Friday, November 29, 2024

De laatste tunnelevacuatietraining

Dit schreef ik zes jaar geleden

Het is bijna zover... de laatste tunnelevacuatietraining. Heb het nu zo'n vier jaar gedaan, nog vier groepen en dan is het voorbij. Zo'n tweehonderd trainingen gegeven aan machinisten, hoofdconducteurs en treinmanagers bij de Thalys.
Wat te doen als je met je trein in een tunnel staat en er breekt brand uit of er is rookontwikkeling? Toen ik werd gevraagd dacht ik natuurlijk 'wat weet ik nu van treinen en tunnels?' Gelukkig wist ik wel wat van hoe je jezelf rustig kunt houden in een hectische situatie en hoe je kunt communiceren dus dat was al wat. Zag mezelf niet over de ins en outs van tunnels en treinen praten en nu kan ik een trein wegrijden... nee hoor dat is overdreven.
De eerste keer dat ik de training gaf en vertelde dat ik ZZP-er ben en geen echte NS-er vroeg een Amsterdamse hoofdconductrice me:
"Wie denk jij dat jij bent dat jij deze training aan mij kunt geven?" 'Uitademen Marja' dacht ik... en dat hielp om niet cynisch te worden of me klein te gaan voelen. "Je hebt gelijk, dat vraag ik mezelf ook af. Laten we beginnen en als ik gekke dingen zeg dan vertel je me dat meteen." Aan het eind kwam ze me huggen en gingen uit elkaar als vrienden. Ik zei idd gekke dingen zoals 'passagiers' en het moest 'reiziger' zijn en nog zowat... ik leerde snel en voor ik het wist had ik het over ventilatie en hoogspanningskabels en treinen ombouwen alsof ik nooit anders had gedaan.
De mensen kwamen vaak met tegenzin en lange gezichten. Ze wilden bewegen en lekker op de trein bezig zijn en niet zo'n hele dag binnenzitten. De meesten hadden deze training al drie keer gehad omdat ze elke drie jaar de boel weer moeten opfrissen. Een hele uitdaging en het lukte me bijna elke keer weer om er een gezellige boel van te maken waar ook nog wat informatie werd opgefrist. Er werd me aan het begin verteld dat machinisten stil zijn en moeilijker aan het praten te krijgen en de hoofdconducteurs praten te veel en zijn moeilijker stil te krijgen. Het viel allemaal mee en het bleek een misverstand. Tussen de bedrijven door hadden we prachtige gesprekken over het leven.
Wat waren het bijzondere ontmoetingen met mensen die zoveel meemaken op de trein. Evacuaties om allerlei redenen, mensen die voor de trein springen, geweld, verbaal geweld, dronken voetbalsupporters. Denk er eens aan als je gecontroleerd wordt en de neiging hebt de conducteur voor vanzelfsprekend te nemen.
Het is prachtig om te zien hoe solidair mensen zijn als één van hen iets overkomt of een van hen het te kwaad krijgt. Wat wel eens gebeurde als er net een grapje teveel werd gemaakt over een gevoelig onderwerp. Meteen alle collega's om hen heen zowel de mannen als de vrouwen.
Een vrouw vertelde dat ze iets heftigs meemaakte op een perron en al bloedend rondliep om nog van alles te regelen. Een collega bleef bij haar en hielp waar hij kon alleen wist ze niet wie het was. Van de zenuwen had ze niet naar zijn gezicht gekeken. Een man aan de andere kant van de zaal riep: "Dat was ik!" Het leek een slow motionfilm hoe ze naar elkaar toe renden en elkaar omhelsden. We zaten allemaal met tranen in onze ogen.
Er zijn medewerkers die er van alles naast doen zoals: mediums, zangers in restaurants, wapenverkoop, bed and breakfast runnen, duurzaam tuinieren, schrijvers en mensen die cabaretier hadden willen worden en het vak nu uitoefenen op de trein en op deze manier mensen aan het lachen krijgen. Ze waren van alle leeftijden en kwamen van over de hele wereld. De NS doet niet aan leeftijd- of andere discriminatie. Hoorde dat ze laatst een zestiger hebben aangenomen als hoofdconducteur.
Het is goed dat het nu stopt... de trainingen voor dit jaar zitten er weer op en er staan weer andere uitdagingen op me te wachten. Het waren boeiende jaren.



