zaterdag 31 augustus 2024

Wassen en dansen in de jaren vijftig

Er werd in de vijftiger jaren een een wasmachine boven gebracht over de smalle trap in de eerste jan van de Pijp in Amsterdam voor één gulden. Ik geloofde het bijna niet maar mijn moeder verzekerde dat het echt zo ging. Ze hadden een Belgische vriend die een idee had waar hij patent op wilde vragen. Dan moest je in een grote teil de was doen en met een stok de boel ronddraaien. Ma heeft het een keer geprobeerd en de Belg verzekerd dat daar vast geen patent op te krijgen viel.
Daarna kreeg ze tot haar grote blijdschap een wringer-wasmachine en de buurvrouw vroeg of ze er ook gebruik van mocht maken... ja hoor... zei mijn moeder... en nog een buurvrouw uit de Ferdinand Bol en nog een buurvrouw... tot mijn moeder er genoeg van had dat er constant bij haar gewassen werd. Een grote wasbende in haar kleine keuken. Geld durfde ze er niet voor te vragen. Dat was het eind van de thuiswasserette. Ik mocht af en toe helpen met de wringer maar dat was nog wat te zwaar voor me.
Als ze bezig was zong ze:
We wassen, we wassen, we wassen gedwee
en wie er met ons wassen wil die wast er met ons mee
en als dan het wassen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het drogen gaan...
we drogen we drogen we drogen gedwee
en wie er met ons drogen wil die droogt er met ons mee
en als dan het drogen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het strijken gaan...
de rest kunnen jullie raden.
Hier mijn moeder aan het dansen... helemaal rechts. Dat vond ze veel fijner dan wassen... het was een éénmalig optreden. Ze werd de groep uitgezet omdat ze te eigenwijs was. Het optreden was bij 'Ons Huis' in de Rozenstraat in de Jordaan. Kan me ook niet voorstellen dat ze orders aan nam van de choreograaf.


Er woont een Egyptenaar in de keuken.

Woonde in mijn jonge jaren vijf jaar in het NRC Handelsbladgebouw, schuin tegenover het Paleis op de Dam. Wij kwamen net nadat het kraakpand was aangekocht door de gemeente en we er voor alleen de gedeelde energiekosten mochten wonen. We kregen twee prachtige ruimtes, mijn toenmalige vriendin en ik. Een mooie grote keuken en een grote kamer. Was er heel blij mee. Mijn vriendin was Française en begreep het niet helemaal. Ze vroeg streng aan de vriendelijke jongen, die zo lief was om ons uit zichzelf die plek aan te bieden, of er geen muizen waren. Alsof we het anders niet zouden nemen... we kwamen van een klein zolderkamertje in de tweede Jan Steenstraat en dat vond hij zo zielig. Na veel schrobben en schilderen zag het er prima uit. Er kwam nog een Franse Filmploeg om ons te interviewen over het pand tot grote schrik van haar vader die een notabele was in Caen. Zijn dochter als kraakster was een blamage en nog wel op tv. Ze vertrok na een jaar. Op een dag vroeg medebewoonster Annegriet of er iemand in mijn keuken mocht wonen voor een tijdje. Ja hoor zei ik... want we deden niet moeilijk over dat soort dingen in die tijd. Voor ik het wist woonde er een wat oudere Egyptenaar die een tent had neergezet midden in de keuken. Ik liep er om heen om te koken en vond het heel normaal. Hij had zijn eigen keuken in de tent en zat verwoed te studeren.

Toen de Egyptenaar na een jaartje of wat vertrok werd de keuken een studio van de vrouwenradio. Om te douchen moesten we door een paar ramen klimmen over puin heen en daar was een gemeenschappelijke douche. Ook dat was heel normaal. Mijn ouders kwamen helpen schilderen toen ik een nieuwe kamer beneden kreeg. Hoewel mijn moeder er bijna in bleef toen ze zag waar ik terecht was gekomen, schilderde ze dapper door. Een gigantische kamer waar nog de kasten stonden van de Waarheid (de krant van de Communistische Partij Nederland) die ooit in het pand had gezeten. Er was een grote open haard maar toen ik samen met vriendin Erin voor de haard spookverhalen zat te vertellen, kwam één van de andere bewoonsters binnen stormen: "Braaand..." het bleek dat de hele kamer zwart stond van de rook. Hadden we niet eens gemerkt. De schoorsteen was verstopt.

De andere bewoners hebben uiteindelijk een mooie douche gebouwd... (ik was niet zo van het bouwen) en we hebben vele avonturen meegemaakt. Zoals een nazipunkcafé naast mijn kamer waar ik als de dood voor was (toen ik kwam klagen over geluid maakten ze een Hitlergroet. Gelukkig waren ze snel weg), kraakacties, vrouwenacties, het volgen van mensen van de centrumpartij als een soort detective, een klap op mijn kop door een wapenstok van de politie (hij bood me wel een wc-rol aan en zijn excuses) viel uit mijn bed die boven in de kamer tegen het plafond was gebouwd en een schietpartij voor mijn raam. Later heb ik politiemensen getraind die toen in dezelfde acties achter me aan zaten, het leven is vol verrassingen. Tot ik een keurige woning aangeboden kreeg in de Fokke Simonszstraat, heb ik er met veel plezier gewoond. 


