ik ben aan het werk en neem examens af, niet storen!" Het duurde een tijdje voor ik bij zinnen was en het los kon laten. Door die gebroken enkel kreeg ik een groep in Amsterdam in plaats van Groningen te trainen en in die groep ontmoette ik een jongeman die mijn buurman werd en was ik getuige op zijn huwelijk. Van het één komt het ander.
Een andere keer kwam ik bij van een operatie in het OLVG die me minder goed afging. Ik was doodmisselijk en mijn moeder stond boven me te zwaaien met een chocoladeletter. "Kijk eens wat ik voor je heb?" "Ma, ik ben misselijk!" "Dat is toch lief dat ik een chocoladeletter voor je heb?" Ben bang dat ik iets minder vriendelijk was maar later weer goed gemaakt hoor.
In het ouderencentrum in Watergraafsmeer waar ik een training gaf had ik een uur pauze. Heerlijk even tot mezelf komen tussen de bedrijven door. Iemand vertelde me dat er eten voor me was in de eetzaal. Ik ging op zoek naar een zaal voor personeel. Die bleek er niet te zijn. Er was een tafel gedekt tussen twee dames van ongeveer vijfennegentig. Mijn eerste reactie was: Verdorie… ik wil even bijkomen in mijn eentje met een krantje. De tweede reactie: Ach, wat geeft het, ’t heeft ook wel wat en het is ook leuk een praatje met de bewoners.
Eén van de dames keek me woedend aan en liet me meteen weten dat ze moeilijk kon horen en moeilijk kon zien. Ik vroeg haar waarom ze zo boos keek. Ze vertelde dat ze drie maanden in het huis was en hier helemaal niet wilde zijn. Het kon niet anders. Thuis kon ze niet meer blijven wonen. Ik begreep haar woede heel goed.
De bijna doof blinde dame schreeuwde me toe dat ze de laatste uren veel te verwerken had. Ik schreeuwde terug: “Wat is er aan de hand???” Ze mocht niet meer zitten waar ze zat. Ze moest vanaf morgen bij het raam zitten. Dat was weer wennen aan iets nieuws en daar hield ze niet van. Deze tafel kende ze nu eenmaal. Ik vroeg of ze de mensen aan die andere tafel niet kende… dat deed ze wel maar ze wilde toch liever aan deze tafel blijven zitten.
Toen de medewerker langs kwam wilde ik wel de advocate van de dame zijn: “Waarom moet die mevrouw daar gaan zitten?” De man antwoordde dat dat helemaal niet hoeft. Hij had alleen geopperd dat, als ze wilde, ze ook bij het raam kon gaan zitten. Ze mocht ook blijven zitten waar ze al zat. Ik schreeuwde: "U mag hier gewoon blijven zitten...". Schreeuwt ze terug: “Nee… ik wil bij het raam!!” Het is een hele kunst goed te begrijpen en te blijven luisteren, een vak op zich! Hoorde dat het zorgcentrum is gesloten, hoop dat de dame heeft kunnen wennen op haar nieuwe plek.
Bij een ander zorgcentrum hartje stad vroeg een dame van ongeveer tegen de honderd tijdens de pauze: "Ik hoor dat u een agressietraining geeft, nou ik kan u wel aan hoor!" Ze greep me bij mijn kladden en we vochten een tijdje op de gang tot ze me kietelde en ja toen had ze gewonnen. De hele staf en de bewoners om ons heen lagen dubbel. Triomfantelijk liep ze weg.



Mijn moeder in het COC

Mijn moeder vond het verschrikkelijk dat ik op vrouwen viel. Ik vertelde het haar op mijn zestiende. We hadden er vreselijke ruzies over die steeds terugkwamen. Ze had altijd gezegd: "Mar, je moet je niets aantrekken van wat anderen vinden en je eigen leven leven." Dit ging haar te ver. Het was haar wezensvreemd. Ze kraakte mijn vriendinnen zo af dat ik mijn best moest doen om daar niet in mee te gaan.
"Wat heeft ze een raar nekkie" en dan zag ik het ook ineens, hoe groot mijn verliefdheid ook was.
Na acht jaar schreef ze er een gedicht over. Mijn vader reageerde: "Ach, als je maar gelukkig bent. Ik dacht het al aan de manier waarop je je jas dicht knoopt." Heb nooit begrepen hoe ik mijn jas dicht knoop maar mijn geliefde begrijpt hem wel.