Wednesday, November 6, 2024

Step into a world of color

So many people have memories of the early days of the lesbian camp; gay emancipation. Gaykrant welcomes these valuable recollections. Marja Ruijterman, born in 1955, trainer, coach, and columnist since 1993, gladly shares her adventures with us. Marja has been writing down her experiences for years. Back in the 1980s, she was one of the squatters of the feminist group in the squatted Handelsblad building in Amsterdam (just behind the Dam, now a jumble of luxury and hospitality). This is part 2 for Gaykrant: “My First Steps into a World Full of Color.”

Text: Marja Ruijterman

The very first time I rang the doorbell at the COC dancing in Amsterdam’s Korte Leidsedwarsstraat, next to the Oyster Bar, I was terribly afraid. Where would I end up? Did all the women have mustaches? I had no idea what awaited me. Trembling, my index finger pressed the bell. From that moment on, a new life full of color began.

I danced every night until four in the morning to wonderful Motown and 70s music. I met kind people who warmly embraced me. I wasn’t used to that and enjoyed it immensely. At four o’clock we were thrown out while Rudi Carrell sang about a last beer before being kicked out of the pub. The next morning I went to work early again, sleeping off my hangover there. At first, I still lived with my parents, who of course worried every single night. The house was silent and dark. I tiptoed inside, hoping they were asleep. Suddenly the light went on: “Where are you coming from?” Ouch. I tried to keep my composure but was immediately caught out. My poor parents really had their hands full with me.

In no time, I was doing volunteer work at the COC. We organized afternoons for new members, and later I supervised a girls’ group as part of my training. One day they asked if I wanted to go on the radio for an interview. I did, and they handed me a phone. Who was on the line? Robert Long! Already an icon at the time, and we were thrilled. His songs did a great deal for gay emancipation. Apparently, I said something silly on the radio—something I won’t repeat here—but everyone was angry with me when I came back. “How on earth could you say that?” Well…

On the dance floor, a group of men and women danced, and when they did, light seemed to surround them. I watched in admiration until one of them asked me to dance. From then on, I was part of the group, and it felt so good. We handed out candy on the tram and roller-skated through the Vondelpark. A kind of belated hippies. I’m still in touch with some of them today. Now all gray-haired older ladies and gentlemen. Always lovely to see them again.

Last week, after many years, I went dancing again at the Oranjekerk in Amsterdam. A new initiative by Danspaleis. I entered with back pain, a thick winter coat, and the heavy battery of my e-bike in my arms. Before I knew it, I was dancing—with battery, winter coat, and all—because the wonderful 70s music erased both the back pain and the years.




Monday, November 4, 2024

Chique ontroering

Pieter Hardon ontmoette ik bij de Brahma Kumaris in Amsterdam waar we allebei mediteerden. Hij had mooie ogen en we dronken er na de meditatie een borrel op in de buurt. We vertelden elkaar ons verhaal in tranen en hand in hand. Hij was een VVD-er en een man die ik vroeger geen blik waardig had gegund dus een belangrijk moment in het vervliegen van vooroordelen. 'Het is een man en hij praat!' dacht ik... dat was ik niet zo gewend.

Pieter was trainer en coach wat in die tijd nog vrij nieuw was. Hij zei altijd als hij langs kwam en ik begon over ditjes en datjes: "Marja, geen onzin praten ik wil meteen de diepte in! Ik heb haast!" Pieter werd niet ouder dan vijfenzestig dus nu begrijp ik heel goed dat hij haast had.
Hij stelde voor dat ik ook ging trainen en coachen en werd mijn mentor. Door hem ben ik het vak ingerold. We coachten elkaar en hij nam me mee naar zijn trainingen en naar vakgroepen. Daar gaven we elkaar workshops waar ik heel veel van leerde.

