zondag 21 augustus 2011

Ode aan tante Engeltje

In de jaren zestig, ik was nog een klein meisje, zwierf mijn tante Engeltje dagelijks met wel twintig tasjes in tasjes in tasjes door Amsterdam. Ze overleefde de oorlog dankzij een voddenkar waarmee ze uit Westerbork vluchtte. Als wij, mijn moeder en ik, haar tegen kwamen keek ze mij meewarig aan en zei: "Aggenebbisj, dat kind..." en gaf me een zompige zoen, waarop ze tegen ons begon te schelden en te tieren. Ze noemde mijn moeder 'nazi' en gaf haar de schuld van de oorlog, hetgeen gepaard ging met een hoop spuug. Ze belemmerde ons de doorgang, we stonden tegen de muur van een huis aangeplakt en konden geen kant op. Al was ze nog zo klein, ze hield ons gevangen met haar verbaal geweld. Het was alsof we gehypnotiseerd waren.

Tante Engeltje woonde in de Runstraat te Amsterdam. Ze had daar een kleine zolder kamer, in het midden van de kamer hing de wc-trekker. Over de bank en stoelen had ze doorzichtig plastic zeil en een penetrante geur benam ons de adem. De kamer stond vol met beelden. Wel dertig stuks. Elk beeld stond voor een omgekomen familielid tijdens de oorlog.
Ze benoemde ze één voor één: "Dit is Sem, dit is Leendert, dit is Miriam, tante Grietje, vader, moeder enzovoort. Liefdevol stofte ze tijdens het noemen van de namen de beelden af. Ze sprak met ze alsof ze leefden.

Tante Engeltje zette thee, de kopjes waste ze af met bleek: "Dat jullie niet viesj van me hoeven te zijn". We deden net of we een slokje namen en lieten de rest staan.
Na een rustig begin sprak ze sneller en sneller tot ze begon te schelden en tieren, vervolgens werden we de deur uitgegooid terwijl de boeken ons om de oren vlogen. We vluchten de trap af en trilden nog lang na.
Op een dag werd tante Engeltje opgenomen in Beth Shalom, een Joods ouderencentrum in Amsterdam. Ze was keurig gewassen en zat er heel zoet bij met gezonde rode wangen. Ze bleef het hele bezoek rustig. Ik denk nu dat ze haar iets hadden gegeven om rustig te blijven.
Tante Engeltje is in '82 overleden.

Van de week vond mijn vader een bundeltje met foto's en brieven. Twee schriftjes met herinneringen en aantekeningen van Tante Engeltje. Ze schreef oa hoe ze zich na de oorlog in haar kleine natte kamertje in een paleis waande: "alzoo ik er geen gezinnen uit elkaar zie scheuren en geen kinderlijden zie".

Een gedicht aan mijn grootvader, haar broer:

Lieve Sem,

Wat heb ik mij in uw leven vergist en nooit geweten hoe schoon u leven was. 
Na u smartelijk lijden met al uw Dierbaren ik alleen moest gaan.
Alleen op den Dood nog wacht
Schrijf ik dat neer voor u
Met gebroken hart
Zoo, zie ik u nog met gebroken Jas
De Kraag hoog in uw Nek
u Handen waren slank
u Nagels wel eens zwart
u was altijd stil en in uzelf gekeerd
u Houding was als de Stille Zee.
Helaas u houding zei me toen niet veel

Ik zie u nog in de triestig Bede
U Dekens waren niet veel
Zelf sprak u ook nooit veel
Ik zie u nog achter de Kachel
Gelukkig was u met Kleinste als een Prins
Al had u weinig
wat u Edel ... tooide
want u was één van de negen
En allen moesten hard werken voor het brood
u was met alles tevreden
Wat Moeder en het Leven u bood.
2 van u broers vonden voor den Oorlog de dood
Het offer wat u zijn sterfbed bracht toen zag ik pas u
Diamant.
Had niet vader of moeder en geen van ons allemaal
kan bij zijn sterfbed staan
u deed dat met u Voddepak aan.
Dat Briljante zal ik nooit vergeten

Zie hoe een Mens groot kan zijn
Die een Voddepak heeft gesleten
Vergiffenis Sem
Miljoenen keer ik mij voor u schaamde
u bij de Voddekar zag staan en 
zelf met een Voddekar mij hiermee mijn leven redde
Een Voddekar door miljoen veracht heeft mij uit de gaskamer gebracht.

Was sterker als het Oorlogsgeweld
De Nederlaag mij aangedaan
De aller doen verslagen
Mij rijker door het leven doen gaan
na uw lijden met Miljoenen van alle Rassen.
Lieve Broer
Uw leven was Liefde
wat geen Voddenkar
Helaas uw Tragische tocht
naar de Gaskamer u liefde nooit konden ontnemen.

Met het schoonste gewaad ter Wereld
droeg u gang de Marteldood tegemoet
Het concentratiekamp te gemoet
Met uw laatste woorden:
Groet mijn kinderen.
Zeg hun dat ik op Westerbork ben.
Dank voor Alles

Rust zacht
Uw zuster Engelien

Lang na "gekke" tante Engeltjes dood kunnen we nog van haar inzicht leren.


Lees ook: De zoektocht van Sara Dresden



5 opmerkingen:

Sinie zei

Oh Marja wat indrukwekkend....wat een mooi mens

Anne Mendels zei

Lieve Marja,
Wat een ontroerend verhaal.
De mensen kwamen na zo vreselijk belevenis niet ongeschonden uit die tijd.
Mijn moeder was altijd maar aan het vluchten.
Rust heeft ze in haar leven nooit meer gevonden.
Wat hebben wij toch veel gemeen.
Onze moeders leken op elkaar.
Maar ook mijn tante woonde in Beth Shalom in Amsterdam.
Zij had wel een eigen klein appartementje boven.
Tante Henny Jacobs-Mendels zij is 93 jaar oud geworden en in 2005 gestorven.
Bedankt voor je mooie verhaal.
Liefs Anne Mendels

Unknown zei

Kippenvel bezorgt dit mij en een traan. Zie t zo voor me. Ook ik heb en had diverse familieleden die niet over de oorlog en t verlies heen konden komen. Ieder ging daar op eigen (rare?) wijze mee om. Mijn lieve vader was daar 1 van! Dank voor het delen. Liefs van Stella

Anoniem zei

Vrijheid Blijheid

Vrijheid Blijheid
Eenmaal per jaar
Zijn de feiten weer daar
Denken aan oorlog
Denken aan vrede
De velen die zo vreselijk hebben geleden

Vrijheid Blijheid
We zeggen het vaak
Op vier mei is dat pas raak
Dankbaar voor een leven
Dankzij hen ons allen gegeven
Zonder angst, zonder honger
Dankzij hen die het leven lieten
Kunnen wij van óns leven genieten

Vrijheid Blijheid
Op vijf mei
Voelen wij ons blij
Maar vooral VRIJ

Loes Westgeest


rondegraaff.blogspot.nl zei

Dank je Marja voor het delen van deze aangrijpende geschiedenis. Vandaag is een tentoonstelling geopend in Westerbork over het weeshuis in het kamp. Waanzin van de bezetter en liefdevolle nabijheid van de verzorgenden. Naar ik begreep is op de foto van W'bork op mijn blog degene die de chanoeka aansteekt, tevens de jonge man die 'vrijwillig' met de kinderen mee ging op transport.