Er werd een moeder dochter-avond georganiseerd door het COC en ja hoor ze ging mee. Mijn vader ook want ze gingen overal samen naar toe maar hij mocht niet naar binnen. Het was hartje Amsterdam, mijn vader ging nooit naar café's en hij heeft de hele avond op de gang zitten wachten.

Mijn moeder had ook hier het hoogste woord en begon haar gedicht voor te lezen. Ik schaamde me dood en verstopte me onder de bar. Iedereen vond het prachtig en ze kreeg applaus. Daarna gingen we dansen. Een vrouw stapte op mijn moeder af en vroeg haar ten dans. 'Oh God, nou zul je het hebben.
Mijn moeder stond op, keek naar me met een blik van: ik laat me niet kennen en danste een quickstep met de vrouw al worstelend wie hier de leiding nam. Die liet ze zich niet uit handen nemen en de vrouw ook niet. Mijn moeder en ik raakten aardig teut en het werd steeds gezelliger. Toen het afgelopen was kwamen we de hal in en daar zat mijn vader trouw te wachten. Samen liepen ze naar de tram. Realiseer me nu dat ik 'm niet eens een drankje ben komen brengen.

Het gedicht werd in het COC-krantje geplaatst. Ik was het kwijt maar iemand heeft het opgeduikeld tot mijn grote verrassing. Toen vond ik het vreselijk maar nu ben ik zo trots op haar.

“Ma, ik ben lesbisch”, zegt je kind.
Je komt terecht in een labyrint.
Je kind heeft dat jaren opgepot.
De homofielen hebben zich altijd verstopt.
Anno 1972 werd daar nooit over gesproken,
daarom voel je je op dat moment gebroken
als je kind zegt: ik ben homofiel
word je getroffen in je ziel.
Later jaren ga je begrijpen
als je verdriet wat gaat bezwijken
dat je kind heeft moeten vechten
voor haar gevoelens en haar rechten
en dat je kind helpt meevechten
voor een anders kind haar rechten.
Zodat een ander niet hoeft te vechten
en rustig kan zeggen met hun ziel:
“Ma en pa ik ben homofiel”.
Want je leert je kind om eerlijk te zijn
en als ze eerlijk toegeven aan hun gevoelens dan doet het je als ouders pijn.
Dat is toch te gek om los te lopen.
En daarom is het in de toekomst te hopen
dat mensen zich niet meer hoeven te verstoppen
en hun gevoelens op te kroppen.
En dat alle homofielen vechten voor hun rechten.
Dat in het jaar tweeduizend
een ouder niet ontluistert als een kind zegt: Ik ben homofiel
De ouders dan blij kunnen zijn in hun ziel.
Mevrouw Ruijterman