Een paar jaar na zijn dood toog ik naar Lochem om een training te geven aan het personeel van een ouderencentrum. Het probleem was daar dat de staf last had van ietwat arrogante freules en jonkheren die personeel gewend waren en niet altijd even vriendelijk waren. "Meisje ruim die rommel eens op!" Hoe stel je je beleefd doch assertief op. Voor de training kreeg ik eerst een rondleiding door de directrice. Terwijl ze vertelde over de chique komaf van de bewoners begon het me te dagen... dit was het huis waar de moeder van Pieter woonde. Hij logeerde daar vaak.

Voor de training begon vertelde ik het personeel over Pieter en zie: ze kenden hem allemaal! Van schoonmakers tot verzorgers tot directie hij had ze allemaal 'onder handen' genomen om diepe gesprekken mee te voeren. Iedereen had wel een wezenlijk gesprek met hem gehad dat ze nooit vergeten waren. We begonnen met tranen in onze ogen van ontroering en de training ging van een leien dakje. Ik vermoed sterk dat Pieter erbij aanwezig was.


Sunday, November 3, 2024

Vrolijke Amsterdamse ziekenhuisverhalen deel I

Het is stormachtig buiten en ik zit lekker warm binnen te fantaseren dat ik door Amsterdam fiets. Ja zo kan het ook. Onze gedachten kunnen overal naar toe als we willen. Het levert een vrolijk ziekenhuisverhaal op, dat is ook mogelijk.

Eerst fiets ik door de Camperstraat waar mijn leven aanving bij de vroedvrouwenschool in 1955. Mijn vader knuffelde een verkeerde baby wat hem een sneer van mijn moeder opleverde: "Is dit mijn lieve kleine Marja???¨ "Nee natuurlijk niet, dat is Judith van Bep die naast me ligt... Marja ligt daar!" In de jaren tachtig was het een kraakpand waar ik wel eens op bezoek kwam bij een studiegenote. Een magisch idee om koffie te drinken op de plek van het begin.
Maar goed ik fiets langs het OLVG waar ik een aantal keren heel gerieflijk lag te herstellen van operaties. Operaties zijn nooit leuk maar wat heb ik een plezier gehad met de verplegers en verpleegsters. Soms diepe gesprekken als ze er even tijd voor hadden en soms grote lol. De operaties ben ik vergeten maar het plezier niet. Naast me lag een Boeddhiste die een tempeltje had gecreëerd op haar nachtkastje en dat leverde interessante gesprekken op. Tegenover me een vrouw die ik vaag kende van de vrouwenbeweging maar haar bezoeksters kende ik goed dus dat was enig.
Een vriend van me werkte als een soort butler bij het OLVG en kwam me in en in keurig gekleed om zeven uur 's morgens de krant brengen. Hij was zo netjes dat ik bijna dacht dat de krant gestreken was. Hij heeft inmiddels een butlerschool in Zuid Afrika. Ik lag er natuurlijk als een slons bij en dat voel je dan nog es extra maar dat gaf niet en we hielden toch van elkaar.
Dan de keer dat ik na de operatie mijn BH niet meer nodig zou hebben. De Surinaamse verpleegster opperde dat ik ritueel mijn BH zou verknippen. Dat hebben we samen gedaan... eerst het ding eens flink in de rondte geswingd en toen de schaar erin. Wat een opluchting. De staf zwaaide me na toen ik naar de operatiekamer werd gereden.
Ach ja na de operatie, ik weet het is geen prettig praatje, moet je je eerste windje melden. Dat leverde een wedstrijd op tussen mijn medezaalgenotes en ik wie het eerste windje liet en kreeg zo de slappe lach terwijl ik met infuus en al naar de wc liep, dat ik op de grond belandde van de pijn in mijn buik. De pijn kan ik me niet herinneren, de slappe lach wel en de verschrikte gezichten van de verpleegsters die dachten dat ik het begaf.
Dan fiets ik langs het oude Slotervaartziekenhuis waar ik terecht kwam met een gebroken enkel. Het was rond Kerst en er was één enkele verpleger die van een uitzendbureau kwam. Er was niemand die hem wegwijs kon maken en hij moest twee afdelingen verplegen. Er lagen twee demente ouderen op zaal die constant krijsten om zijn aandacht en naast me lag een Surinaamse man die me vertelde dat hij in één klap van de heroïne afwas door een ontmoeting met Jezus. Kijk dat zijn nog eens verhalen die de enkel doen vergeten. We lieten ons niet wassen door de wanhopige verpleger want die had het druk zat, we deden het zelf wel.
Toen ik de narcose in ging begon ik te zingen: "Tulpen uit Amsterdam" de anesthesist zong gezellig mee en ik kan je vertellen: als je ooit in narcose gaat: zing je favoriete Amsterdamse lied... dat levert een heerlijke roes op als je weer bij zinnen komt.
Ik heb nog vele vrolijke Amsterdamse ziekenhuisverhalen dus dit is het begin.





