Sunday, September 29, 2013

Mijn vader, het rustige spook


Mijn vader was een stille man. Ik vergat hem altijd ondanks dat we met zijn drietjes in een heel klein huisje in de Pijp in Amsterdam woonden. Dat komt omdat mijn moeder van praten hield en flink aanwezig was. Hij zei zelden iets en als je hem iets vroeg begon hij te kuchen en na een tijdje kwam het antwoord. Daar had niemand geduld voor en voor hij antwoordde deed mijn moeder het al voor hem: "Het gaat heel goed met Nico!" Geloof dat iedereen opgelucht was dat ze het overnam.

Toen ik zo'n veertig was en mijn vader dik in de zeventig heb ik hem eens ontvoerd. Mijn moeder en hij deden alles samen en nu wilde ik mijn vader wel eens alleen spreken. Ik moest die dag naar Hilversum waar mijn vader in zijn jeugd woonde en ik belde 's ochtends vroeg om te vragen of hij me de weg kon wijzen. Mijn moeder kon zo snel niet weg en hij kreeg toestemming om mee te gaan. We spraken af in de trein. Toen ik instapte stond mijn vader al in de trein en tot mijn verbazing hupte hij om me heen, al pratend. In Hilversum zaten we samen op een terras en vertelde hij me geheimen over zijn leven. Wie had ooit kunnen denken dat er geheimen waren. Dingen die verborgen moesten blijven en die er nu uit kwamen. Hij was zo bang dat ik hem zou afwijzen als ik het zou weten.
We hebben samen zitten huilen en ik was zo blij dat ik nu meer wist en dat ik mijn vader beter leerde kennen. In de trein terug zei ik dat ik dit vaker wilde... wij met z'n tweetjes. Op dat moment gingen de luikjes van zijn ogen dicht en hij zei: "Het spijt me, dat kan niet... daar krijg ik geen toestemming voor van je moeder." Heb nog wel eens pogingen gedaan maar veel leverde dat niet op.

Toen mijn moeder overleed hadden we in de auto vaker gesprekken. Ik moest opletten dat ik mijn mond hield en na zo'n vijf minuten stilte, terwijl ik op mijn adem lette en bij mezelf dacht: 'Marja, niets zeggen!' begon mijn vader te praten en te vertellen over vroeger. Het ging dan altijd over plekken waar hij ooit woonde en de nummers van de huizen die hij nog wist. Gevoelsmatige zaken kreeg ik nooit te horen. Als ik er naar vroeg kreeg ik een kort antwoord: "Dat zou ik zo niet meer weten."

Dit schreef ik toen mijn vader stervende was zo'n acht jaar geleden: Af en toe is hij helder zoals vanmorgen en we spraken lang met elkaar. De liefde gonsde door me heen, zoals ik nooit eerder voor hem voelde. Ik vroeg wat de mooiste momenten in zijn leven waren: "Mijn werk (hij was meubelstoffeerder) en met jou en ma als we gingen fietsen..." Ook vroeg ik hem of hij zich realiseerde wat er nu gaat gebeuren. Hij heeft al een meer dan een week niet meer gegeten of gedronken. Heeft geen honger of dorst en gelukkig ook geen pijn. Ja hij begreep wel dat hij langzaam wegzakt en dat het einde in zicht is. Ik vroeg hem of hij wat van zich laat horen als hij aan de "andere kant" is maar niet zo dat ik erg schrik. Hij antwoordde: "Wees niet bang, ik ben een rustig spook."

Een paar keer vroeg hij: "Wie is die man die achter me staat?" Ik zag geen man of "Wie zijn al die mensen in de kamer?" Ik zag geen mensen. Toen hij stierf zaten we hand in hand en met zijn andere wijsvinger wees hij naar de muur terwijl hij strak naar een punt op de muur keek. Later hoorde ik van een medium en nog later schreef hij het zelf naar mij dat hij een Licht in de muur zag en daardoor heen de gezichten van geliefden en dat hij wist: "Daar moet ik naar toe!" Dat had ik hem gezegd: "Pa, als je sterft zoek naar het Licht en ga daar naar toe." Het Licht kwam al naar hem toe.