Mijn oma en mystieke ervaringen

Mijn oma was op haar dertiende dienstmeisje bij 'voorname' mensen in Amsterdam. Zelf groeide ze op met een grote familie in de Jordaan. Het was een schat en ik zag haar altijd als lief maar een beetje dom. Als we bij haar logeerden haalde ze me midden in de nacht stiekem uit bed en liet haar zelfgebakken appeltaart proeven met een heleboel slagroom. "Niet tegen je moeder zeggen hoor". Ze sprak Amsterdams met heel veel fouten. (Ik ook maar dat had ik nog niet door...). Ze loodste haar twee halfjoodse kinderen door de oorlog heen en hield ze in leven ondanks de honger. Na de oorlog opende ze een winkeltje op de ten Katemarkt in Amsterdam, kocht oude meubels, lapte ze op en verkocht ze weer. In die tijd heb ik haar niet meegemaakt. Ze trouwde opnieuw met een man die bij de Eternitfabriek werkte en verhuisde met de fabriek mee naar Goor in Overijssel. Tja, mijn oma sloeg met de mattenklopper in de tuin de asbest van mijn opa's overall. Dat deden ze allemaal. De meeste mensen in de straat werkten bij de fabriek, kregen kanker en mijn opa stierf net na zijn pensionering en mijn oma stierf niet lang daarna, maar dat is een ander verhaal.
Zoals ik al schreef ze was lief en ik vond haar wat dommig. Als er een vreemde binnen kwam trok ze een keurig mondje en zei: "Dag Mefroi..." dat vond ze chique. Toen we een keer in een restaurant zaten vroeg ze aan de ober of ze mocht helpen afwassen. Ze meende het echt... dat vond ze fijn. Ze was liever de afwaster dan de restaurantbezoekster. Als een marktvrouw met een hoedjes stand niet goed verkocht, ging ze op de stand staan en zong: "Wat vind u nu wel van mijn mooie hoedje, mevrouw... " en dan verkochten ze alle hoedjes. Ze vertelde af en toe dat ze Jezus had gezien en ik nam het niet serieus... "Ja hoor, oma" reageerde ik dan. Eén keer nam ik haar in de maling. Ik was een jaar of veertien en sprak haar na. Ze draaide zich om, keek me recht aan en zei: "Ik heb je wel door... je denkt dat ik dom ben... nou wacht maar... neem me maar in de maling! Ik ben slimmer dan je denkt!" Het bloed trok uit mijn gezicht weg en schaamde me diep. Weet niet meer of ik mijn excuses heb aangeboden. Daarna was ze weer haar lieve zelf. Op haar sterfbed kwam de priester om absolutie te geven. Ze zei: "Dat hoeft niet, ik ben al in contact met God!" Die oma van mij was zo dom niet. Integendeel!
Laatst was ik bij een lezing die ik nogal saai vond tot de man vertelde dat hij een mystiek moment had beleefd. Ik dacht nu komt het... maar hij dwaalde af naar voor mij saaiere zaken en ik vroeg op een gegeven moment "Wat gebeurde er tijdens die ervaring? Hoe voelde dat?" Iemand zei: "Bij de vorige lezing vroeg ze dat ook al." Dat is zo, degene die de lezing toen hield sprak op scholen met kinderen over God. Op mijn vraag hoe haar eigen ervaring was zei ze resoluut terwijl ze haar hand op 'ho'-stand naar me toe hield: "Dat is privé!"

Later vroeg iemand me waarom ik dat wilde weten. Dat was toch een heel intiem moment dat je niet zomaar op tafel gooit. Tja, toen moest ik denken aan mijn oma. Waarom heb ik nooit doorgevraagd. Nu zou ik dolgraag haar verhaal willen horen over hoe ze Jezus had ontmoet. Te laat. Dus nu vraag ik het aan iedereen die zoiets heeft meegemaakt. Het zijn de openingen naar het Licht die we broodnodig hebben. Zelf kan en wil ik, net als mijn oma en mijn moeder, mijn mond niet houden over mijn spirituele ervaringen en ik heb het geluk dat de meeste mensen wel luisteren.

Lieve oma Christien, hierbij alsnog mijn welgemeende excuses! Als ik je ooit weer ontmoet zal ik met volle aandacht naar je luisteren.


Vond tot mijn verbijstering gisteren deze foto van mijn oma:





Meditatie of polonaise?

Was laatst bij de Nieuwe Yogaschool in de Laurierstraat en het was weer oergezellig. Tientallen jonge, slanke mooie vrouwen met lang haar (alsof ze het hebben afgesproken) schrijden langs op lange benen, soms diep in zichzelf gekeerd omdat ze net een yogales kregen. Nu doe ik niet aan yoga omdat ik daar te lui voor ben en al die bewegingen me te ingewikkeld zijn maar de koffie en de suikerloze haverkoek zijn heerlijk en ik zit daar puur voor de gezelligheid. Heb wel jarenlang Raya-yoga gedaan maar daar hoefde ik alleen voor te zitten, dat scheelt. Samen met een eveneens grijze vriendin zaten we genoeglijk te praten over ons leven en de dood, toen mijn pen viel. Nou ja dan duik ik toch even lenig onder de tafel, tenslotte ben ik een flink aantal kilo afgevallen de laatste jaren.

