Over tijd voor jezelf en het ontwikkelen van talenten.
Af en toe neem ik een impulsendag. Zo noem ik het al jaren. Dan hoef ik niets en mag ik alles doen wat er in me opkomt. Meestal fiets ik langs mijn mooiste plekken in Amsterdam. De ene keer drink ik koffie op een terras of bel ik iemand waar ik op dat moment opeens aan denk: “Kom je ook?” Boeken kijken in boekwinkels, de Albert Cuypmarkt, lopen in het Vondelpark en in mijn “stamkroeg” de Roos de krant lezen in de serre waar ik als kind al langs fietste, fantaserend dat ik daar woonde. Nu kan ik als ik wil daar elke dag zitten en op dit moment schrijf ik hier dit stukje op een bruin zakje, ik heb ineens een schrijfimpuls.
Daarnet na een heen en weertje Albert Cuijp, fietste ik langs mijn oude lagere school in de Pijp. Het is impulsendag en de bomen zijn flink uitgelopen en elke lente is nog mooier dan ik dacht dat het zou zijn. Ik vervolgde de weg langs het Sarphatipark de hoek om. Daar stapte ik af en stond voor de deur waar ik als kleuter door mijn vader of moeder werd opgewacht. Een vriendelijke conciërge vroeg of hij me kon helpen en stelde me voor aan Soraya, een stagiaire van de PABO. De zeer enthousiaste jonge vrouw bood me uit zichzelf aan me rond te leiden.
Daar stond ik in het lokaal van mijn vierde klas. De meester vroeg of ik een pakje naar de overkant wilde brengen. Ik liep de trap af naar buiten en stond verloren voor de portieken. Waar moest ik aanbellen? Aan wie moest ik dat pakje nu geven? Ik durfde niet meer terug om te zeggen dat ik niet wist wat ik moest doen. Na een lange tijd ben ik toch de school weer ingegaan en met een rood hoofd bekende ik dat ik niet wist waar ik het pakje heen moest brengen. “Waar kom jij nou vandaan?” vroeg de meester. “van buiten… de overkant…” “Natuurlijk niet! De overkant is het lokaal aan de overkant, dommerdje.” Daar stond ik tweeënvijftig jaar later met net zulke vochtige ogen, maar dit keer van ontroering. Even was er geen tijd… alles is nu.
Het lokaal is totaal anders. Gezellige hoeken waar kinderen hun talenten kunnen uitwerken. Een vide waar de computers staan. Duizenden tekeningen aan de muur waar vroeger een of twee platen hingen waar ik trouwens erg van genoot.
Soraya vertelde enthousiast over de Oscar Carré school, zoals de school nu heet. Over de leerlingen die zo intelligent zijn en dat ze zo blij is dat op deze school talenten worden ontdekt en gestimuleerd. Dat miste ze op de VWO. Iemand die haar zou coachen om de goede keuze te maken en haar specifieke kwaliteiten hielp te vinden en ontwikkelen. Ik kom vaak op VWO-scholen en merk dat het daar nog wel eens aan ontbreekt. Als ik vraag “Wat zijn je talenten?” kijken ze me vaak vragend aan: “Hoe bedoelt u?” Geen onderwijzer die het daar over heeft gehad. Dat vertellen onderwijzers mij zelf ook. Er is geen tijd voor. Dat het vijftig jaar geleden nog niet gebeurde, tja… maar nu in 2018?
En daar is Soraya, die zelf gelukkig haar talenten gevonden heeft, aan het ontwikkelen is en ervan geniet om dat ook met de leerlingen te doen. Dat straalt ze uit. Wat zal zij haar leerlingen veel meegeven.. Ik wens elke leerling zo’n juf toe.
Uit: Gedachtenkracht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten