Daarnet zag ik een filmpje over stringtheorie en in dat filmpje lieten ze het bureau van Einstein zien. Eén van de meest bekende geleerden van de wereld met zo'n bureau? Moest denken aan een lezing die ik mocht houden over 'hoe je kinderen kunt helpen zelfvertrouwen te krijgen' op een groot college aan ouders en docenten. Na de lezing mochten mensen vragen stellen. Eén van de moeders vroeg: "Wat moet ik doen? Mijn dochter heeft altijd een enorme rommel in haar tas. Ik erger me er zo aan... dat is toch niet normaal?" Ik antwoordde: "Bereid u er op voor dat uw dochter haar hele leven een rommeltas zal houden en u zult zich uw hele leven blijven ergeren."
Ik vroeg aan de zaal hoeveel mensen een rommeltas hadden. Vele handen gingen omhoog. "Wat is uw beroep?" vroeg ik verder. De één had een eigen bedrijf, de ander was docent en ja ook de directeur van het college was een rommelaar. Het bleek dat een rommelige tas niet hoeft te betekenen dat je niets kan bereiken in het leven. De moeder moest er zelf om lachen en ik hoop dat het haar hielp tegen het ergeren. Als ik het toen had geweten had ik het bureau van Einstein als voorbeeld genomen. Dus rommelaars, zoals ik, rommel lekker door. Het zegt niets over je intelligentie.
De boeken: 'Placebo's en fluitende fietsen' en 'Niets meer te bewijzen' zijn gratis als ebook te verkrijgen. Ben je geïnteresseerd stuur me dan een email via marjaruijterman@gmail.com. Alle 405 verhalen, ook die ik na de boeken schreef, zijn in deze blog te lezen. Hoop dat je er van geniet. Wil je een verhalenmiddag of een lezing organiseren, heel graag en stuur me dan ook een mail.
zaterdag 31 december 2022
Over rommeltassen en Einstein
Jouw God of mijn God?
Het klikte en we dronken af en toe koffie met elkaar. Ze was christen en we hadden prachtige gesprekken. We begrepen elkaar en gingen dieper en dieper. Tot ze me op een dag tijdens het eten van haar koekje streng aankeek en zei: “Marja, jij bent van de duivel!” Ik verslikte me in mijn koffie en keek haar ongelovig aan. Ik dacht dat ze een grapje maakte… maar nee… Weg was de goede sfeer en ze rukte me mijn koffie uit de handen. “Ja, want jij gelooft niet dat Jezus de enige weg is.”
Dit was het eind van onze gesprekken. De koek was op.
En dan de prachtige gesprekken die ik had met een vrouw die Krishna aanbad. We hadden zoveel gemeen en we zweefden samen op golven van spiritualiteit tot ze plotseling, met haar vinger dreigend naar me uitgestoken, zei: “Je moet Krishna als God zien, anders klopt er niets van je spiritualiteit!”
Ik maakte kennis met allerlei richtingen: bij de éne mocht je geen seks en geen uien, bij de andere geen vlees op vrijdag en bij weer een andere moest je het ijskastlicht met tape bedekken op zaterdag.
God zei tegen de één dat je naar het oosten moest buigen tijdens het bidden en tegen de ander dat je niet moest bidden maar mediteren. Voor sommigen moest dat vijf keer per dag en voor weer anderen drie keer. Sommigen mochten een vrouw geen hand geven en anderen moesten dat juist.
Twee boeddhistische vriendinnen keken me meewarig aan en zeiden dat ik nog niet zo ver was omdat ik God niet los had gelaten. Tja, wat moet je dan? Wat is nu de waarheid?
Je komt thuis na dit leven en je staat voor God. Hij kijkt je woedend aan en zegt: “Op 2 maart 1988 heb jij een ui gegeten!” Of: ”Jij hebt het licht van de koelkast aan laten staan op 3 februari 2004!”
“Je hebt gevreeën op zaterdag 10 december! Foei!” “Je boog te veel naar het zuiden op 2 maart 2005 en je geloofde nog in me tot het einde, terwijl je me allang los had moeten laten!”