Tja, zo makkelijk ging dat niet. Voor ik het wist zat ik half onder de tafel vast en kwam niet meer overeind. Het duurde zo'n tien minuten voor ik mezelf weer op mijn stoel had gehesen onder de ogen van al die lenige vrouwen en mannen. Met bovenmenselijke inspanning en met de slappe lach, waar we niet meer van bij konden komen, kwam ik weer boven tafel. Iemand opperde om toch maar een lesje te volgen maar ik weiger. Mezelf onder tafel lachen met een ingewikkelde pose blijft toch leuker dan het in de les te doen.
Dit schreef ik een paar jaar geleden over dezelfde plek: Er was verleiding genoeg onderweg naar de meditatie in de Laurierstraat. Eerst kwam ik langs het Jordaanfestival en mijn Jordanese genen speelden op en wilde de polonaise dansen met de liederen van Johnny Jordaan... maar ja die bierwalmen hielden me tegen en ik verlangde naar schone zuivere lucht. Toen kwam ik langs mijn vroegere vrouwencafé waar ze ook aan het zingen waren. Even kijken of ik een bekende zag en ja hoor en nog iemand... ik zong even mee en daar stond ik voor de keuze: smartlappen zingen of meditatie?
De meditatie trok toch het meest en ik was een uur stil. Tijdens de meditatie bedacht ik me dat zingen ook meditatie is. Of het nu smartlappen zijn of mantra's het doet iets met je en er vibreert iets. Weet niet of elke meditateur het met me eens is: weet wel zeker van niet... maar het is een interessante gedachte. Iedereen zat op de grond en ik dacht op een kussentje moet kunnen.
Na een kwartier kussentje op, kussentje af... iets meer druk op de billen en dan weer op de rug: ik zat tegen een radiator aan, dacht ik: dit hoef ik mezelf niet aan te doen. Er zijn strenge meditaties waarbij je juist door de lichamelijke pijn heen moet als je uren in één houding zit maar ik heb lang geleden besloten niet onnodig pijn te lijden en zeker niet vrijwillig. Dus ik stapte op. Buiten kwam ik weer in het feestgewoel en ja hoor van de stilte naar tante Leen: 'Ik ben moeders mooiste niet, maar dat doet me geen verdriet...' kijk dat waren nog es levenslessen!





Mijn connectie met het Engelse koningshuis en het suikerklontje

Mijn connectie met het Engelse koningshuis gaat terug naar mijn twintigste jaar. Ik werkte in Londen in een jeugdherberg en daar zou Prinses Margaret op bezoek komen. Men geloofde het niet maar ik heb daadwerkelijk meegeholpen met nieuwe gordijnen naaien voor de Prinses zou komen. Het bewijs heb ik nog niet zo lang geleden gevonden. Hoop dat Margaret niet te dicht langs de zomen is gelopen want ik kan niet garanderen dat het helemaal goed is gegaan. Het is ook de laatste keer dat ik ooit iets genaaid heb. Nu ik er zo over denk was het ook de eerste keer.

Jammer dat ik net voordat Margaret onze jeugdherberg zou bezoeken enorme ruzie kreeg met de directeur waarop ik meteen mijn biezen pakte. Het ging om een suikerklontje maar ja je moet principieel blijven ook als het om een suikerklontje gaat als je gelinkt bent aan het Engelse koninklijk huis.

Het bijzondere komt nog... waarom nou dat suikerklontje? Wij werkten in de keuken en er kwam net een Franse vrouw logeren die bij ons zou komen werken. Nu was ze nog gast en de week erop zou ze in dienst komen. We hadden twee soorten gasten: met ontbijt en gasten die hun eigen ontbijt klaar maakten in een aparte keuken. Bij de gekochte ontbijttafels stonden potjes met suikerklontjes. Deze vrouw pakte een suikerklontje van de tafel en er ontstond een enorm gedoe want onze chef had het gezien en ontzegde haar de toegang tot de jeugdherberg en haar pasje werd ingetrokken zodat ze geen lid meer was.

Woedend waren we, mijn collega's en ik, en gingen verhaal halen bij de directeur. Die weigerde de vrouw haar pasje terug te geven en ze mocht natuurlijk al helemaal niet meer komen werken. "She is a thief!" zei hij onverbiddelijk. Ik was zo kwaad dat ik mijn rugzak pakte en meteen vertrok. In de binnenstad van Londen kocht ik een ticket voor de boot terug naar Nederland en met woede in mijn lijf ging ik ergens in een café koffie drinken.