Inmiddels is mijn vader op donderdagavond 3 oktober 2014 weggevlogen. Hij was vijfennegentig jaar. We hebben hand in hand afscheid genomen. 


Vier weken later: na een een diepe ontspanningsoefening liep ik op straat en opeens stond mijn vader voor me: jong en vrolijk. Even maar en toen was hij weer weg. "Hé Pa!" riep ik luid. Zeer gelukkig liep ik verder.



Tuesday, September 10, 2013

Waar blijft de tijd?

In deze tijd van jong, wild en dynamisch gaat alles vlug, vlugger en nog vlugger. De tijd vliegt. Zo is het maandag, zo weer vrijdag en voor je het weet is je weekend voorbij.
We rennen onszelf voorbij en als we dan stilstaan, zijn we als een trein die tijd nodig heeft om te remmen. Als je wat ouder wordt, lijken de jaren voorbij te schieten. Je komt oude bekenden tegen en die blijken al flink te vergrijzen. Maar laten we eens naar onszelf kijken!
Tijd lijkt een vijand die ons in de nek blaast. Wat voor ideeën hebben we over tijd? “Op een tijdbom zitten” en “tijd is geld”.
Nee, tijd is ons leven! Tijd is relatief. Een uur kan lang of kort duren, het hangt er vanaf of we ons met iets prettigs of vervelends bezighouden.
Een uur bij de tandarts op de stoel of kijken naar een mooie film. Rokers ervaren de tijd dat ze niet mogen roken als langer dan niet rokers.
Als je de tijd dóórkrijgt, kun je ermee spelen.

Ooit moest ik mijn eerste tijdmanagementtraining voorbereiden. Ik had tot de volgende dag één uur. Ik was gehaast en ongerust en had te weinig tijd ingepland. Om één uur de volgende dag had ik afgesproken te gaan wandelen in de duinen. In dat perspectief leek de tijd te lang te duren, want ik kon haast niet wachten tot het moment daar was. Ik kwam op het idee de tijd die ik te lang vond duren voor de wandeling begon, te gebruiken voor de tijd die ik dacht te kort te komen voor de voorbereiding. Opeens leek het of ik zeeën van tijd had. Het ging om hetzelfde aantal uren. Het tijdsverschil speelde alleen in mijn hoofd.

Zit nu eens drie minuten stil. Even uitademen… niets zeggen, niets lezen… Hoe lang duurde dat, voor je gevoel?
Als je dat regelmatig doet, helpt het je de dag rustig in te gaan en krijg je een ruimer perspectief van tijd. In plaats van: O jé, ik heb nog maar een uur, denk je: Ha, ik heb nog een heel uur om iets af te krijgen. Het haalt de druk van de ketel en geeft ruimte. Je doet de dingen minder gehaast en je maakt minder fouten. Probeer maar: als je deze momenten af en toe inlast, krijg je rust en kan je veel meer aan.

Kijk eens terug naar het laatste jaar. Denk je nu: Wat is dat snel gegaan? Dan is het tijd om bewuster te gaan leven. Een vriend van me is seropositief. Hij gebruikt zijn tijd optimaal en leeft heel bewust. Hij geniet van ieder moment dat hij nog heeft en zich redelijk gezond voelt. Hij maakt boeiende reizen en doet zijn werk met aandacht.
Zijn tijd is in het NU en niets is meer vanzelfsprekend of een sleur.
Het kan echter ook nu al, nu je nog een heel leven voor je hebt. Ken je die momenten dat je je plotseling bewust wordt van de schoonheid van een landschap? Van een vriend, partner of kind die je al jaren vanzelfsprekend neemt en opeens weer echt ziet en waardeert? Dat zijn kostbare momenten. Het is mogelijk elke dag bewust dit soort momenten te creëren door af en toe eens letterlijk stil te staan.