Vrolijke Amsterdamse Ziekenhuisverhalen deel II

Mijn carrière in de zorg begon toen ik solliciteerde in het revalidatiecentrum aan de Overtoom. Zal een jaar of achttien zijn geweest. Ik was flink nerveus en stormde binnen, achter de deur zat een dame in rolstoel die ik met de deur een flinke zet van enthousiasme had gegeven waardoor ze naar de andere kant van de hal rolde. Tja, dat zag de dame die me tegemoet kwam. Ze gaf me al snel te kennen dat ik te slordig was en er te slordig uitzag. Dat was het einde van mijn carriere in de zorg. Ach, ze had gelijk, ben een slordig mens.
Mijn moeder lag in het OLVG en na de operatie zag ze opeens het kruis aan de muur oplichten en verloor haar bewustzijn. Haar buurvrouw in het andere bed had het snel door en waarschuwde de verpleging. Daarmee redde ze het leven van mijn moeder en ze zijn heel lang vriendinnen gebleven. Zo levert een operatie een vriendin op en een mini bijna doodervaring.
Ik kwam op bezoek maar ja ik had een spijkerbroek aan en dat vond ze minder leuk... toen ze daar wat van zei ging ik er beledigd weer vandoor. Ze zei altijd: "Mar, je moet je niets aantrekken van wat anderen van je zeggen, blijf jezelf." Daar had ze gelijk in maar spijkerbroeken trok ze niet. Ach, ze had zoveel goede eigenschappen dat ik het haar niet kwalijk kan nemen en ik hield zielsveel van haar.
Jaren later lag ma in het ziekenhuis met een tia. Het ging al snel beter met haar en dan stond ze om zes uur 's ochtends aangekleed, opgemaakt en wel met haar tas aan haar arm op de verpleging te wachten. Niemand zou haar moeten verzorgen, dat kon ze zelf wel. Ze was zo dol op het ziekenhuiseten. Waar de meeste mensen klagen was ze zo dankbaar met het soepje, de boterhammetjes met beleg en de rest. "Ooooh, zalig! Zeg tegen de kok dat ik heerlijk heb gegeten!" Ja, als je in de oorlog honger had waardeer je alles later veel meer.
Werkte een blauwe maandag in het VU-ziekenhuis net als mijn tweeling vriendin
Judith
die een kwartier eerder werd geboren in de vroedvrouwenschool. We hebben een hoop gemeen dus het kan best zijn dat astrologie klopt. Had ik al geschreven dat we er na ons veertigste achter kwamen dat we dezelfde bank in de kamer hadden, dezelfde boeken in de kast, dat ik ooit op de school werkte waar zij op had gezeten, dat zij het éne jaar in de Rai op een beurs stond te masseren terwijl ik langsliep en ik het andere jaar terwijl zij langs liep en oh ja dat toen ik jaren later meeging met een vriend die een massage-examen moest doen en hij op mij mocht oefenen, Judith binnen kwam als examinator?
Tja, het staat in de sterren geschreven.
In het VU-ziekenhuis werkte ik een tijdje als administratieve kracht. Mijn cheffin was een vrouw met één gewone hand en één bionische hand daar kon ze alles mee en snel ook. Ik was vol bewondering. Nu kunnen ze nog veel meer. Zag net nog een filmpje van een man met twee kunstbenen die erbij stond alsof het zijn eigen benen waren. Daar word een mens toch vrolijk van?