Ik zat een tijdje te stomen toen de ober op me af kwam: "Mevrouw er is telefoon voor u!" Dat kan niet antwoordde ik "Niemand weet dat ik hier ben." "Het is toch echt voor u, bent u Marja?" "Ja, dat klopt." "Dan is er toch echt telefoon voor u." In verwarring liep ik naar de telefoon, nog zo'n ouderwetse aan een draadje. Het was mijn collega July. Ze zei: "Marja, verroer je niet we komen naar je toe." Na een uurtje kwamen ze er met z'n allen aan. Een collega die, voor zover ik wist, in Amerika zat. Ze was toevallig net teruggekomen. Mijn vriendin Mara, die toevallig net langs was gekomen om me te bezoeken, wat ze nooit deed.  Nog twee collega's en July zelf. Ik vroeg verbijsterd hoe ze wisten dat ik daar zat in het midden van de stad tussen honderden café's. Ze glimlachte geheimzinnig en ze heeft het me nooit verteld. Ik heb haar nog wel eens gezocht af en toe via facebook maar nooit meer gevonden.

Hoe is het mogelijk, daar zat ik met al mijn lieve collega's en vriendin koffie te drinken voor ik de bus zou pakken en met de boot terug zou gaan. Het was hartverwarmend en blijft een mysterie.

Holland House Jeugdhotel Londen:


zaterdag 2 november 2024

Einstein en rommeltassen

Daarnet zag ik een filmpje over stringtheorie en in dat filmpje lieten ze het bureau van Einstein zien. Eén van de meest bekende geleerden van de wereld met zo'n bureau? Moest denken aan een lezing die ik mocht houden over 'hoe je kinderen kunt helpen zelfvertrouwen te krijgen' op een groot college aan ouders en docenten. Na de lezing mochten mensen vragen stellen. Eén van de moeders vroeg: "Wat moet ik doen? Mijn dochter heeft altijd een enorme rommel in haar tas. Ik erger me er zo aan, dat is toch niet normaal?" Ik antwoordde: "Bereid u er op voor dat uw dochter haar hele leven een rommeltas zal houden en u zult zich uw hele leven blijven ergeren."

Ik vroeg aan de zaal hoeveel mensen een rommeltas hadden. Vele handen gingen omhoog. "Wat is uw beroep?" vroeg ik verder. De één had een eigen bedrijf, de ander was docent en ja ook de directeur van het college was een rommelaar. Het bleek dat een rommelige tas niet hoeft te betekenen dat je niets kan bereiken in het leven. De moeder moest er zelf om lachen en ik hoop dat het haar hielp tegen het ergeren. Als ik het toen had geweten had ik het bureau van Einstein als voorbeeld genomen. Dus rommelaars, zoals ik, rommel lekker door. Het zegt niets over je intelligentie.



Jomanda en de energie van mijn moeder.

Ma was er van overtuigd dat ze helende handen had. Als pa hoofdpijn had dan legde ze haar handen op zijn hoofd en ja hoor: weg hoofdpijn. Dan was ze zo enthousiast dat ze uren doorging over hoe helend haar handen waren waardoor de hoofdpijn weer terugkwam. Dat was helaas een bijverschijnsel. Ze had menig buur van pijn af geholpen. Op een dag zei ze tegen de buurvrouw die ze amper kende: "U zit op de WC en u huilt want u heeft veel verdriet en niemand mag het weten." De buurvrouw was verbijsterd... het klopte.
Later toen ze hield ze haar hand op de knie van de buurvrouw en ja hoor de pijn was weg waardoor de buurvrouw elke dag naar boven kwam voor een heling wat ma wat te veel van het goede vond. Hoe assertief ze was, ze durfde niet te zeggen dat het haar te veel was.
Zo zei ze ooit toen ik plotseling met een stel vriendinnen op oude jaarsavond langs kwam om mijn ouders te verrassen tegen één van hen: "en jij bent de eenzaamste!" Ach, ze had gelijk maar de stemming was verpest want de vriendin was totaal overstuur. Het is mooi als je meer kunt zien als een ander maar je moet er ook wat taktisch mee kunnen omgaan.
Ma vond Jomanda geweldig en voelde zich verwant want tenslotte kon ze ook mensen helen dus we togen naar Tiel. We keken raar op van de mensen die op de grond kronkelden of rolden en kreten uitsloegen terwijl anderen aan de patat zaten. Opeens kwam een vrouw als een slang over de grond naar haar toe gekropen en greep mijn moeders enkel vast. Ma schrok zich bijna dood en wilde haar wegschoppen. Een vrouw kwam naar mijn moeder toe: "Mevrouw, laat haar maar, dat heeft ze nodig." Ma zat wel twee uur met die vrouw aan haar been gekluisterd. We kregen de slappe lach. Toen het klaar was en de vrouw weer ging staan bedankte ze mijn moeder. Later zei ma: "Ik heb die vrouw zo geholpen met mijn energie." Trots vertelde ze ons haar triomf terug in de trein naar Amsterdam. We hebben het verhaal nog vaak mogen beluisteren tot ze het niet meer kon vertellen dus nu doe ik het voor haar.