Lees ook: Een piano in de keuken





vrijdag 30 augustus 2024

Voorbestemd

Mijn moeder woonde als kind in de Blasiusstraat in Amsterdam. Ze had een vriendinnetje Anna wiens vader meubelstoffeerder was, Zwafie werd ie genoemd, hij heette echt Israël Zwaaf. Ma vond het enorm interessant om te kijken hoe die man zijn werk deed. Ze bleef om hem heen hangen en dan zei hij: "Je trouwt nog eens met een meubelstoffeerder!" De man en zijn dochter overleefden de oorlog niet.
Na de oorlog vroeg mijn moeders werkgever, ze was naaister op een naaiatelier, of ze wilde poseren voor een foto. Het was om een regenjas aan te prijzen. De foto stond in verschillende etalages. Mijn vader woonde in Hilversum en zag de foto in de etalage en dacht: 'Wat een mooi meisje' en dacht verder niet na.
Ze kwamen elkaar tegen tijdens een dansavond op het Rembrandtplein. Mijn vader miste twee voortanden en was niet de meest aantrekkelijke partij. Hij vroeg mijn moeder ten dans en ze was al op de dansvloer toen mijn vader nog iedereen voor liet gaan. Toen hij er eindelijk aankwam was het lied voorbij. Op het Centraal Station namen ze afscheid mijn vader vroeg haar adres. "Ik ben verloofd" antwoordde mijn moeder en terwijl de trein wegreed kreeg ze een ingeving. "Die man is fatsoenlijk, die moet ik hebben..." Ze riep nog snel haar adres.
Een week later stond hij voor de deur in de Ten Katestraat, waar mijn moeder inmiddels met mijn oma en tante woonde, compleet met al zijn tanden en dat was effe een ander gezicht. Oma was in haar nopjes en wat bleek: hij was meubelstoffeerder. Mijn vader zag de foto met de regenjas in de vensterbank staan en riep: 'Die foto ken ik! Die zag ik in Hilversum!' Toen ze elkaar hun leven vertelden vertelde mijn vader dat hij voor de oorlog had gewerkt voor Zwafie (ofwel Israël Zwaaf) in de Blasiusstraat. Ze zagen het als teken dat ze bij elkaar pasten.
Pa moest bij zijn eerste bezoek aan de Ten Katestraat even naar de wc en kwam er niet meer af. Hij was niet gewend aan zulke kleine toiletjes en er was iets misgegaan. Verlegen als hij was durfde hij zich niet meer te vertonen. Na een half uur bonsde mijn moeder op de deur en toen kwam het hoge woord er uit. Oma had wel even een schone broek en toen was het ijs gebroken. Ma maakte het uit met haar verloofde en ze begonnen hun leven samen.
Op dezelfde plek waar mijn ouders elkaar ontmoetten werd ik in de zeventiger jaren met mijn vrienden en vriendinnen de dancing uitgeslagen op het Rembrandtplein. We dansten eind jaren zeventig met elkaar keurig op afstand. Geen anderhalve maar toch wel een halve meter. Vrouwen met vrouwen en mannen met mannen. Dat pikten de heren niet en hup daar vlogen we door de lucht de straat op. Ach, het was niet leuk maar ook wel weer spannend en het was het begin van het meer bekend worden dat er ook andere samenlevingsvormen zijn.
En tja, als mijn ouders elkaar daar niet waren tegengekomen was ik niet op het Rembrandtplein door de lucht gevlogen. Het kan verkeren...





zondag 11 augustus 2024

De genen van tante Corrie

Heb ik jullie wel eens verteld van mijn tante Corrie uit Delft? Had haar nooit ontmoet maar kende haar van de verhalen van mijn moeder. Het was de nicht van mijn vader maar omdat mijn vader nooit met zijn familie om wilde gaan vond mijn moeder dat dat wel zo hoorde dus togen ze een aantal keren naar Delft om tante Corrie te bezoeken die samen woonde met een vriendin. Ma was wel nieuwsgierig hoe dat zat maar ze hadden het er niet over. Bij ruzies bitste ze mijn vader toe: "Het komt door jouw nicht Corrie dat Marja zo is. Het zit in jullie genen."


Ik was een jaar of vijftig toen ik, ook nieuwsgierig, tante Corrie eens ging opzoeken. Ze verwelkomde me allerhartelijkst en we vertelden elkaar over ons leven. Inmiddels was haar vriendin overleden en daar had ze veel verdriet van. Tante Corrie bleek ooit getrouwd maar op haar achttiende was haar man overleden. Ik vroeg haar of ze daarna ooit nog een andere geliefde had gehad. "Nooit! Dat was mijn man!" zei ze streng en begon te huilen wat ik wel sneu vond. Ze was nu in de tachtig en hield haar weduwe-schap dus flink lang vol.