Foto: het oude OLVG in Amsterdam



Amsterdamse vrolijke ziekenhuisverhalen deel III

Vrolijke ziekenhuisverhalen deel 3, nou ja en twee over een zorgcentrum.

Op de fiets in de sneeuw naar Station Zuid met een zware rugzak op met mappen. Ik moest examens afnemen. Op de Stadionweg gleed ik uit en lag languit, wilde opstaan maar dat lukte niet. Te veel pijn. Een lieve vrachtwagenchauffeur en een dame hielpen me op en tja, ik kon niet verder. De dame bracht me naar huis en ik moest naar de VU. Een heel rijtje mensen die gevallen waren en iedereen mocht weer naar huis maar ik moest geopereerd. Ik belde naar mijn opdrachtgever en vroeg of de deelnemers van het examen naar het ziekenhuis konden komen. "Sodemieter op!" zei de Amsterdamse coördinatrice vriendelijk: "Geef je er nou maar aan over en ik regel het wel!" Wist dat de deelnemers niet meer te bellen waren, ze kwamen uit Limburg, Groningen en ik voelde me schuldig.
Na de operatie kwam ik bij door een zachte stem. "Mevrouw Ruijterman, wakker worden!" "Nee, ik ben aan het werk en neem examens af, niet storen!" Het duurde een tijdje voor ik bij zinnen was en het los kon laten. Door die gebroken enkel kreeg ik een groep in Amsterdam in plaats van Groningen te trainen en in die groep ontmoette ik een jongeman die mijn buurman werd en was ik getuige op zijn huwelijk. Van het één komt het ander.
Een andere keer kwam ik bij van een operatie in het OLVG die me minder goed afging. Ik was doodmisselijk en mijn moeder stond boven me te zwaaien met een chocoladeletter. "Kijk eens wat ik voor je heb?" "Ma, ik ben misselijk!" "Dat is toch lief dat ik een chocoladeletter voor je heb?" Ben bang dat ik iets minder vriendelijk was maar later weer goed gemaakt hoor.
In het ouderencentrum in Watergraafsmeer waar ik een training gaf had ik een uur pauze. Heerlijk even tot mezelf komen tussen de bedrijven door. Iemand vertelde me dat er eten voor me was in de eetzaal. Ik ging op zoek naar een zaal voor personeel. Die bleek er niet te zijn. Er was een tafel gedekt tussen twee dames van ongeveer vijfennegentig. Mijn eerste reactie was: Verdorie… ik wil even bijkomen in mijn eentje met een krantje. De tweede reactie: Ach, wat geeft het, ’t heeft ook wel wat en het is ook leuk een praatje met de bewoners.
Eén van de dames keek me woedend aan en liet me meteen weten dat ze moeilijk kon horen en moeilijk kon zien. Ik vroeg haar waarom ze zo boos keek. Ze vertelde dat ze drie maanden in het huis was en hier helemaal niet wilde zijn. Het kon niet anders. Thuis kon ze niet meer blijven wonen. Ik begreep haar woede heel goed.
De bijna doof blinde dame schreeuwde me toe dat ze de laatste uren veel te verwerken had. Ik schreeuwde terug: “Wat is er aan de hand???” Ze mocht niet meer zitten waar ze zat. Ze moest vanaf morgen bij het raam zitten. Dat was weer wennen aan iets nieuws en daar hield ze niet van. Deze tafel kende ze nu eenmaal. Ik vroeg of ze de mensen aan die andere tafel niet kende… dat deed ze wel maar ze wilde toch liever aan deze tafel blijven zitten.
Toen de medewerker langs kwam wilde ik wel de advocate van de dame zijn: “Waarom moet die mevrouw daar gaan zitten?” De man antwoordde dat dat helemaal niet hoeft. Hij had alleen geopperd dat, als ze wilde, ze ook bij het raam kon gaan zitten. Ze mocht ook blijven zitten waar ze al zat. Ik schreeuwde: "U mag hier gewoon blijven zitten...". Schreeuwt ze terug: “Nee… ik wil bij het raam!!” Het is een hele kunst goed te begrijpen en te blijven luisteren, een vak op zich! Hoorde dat het zorgcentrum is gesloten, hoop dat de dame heeft kunnen wennen op haar nieuwe plek.
Bij een ander zorgcentrum hartje stad vroeg een dame van ongeveer tegen de honderd tijdens de pauze: "Ik hoor dat u een agressietraining geeft, nou ik kan u wel aan hoor!" Ze greep me bij mijn kladden en we vochten een tijdje op de gang tot ze me kietelde en ja toen had ze gewonnen. De hele staf en de bewoners om ons heen lagen dubbel. Triomfantelijk liep ze weg.