De verjaardag van mijn moeder

Zes april was mijn moeder jarig. Ze was een ram en wat voor één. Elk jaar kwam ik op haar verjaardag en nam een cadeau mee. Kan me nog het eerste cadeautje dat ik haar gaf herinneren. Denk dat ik een jaar of vijf was. Ik had bij de Hema een plastic tulp gekocht. Ik dacht dat is makkelijk: die kan nooit doodgaan en je hoeft hem geen water te geven. Mijn moeder zei heel duidelijk: "Marja, dat is een valse tulp en alles wat onecht is is lelijk." Oei, het schaamrood op mijn wangen en ik heb vanaf die dag een hekel aan valse bloemen gekregen. We vierden meestal met zijn drietjes feest, zowel de Kerst als Oud en Nieuw als de verjaardagen.

Het kwam altijd uit.. mijn moeder kocht het cadeautje, mijn vader pakte het in, mijn moeder gaf het aan mijn vader zodat hij het haar weer gaf.
"Ach, wat lief... Oooooh, wat fijn!... eau de cologne??? Precies wat ik wilde, dat je dat wist... mmmmmmm" en mijn vader bloosde en dan kreeg hij een zoen op zijn wang. Op één of andere manier kon ze het niet voor zich houden en vertelde ze later waar ze het had gekocht.

Dan zaten we genoeglijk aan het gebak en er stond van alles op tafel en ma zei: ''Neem nou nog wat... dat je niet zegt dat ik niets neer heb gezet, want zo ben ik niet, wij van Dresden zijn heel gastvrij en zetten alles op tafel! Neem nou wat!!!".  Dan vertelde ze voor de zoveelste keer al haar verhalen. Soms baalde ik omdat ik ze al honderden keren had gehoord en ik dacht aan mijn vader die het al zeker duizenden keren moest hebben gehoord. Dan haalde ik diep adem om de irritatie er uit te ploffen en heel af en toe durfde ik te zeggen: ""Ja ma, dat heeft u al verteld" en dan antwoordde ze bits en ik had het kunnen weten: "Jij vertelt ook wel eens wat dubbel en daar zeg ik ook niets van!"

Vaak dacht ik dat het niet werkelijk zo kon zijn dat mijn moeder was zoals ze was. Vriendinnen zeiden: "Mar, je moet het opschrijven, want straks ben je het vergeten..." Daar ben ik nu heel blij mee. 

Laatst keek ik met een vriendin naar één van de filmpjes die ik opnam ongeveer zeven jaar voor mijn moeder stierf. Ik wilde haar interviewen om te bewaren. Ik vond het geweldig dat ze het wilde zien. Het leek bijna of zij en mijn moeder met elkaar spraken. Alsof ik er tussen zat. Ma kon toen nog een verhaal van het begin tot het eind vertellen... nou ja eind... het eind kwam toen het bandje op was. Ze had nog uren door kunnen gaan. Ik hoefde mijn moeder geen vraag te stellen. Ze vertelde maar door en door. Af en toe vroeg ze even: "Goed hè... vind je het goed? Ja hè?" en dan ging ze door. Ik had nog wel uren op kunnen nemen en vind het jammer dat ik dat niet heb gedaan. Aan de andere kant ben ik dolgelukkig met de filmpjes die ik heb. Zoveel jaar na haar overlijden kijk ik er weer anders naar en zie ik de bijzondere vrouw die ze was: met haar verborgen verdriet en bitterheid die af en toe te voelen en zichtbaar zijn maar ook haar wijze woorden en humor.



We vonden laatst dit portret van mijn moeder. Ze werd ooit getekend door een student van de Rijkskunstacademie.





vrijdag 1 november 2024

Het verschil tussen liefde en Liefde

Er is een groot verschil tussen liefde en Liefde die ik in mijn leven ervaar. Mijn kennismaking met liefde met kleine l waren in het begin onmogelijke verliefdheden op mensen die ik op een voetstuk zette en waar ik tegen op keek terwijl ik mezelf als nietig wezen tegenover zette. Mijn verlangen om zo te zijn als die ander was immens groot. Dat en mijn lustgevoelens raakten in grote verwarring. Doodongelukkig om verwijdering en afwijzing en zielsgelukkig als ik een handreiking kreeg al was het nog zo weinig. Een kinderhand is gauw gevuld. Ik was er van overtuigd dat dat liefde was.  