Tja, toen ter sprake kwam hoe 'het' met mij zat veranderde ze van toon: "Dat vind God niet goed, dat is duivels!" Oeps, daar vloog het genenverhaal van mijn moeder door het raam.




Na de dood van mijn moeder hield ik ergens een lezing en mijn vader ging mee. Ik maakte een punt over slachtofferschap in stand houden en gebruikte tante Corrie als voorbeeld. "Hé pa, weet u nog tante Corrie uit Delft!" "wablief?" schrok mijn vader wakker vanaf de eerste rij. De hele zaal riep: "TANTE CORRIE UIT DELFT!!!"

Inmiddels is gebleken dat het niet de genen van mijn vader zijn maar die van mijn moeder maar dat is een ander verhaal. Als ze dat zou hebben geweten...

donderdag 1 augustus 2024

Jouw spanning of mijn spanning?

Tijdens de massageopleiding werd ik gemasseerd door één van mijn medestudenten. Het leek of ze spelden in me prikte. Ik vroeg hoe ze zich voelde en het bleek dat ze vol agressie zat. Dat was duidelijk te merken aan haar massage. Later in mijn huidige werk, kwam een coachcliënte binnen. Mijn hart ging opeens wild tekeer. Eerst maakte ik me even ongerust. Tot ik me bedacht dat het wel eens niet mijn hartkloppingen konden zijn, maar die van mijn cliënte. Ze bleek vreselijk nerveus en had inderdaad hartkloppingen. Die had ik overgenomen. Op het moment dat we er over spraken verdween het. Zij had zich niet gerealiseerd dat haar woede effect heeft op anderen.

In het dagelijkse leven denken we daar ook niet over na. Van de week was er een bericht op het nieuws, dat burn-out besmettelijk is. Niet zo gek. Als je samenwoont met iemand met een burn-out, doet dat iets met je. Je bent in de zeer directe nabijheid van iemand met grote spanning. Dan is het niet zo gek als je daar iets van overneemt. Let maar eens op als je tegen iemand aanligt en hoe je na een tijdje samen ademt in hetzelfde ritme. Als we in een ruimte zijn en er komt iemand binnen die erg gespannen is, kunnen we de spanning overnemen. We nemen het ademritme van de ander over. Dat doet iets met de communicatie. Opeens is de sfeer anders. Dat is een proces waar we ons niet direct van bewust zijn.

Het kan de sfeer op bepalen en de manier waarop we met elkaar omgaan. Als we samenwonen en één van ons is gespannen staan we voortdurend bloot aan elkaars energie.

Het is sowieso voor ons een hele klus om bij onszelf te blijven en niet andermans problemen op onze nek te nemen. Heel wat mensen kunnen daar over meepraten. Wie niet? Rugzakken vol kunnen we meesjouwen met elkaars zorgen. De kunst is te weten wat onze grenzen zijn. Wel luisteren, aandacht geven en toch het probleem niet overnemen en niet alle ellende klakkeloos op iemand anders dumpen. Een levenslange uitdaging.

Tips: Neem het besluit rustig en ontspannen te blijven. Zorg dat je goed ademt. Een rustige buikademhaling maakt dat je goed met je voeten op de aarde staat en stabiel bent. (Ik blijf er op hameren omdat het zo belangrijk is.) 

Een proactieve opstelling geeft energie. Als je altijd op anderen reageert, leef je niet vanuit jezelf. Jij bepaalt hoe je je voelt. 

Zorg dat je veel naar buiten gaat. Wandelen in de frisse lucht en de natuur.  

Praat er over met anderen. Niet roddelen over degene die gespannen is. Wel een constructief gesprek over hoe je ermee kan omgaan. Het is goed als je ook je verhaal kwijt kan. Blijf er niet over klagen. 

Wees eerlijk tegen de persoon zelf. Niet er omheen draaien en laat weten hoe jij je voelt in de situatie, zonder verwijten. Luisteren is geweldig. Maar niet oeverloos. Sommigen blijven urenlang luisteren naar hun partner en worden doodmoe. Dat heeft geen zin. Voel wanneer het genoeg is. Spreek een tijd af. Stel duidelijke grenzen. Als je goede raad geeft is dat prima, verwacht niet dat de ander er iets mee doet. Dan is er kans dat je beledigd bent als er niets met je advies gedaan wordt. 

Als voor jou de situatie duidelijk is, heb je de neiging de ander te overspoelen met goede raad. Woon je met iemand samen die een burn-out heeft of depressief is? Zorg dan dat je niet mee wegzakt in de depressie. Als je vrolijk bent… uit je vrolijkheid dan normaal. Maak je zelf niet kleiner of verdrietiger dan je bent om bijvoorbeeld op gelijk niveau met je partner te komen. Blijf jezelf! Als je wilt zingen, zing dan! Het is ook jouw huis en je mag je thuis voelen in je eigen huis. Wees open over hoe je je voelt. 

Als jijzelf rustig bent, heb je kans dat de ander er ook rustiger van wordt. Een rustige geest en kalme ademhaling hebben effect op anderen. Probeer het maar eens. Ik ga nu wandelen.