Meditatie of polonaise?

Er was verleiding genoeg onderweg naar de meditatie in de Jordaan. Eerst kwam ik langs het Jordaanfestival, mijn Amsterdamse genen speelden op en wilde de polonaise dansen met de liederen van Johnny Jordaan maar ja de bierwalmen hielden me tegen en verlangde naar schone zuivere lucht. Kwam langs mijn vroegere vrouwencafé Saarein waar ze ook aan het zingen waren. Even kijken of ik een bekende zag, ja hoor en nog iemand. Even meegezongen en nu stond ik voor de keuze: smartlappen zingen of meditatie?
De meditatie trok toch het meest en ik was een uur stil. Tijdens de meditatie bedacht ik me dat zingen ook meditatie is. Of het nu smartlappen zijn of mantra's het doet iets met je en er vibreert iets. Weet niet of elke meditateur het met me eens is: weet wel zeker van niet... maar het is een interessante gedachte. Iedereen zat op de grond en ik dacht op een kussentje moet kunnen.
Na een kwartier kussentje op, kussentje af, iets meer druk op de billen en dan weer op de rug. Stop, dacht ik: dit hoef ik mezelf niet aan te doen. In het restaurant mediteerde ik verder op een stoel.
Buiten kwam ik weer in het feestgewoel en hupsakee van de stilte naar tante Leen, die zong: 'Ik ben moeders mooiste niet, maar dat doet me geen verdriet...' kijk dat waren nog es levenslessen!





Mijn connectie met het Engelse koningshuis en het suikerklontje

Mijn connectie met het Engelse koningshuis gaat terug naar mijn twintigste jaar. Ik werkte in Londen in een jeugdherberg en daar zou Prinses Margaret op bezoek komen. Men geloofde het niet maar ik heb daadwerkelijk meegeholpen met nieuwe gordijnen naaien voor de Prinses zou komen. Het bewijs heb ik nog niet zo lang geleden gevonden. Hoop dat Margaret niet te dicht langs de zomen is gelopen want ik kan niet garanderen dat het helemaal goed is gegaan. Het is ook de laatste keer dat ik ooit iets genaaid heb. Nu ik er zo over denk was het ook de eerste keer.

Jammer dat ik net voordat Margaret onze jeugdherberg zou bezoeken enorme ruzie kreeg met de directeur waarop ik meteen mijn biezen pakte. Het ging om een suikerklontje maar ja je moet principieel blijven ook als het om een suikerklontje gaat als je gelinkt bent aan het Engelse koninklijk huis.

Het bijzondere komt nog... waarom nou dat suikerklontje? Wij werkten in de keuken en er kwam net een Franse vrouw logeren die bij ons zou komen werken. Nu was ze nog gast en de week erop zou ze in dienst komen. We hadden twee soorten gasten: met ontbijt en gasten die hun eigen ontbijt klaar maakten in een aparte keuken. Bij de gekochte ontbijttafels stonden potjes met suikerklontjes. Deze vrouw pakte een suikerklontje van de tafel en er ontstond een enorm gedoe want onze chef had het gezien en ontzegde haar de toegang tot de jeugdherberg en haar pasje werd ingetrokken zodat ze geen lid meer was.