Ik reed ooit met de fiets door het Vondelpark in Amsterdam en ik realiseerde me opeens dat ik het niet zag! Het was voorjaar en de bomen waren weer vers groen. Ik was me volkomen onbewust van waar ik was en de schoonheid om me heen. Mijn gedachten waren bij andere zaken.
Een andere keer reed ik door het Vondelpark, net voor ik een grote operatie zou ondergaan. Op dat moment leek het of de bomen oplichtten en ik alles tien keer zo bewust zag als normaal. Dat is het NU-moment. Nu rijd ik door het Vondelpark en ik zorg dat ik me bewust ben van wat ik zie. Ik wil het moment niet missen.

Tijd is een vriend in plaats van een vijand.

Uit: Placebo's en fluitende fietsen


Monday, September 2, 2013

Over rollen en rimpels

"Je hebt wel dikke billen..." zei haar vriendje twee weken geleden. Voor me zit een zeer slank meisje te snikken. Tja, nu schaamt ze zich voor haar billen en eet niet meer. Ze denkt alleen nog maar aan dat éne zinnetje. Het stampt door haar hoofd. Ai, één zinnetje kan jaren door ons hoofd razen en kan ons hele leven beïnvloeden. Zonde van ons leven!

In mijn jeugd werd ik “neus” genoemd. En ja, mijn neus is niet de kleinste. Mijn onzekerheid vroeger heeft zeker geleid tot allerlei opmerkingen die ik zelf mensen toe siste. Het leek dan alsof ik toch iets beter was dan anderen. Dat was natuurlijk maar schijn want van binnen voelde ik me heel klein en lelijk.

De mensen die in mijn leven de meeste indruk hebben gemaakt waren diegenen die voorbij mijn onzekerheid konden kijken en me voor vol aanzagen. Dat waren de mensen die vriendelijkheid uitstraalden en me het gevoel gaven dat ik goed was zoals ik ben. Hoe zij er uitzagen speelt geen enkele rol. Hun liefde en kracht straalde overal doorheen. Dat hielp me enorm en zo wilde ik ook zijn.
Gelukkig ontdekken steeds meer mensen dat we meer zijn dan ons lichaam. We zijn prachtige unieke individuen met eigen talenten en enorme kracht van binnen. Als we dat ontdekken zijn we genezen en hoeven we ons niet meer door dit soort zinnetjes te laten afleiden van wat werkelijk belangrijk is. Dan stralen we door al onze poriën heen licht uit. Als je dat op jonge leeftijd al ontdekt is dat iets waar je je hele leven wat aan hebt. Dus laat het je vrienden en vriendinnen weten: "We zijn prachtig zoals we zijn met alles er op en er aan." Dit zinnetje werkt helend en geeft kracht. Doe je mee?

Net had ik bovenstaande geschreven en ik ontmoette een prachtige oudere dame die zich druk maakte over een vetrolletje. Het was een piepklein rolletje... ik moest heel goed kijken om het te zien. Ze keek me kwaad aan en vertelde dat het beneden haar waardigheid was om een rolletje te hebben. O, God! Verlos ons van dit soort futiliteiten en laat ons vrij ons leven leven en genieten van wie we zijn en wat we doen en van alles wat wel werkt in ons leven. Ik vertelde haar dat ik wou ze zichzelf zag zoals ik haar zie: een prachtige vrouw met mooie ogen die wijsheid uitstraalt en dat ik het zonde van haar leven vond om zich druk te maken om dat rolletje.
"Als je zo doorgaat ben je straks een zure oude dame en ben je alleen nog maar bezig met rolletjes in je leven". Ze knikte en zei dat ik gelijk had. Het kwam binnen. Ik slaakte een zucht van verlichting.

Laten we nu eens ophouden om ons druk te maken over rolletjes en rimpeltjes en kale hoofden en ons bezig houden met echt belangrijke zaken! Zo dat moest ik effe kwijt.


Uit: 'Niets meer te bewijzen'