Tot ik op een dag in 1988 een tik van het universum kreeg. Hoe het werkte weet ik niet en wat het was God of de bron in mezelf? Geen idee… wat ik wel weet is dat ik vanaf die dag een Liefde in me voelde stromen. Liefde die door alles heen ging en die niets meer te maken had met  verliefdheid of jij een beetje meer liefde dan de ander of met wat voor voorkeuren van mensen dan ook. Het was alsof er een tsunami van Liefde door me heen spoelde die iedereen die ik tegenkwam meenam. Het gaf een totaal ander beeld van mezelf en van mijn omgeving en van de blik waardoor ik naar de wereld keek. Ik ontdekte mijn innerlijke grootsheid en die van anderen in het diepst van onszelf. Het verbond me met alles en iedereen en het maakte niet meer uit hoe men er uitzag, wat men deed… het was en is allesomvattend.  

Het is daarna nog een aantal keren gebeurd en ik heb nog steeds zo’n tik waar niet iedereen me in begrijpt. Dat geeft niet want zo zou ik vroeger ook hebben gereageerd: “Mar, je bent een zwever, naïef, niet op de aarde”.  Het geeft niet want ik merk ook dat het mensen trekt en voor mij is het belangrijk om door te geven wat ik ervaar. Ik zie zoveel mensen worstelen met ingewikkelde verliefdheden en onvervulde verlangens en ik weet dat we net onder de oppervlakte, helemaal niet zo ver weg dat het niet te bereiken zou zijn, de Liefde kunnen ontdekken. Wat helpt is enige naïviteit, open staan en verwondering voor de wereld. Naïviteit kan een valkuil zijn maar ook een zegen.
Ingrid Lijesen die een aantal jaar geleden stierf vertelde dat zij een dergelijke ervaring had terwijl ze onder een vrachtauto lag en ze haar uit haar auto bevrijdden. Er zijn veel meer mensen met dit soort ervaringen dus ik ben hier niet uniek in. Ik ken inmiddels heel wat mensen die dit op één of andere manier hebben ervaren en ook heel wat die er net tegen aanzitten en het ergens wel voelen maar nog met het woord maar in hun maag zitten… ja maar als het eigenlijk toch niet… ben ik wel… zullen ze niet denken dat enz. Juist dat soort gedachten houden ons in de ego-stand en blokkeren onszelf van wie we werkelijk zijn.

En nu: de liefde die ik voel voor mijn vriendinnen, vrienden en familie: Dat is een liefde die verwarmd en soms ook pijn doet als er misverstanden zijn. Wil niet zeggen dat ik het altijd goed doe en maak soms in de communicatie flinke fouten en word regelmatig op mijn vingers getikt door de mensen om me heen.
Wat er veranderd is: de eenzaamheid is totaal opgelost omdat het een vergissing bleek te zijn en alleen maar een gedachte die emotie met zich meebracht.  De eenheid is volmaakt in de diepste regionen van de Liefde en daarin is niemand uitgezonderd. Er is geen gevoel van minderwaardigheid of meerderwaardigheid. Wel van totaal gelijk  aan iedereen en toch uniek

Wat heel bijzonder is: er is Liefde voor de ingewikkelde en pijnlijke (ver)liefdespogingen van vroeger met alles er op en d'r aan. Alles hoort erbij en omarm ik. Het hoort er allemaal bij. Uiteindelijk lost de liefde op in de Liefde. Het is energie en we maken er allemaal deel van uit.




Een hoopje ellende

Als een hoopje ellende zat ik te huilen bij de therapeute op de bank. Ze zei: "Stap er eens uit en kijk eens naar jezelf." Tot mijn verbazing stapte ik uit mijn lichaam en zag dat zielige hoopje mens voorovergebogen zitten. Heel klein en miezerig. Ikzelf was vrij... totaal vrij! "Stap nu weer terug" zei ze. "Ik kijk wel uit" antwoordde ik en bleef vrij.




Uit: 'Gedachtenkracht'