Woedend waren we, mijn collega's en ik, en gingen verhaal halen bij de directeur. Die weigerde de vrouw haar pasje terug te geven en ze mocht natuurlijk al helemaal niet meer komen werken. "She is a thief!" zei hij onverbiddelijk. Ik was zo kwaad dat ik mijn rugzak pakte en meteen vertrok. In de binnenstad van Londen kocht ik een ticket voor de boot terug naar Nederland en met woede in mijn lijf ging ik ergens in een café koffie drinken.

Ik zat een tijdje te stomen toen de ober op me af kwam: "Mevrouw er is telefoon voor u!" Dat kan niet antwoordde ik "Niemand weet dat ik hier ben." "Het is toch echt voor u, bent u Marja?" "Ja, dat klopt." "Dan is er toch echt telefoon voor u." In verwarring liep ik naar de telefoon, nog zo'n ouderwetse aan een draadje. Het was mijn collega July. Ze zei: "Marja, verroer je niet we komen naar je toe." Na een uurtje kwamen ze er met z'n allen aan. Een collega die, voor zover ik wist, in Amerika zat. Ze was toevallig net teruggekomen. Mijn vriendin Mara, die toevallig net langs was gekomen om me te bezoeken, wat ze nooit deed.  Nog twee collega's en July zelf. Ik vroeg verbijsterd hoe ze wisten dat ik daar zat in het midden van de stad tussen honderden café's. Ze glimlachte geheimzinnig en ze heeft het me nooit verteld. Ik heb haar nog wel eens gezocht af en toe via facebook maar nooit meer gevonden.

Hoe is het mogelijk, daar zat ik met al mijn lieve collega's en vriendin koffie te drinken voor ik de bus zou pakken en met de boot terug zou gaan. Het was hartverwarmend en blijft een mysterie.

Holland House Jeugdhotel Londen:


Saturday, November 2, 2024

Einstein en rommeltassen

Daarnet zag ik een filmpje over stringtheorie en in dat filmpje lieten ze het bureau van Einstein zien. Eén van de meest bekende geleerden van de wereld met zo'n bureau? Moest denken aan een lezing die ik mocht houden over 'hoe je kinderen kunt helpen zelfvertrouwen te krijgen' op een groot college aan ouders en docenten. Na de lezing mochten mensen vragen stellen. Eén van de moeders vroeg: "Wat moet ik doen? Mijn dochter heeft altijd een enorme rommel in haar tas. Ik erger me er zo aan, dat is toch niet normaal?" Ik antwoordde: "Bereid u er op voor dat uw dochter haar hele leven een rommeltas zal houden en u zult zich uw hele leven blijven ergeren."

Ik vroeg aan de zaal hoeveel mensen een rommeltas hadden. Vele handen gingen omhoog. "Wat is uw beroep?" vroeg ik verder. De één had een eigen bedrijf, de ander was docent en ja ook de directeur van het college was een rommelaar. Het bleek dat een rommelige tas niet hoeft te betekenen dat je niets kan bereiken in het leven. De moeder moest er zelf om lachen en ik hoop dat het haar hielp tegen het ergeren. Als ik het toen had geweten had ik het bureau van Einstein als voorbeeld genomen. Dus rommelaars, zoals ik, rommel lekker door. Het zegt niets over je intelligentie.



Friday, November 1, 2024

Het verschil tussen liefde en Liefde

Er is een groot verschil tussen liefde en Liefde die ik in mijn leven ervaar. Mijn kennismaking met liefde met kleine l waren in het begin onmogelijke verliefdheden op mensen die ik op een voetstuk zette en waar ik tegen op keek terwijl ik mezelf als nietig wezen tegenover zette. Mijn verlangen om zo te zijn als die ander was immens groot. Dat en mijn lustgevoelens raakten in grote verwarring. Doodongelukkig om verwijdering en afwijzing en zielsgelukkig als ik een handreiking kreeg al was het nog zo weinig. Een kinderhand is gauw gevuld. Ik was er van overtuigd dat dat liefde was.  

Tot ik op een dag in 1988 een tik van het universum kreeg. Hoe het werkte weet ik niet en wat het was God of de bron in mezelf? Geen idee… wat ik wel weet is dat ik vanaf die dag een Liefde in me voelde stromen. Liefde die door alles heen ging en die niets meer te maken had met  verliefdheid of jij een beetje meer liefde dan de ander of met wat voor voorkeuren van mensen dan ook. Het was alsof er een tsunami van Liefde door me heen spoelde die iedereen die ik tegenkwam meenam. Het gaf een totaal ander beeld van mezelf en van mijn omgeving en van de blik waardoor ik naar de wereld keek. Ik ontdekte mijn innerlijke grootsheid en die van anderen in het diepst van onszelf. Het verbond me met alles en iedereen en het maakte niet meer uit hoe men er uitzag, wat men deed… het was en is allesomvattend.  

Het is daarna nog een aantal keren gebeurd en ik heb nog steeds zo’n tik waar niet iedereen me in begrijpt. Dat geeft niet want zo zou ik vroeger ook hebben gereageerd: “Mar, je bent een zwever, naïef, niet op de aarde”.  Het geeft niet want ik merk ook dat het mensen trekt en voor mij is het belangrijk om door te geven wat ik ervaar. Ik zie zoveel mensen worstelen met ingewikkelde verliefdheden en onvervulde verlangens en ik weet dat we net onder de oppervlakte, helemaal niet zo ver weg dat het niet te bereiken zou zijn, de Liefde kunnen ontdekken. Wat helpt is enige naïviteit, open staan en verwondering voor de wereld. Naïviteit kan een valkuil zijn maar ook een zegen.
Ingrid Lijesen die een aantal jaar geleden stierf vertelde dat zij een dergelijke ervaring had terwijl ze onder een vrachtauto lag en ze haar uit haar auto bevrijdden. Er zijn veel meer mensen met dit soort ervaringen dus ik ben hier niet uniek in. Ik ken inmiddels heel wat mensen die dit op één of andere manier hebben ervaren en ook heel wat die er net tegen aanzitten en het ergens wel voelen maar nog met het woord maar in hun maag zitten… ja maar als het eigenlijk toch niet… ben ik wel… zullen ze niet denken dat enz. Juist dat soort gedachten houden ons in de ego-stand en blokkeren onszelf van wie we werkelijk zijn.

En nu: de liefde die ik voel voor mijn vriendinnen, vrienden en familie: Dat is een liefde die verwarmd en soms ook pijn doet als er misverstanden zijn. Wil niet zeggen dat ik het altijd goed doe en maak soms in de communicatie flinke fouten en word regelmatig op mijn vingers getikt door de mensen om me heen.
Wat er veranderd is: de eenzaamheid is totaal opgelost omdat het een vergissing bleek te zijn en alleen maar een gedachte die emotie met zich meebracht.  De eenheid is volmaakt in de diepste regionen van de Liefde en daarin is niemand uitgezonderd. Er is geen gevoel van minderwaardigheid of meerderwaardigheid. Wel van totaal gelijk  aan iedereen en toch uniek

Wat heel bijzonder is: er is Liefde voor de ingewikkelde en pijnlijke (ver)liefdespogingen van vroeger met alles er op en d'r aan. Alles hoort erbij en omarm ik. Het hoort er allemaal bij. Uiteindelijk lost de liefde op in de Liefde. Het is energie en we maken er allemaal deel van uit.




Een hoopje ellende

Als een hoopje ellende zat ik te huilen bij de therapeute op de bank. Ze zei: "Stap er eens uit en kijk eens naar jezelf." Tot mijn verbazing stapte ik uit mijn lichaam en zag dat zielige hoopje mens voorovergebogen zitten. Heel klein en miezerig. Ikzelf was vrij... totaal vrij! "Stap nu weer terug" zei ze. "Ik kijk wel uit" antwoordde ik en bleef vrij.




Uit: 'Gedachtenkracht'