Binnen en buiten al die stromingen kom ik mensen tegen die de regels niet zo nauw nemen en die hun hart wijd open hebben staan. Warmte straalt me tegemoet als ik hen zie. Ik zie atheïsten die diezelfde liefde uitstralen en in de meest vreselijke oorden mensen helpen. Ik ontmoet doodgewone mensen die zomaar op een bankje in het park, levenswijsheden die niet uit boekjes komen, aan anderen doorgeven. Mensen die, al dan niet gedoopt of besneden, liefde verspreiden.
Regels en rituelen zijn middelen om de connectie met God te ervaren. Als ze echter de hoofdmoot worden, dan werken ze eerder als een blokkade. Ik ken mensen die doodsbang zijn als ze een regel hebben overtreden. Er is dan altijd iemand die zich opwerpt als boze rechter, Gods afgevaardigde op aarde. Als we gekwetst zijn in naam van God is het eigenlijk ons ego dat gekwetst is. We gebruiken God als machtsmiddel voor onze eigen strijd. We maken van God een karikatuur van ons eigen gekwetste ego. God kan niet beledigd zijn als we een regel overtreden of als we hem bespotten.
Moslims zijn beledigd over spotprenten en anderen zijn weer beledigd omdat de moslims het niet pikken. Zo zijn we met ons allen beledigd en denken we het meeste recht te hebben op het slachtofferschap.
God of Allah, de bron, of hoe je hem/haar wilt noemen, is liefde. Angst blokkeert de ervaring van liefde. Die liefde en kracht zijn er altijd. Zomaar om door ons heen te laten stromen en te gebruiken en door te geven. Dat gaat eeuwig door. Soms vergeten we het en weten we niet meer waar de deur zit. Als we hem weer vinden hoeven we alleen maar te kloppen. Hoe we dat doen mogen we zelf weten.
Ooit zag ik een plaatje waarop God als stralende zon naar alle kanten schijnt. Mensen trekken met lange touwen aan hem en roepen: “Hij is van ons!!” “Nee, hij is van ons!” God trekt zich nergens wat van aan en straalt rustig zijn stralen naar iedereen om hem heen.
Uit: Niets meer te bewijzen
woensdag 28 december 2022
Voet tussen de deur?
Stond voor de deur van een kennis en wilde aanbellen. Opeens opende een vrouw een andere deur en stak haar vinger dreigend naar me uit en riep: "U hoeft bij mij niet aan te komen met Jezus... daar wil ik niets mee te maken hebben!" Ik antwoordde: "Oi, wou net iets gaan vertellen over Boeddha!" Ze moest lachen.
Als je maar gezond bent... of niet soms?
maandag 19 december 2022
Zweverig?
Een paar jaar geleden kreeg ik feedback van een vrouw die me had ingehuurd voor een 'confronterende communicatietraining' voor docenten op een HBO opleiding. Ze had met haar collega's gepraat waardoor het kwam dat ik 'zweverige' dingen kan zeggen in de training en dat het toch aankomt bij mensen die daar normaal niets mee hebben. Ik was natuurlijk heel benieuwd wat ze te zeggen had.
Wat bleek: "Je zit wijdbeens! Hoe moet ik dat noemen... eh, je houdt je benen niet bij elkaar en dat werkt op één of andere manier! Dat maakt dat je zweverige dingen kunt zeggen en dat we je toch serieus nemen."Dus lieve mensen die serieus genomen willen worden en toch 'zweverig" materiaal willen brengen bij organisaties: trek een broek aan en ga wijdbeens zitten! Het 'zweverige' ging over ademhalen.
zondag 18 december 2022
Help, ik ben typiste!!!
Voor 1984 was ik typiste op vierenvijftig verschillende kantoren. Wat een leed was dat voor me en voor mijn werkgevers. We hadden in het begin van die typemachines waar je hard moest aanslaan en waar geen enkele autocorrectie op zat. Dus elk foutje moesten we met een potloodje met vlakje uitvlakken wat natuurlijk erg lelijk werd. Ik maakte nogal wat fouten en zat met een rood hoofd driftig te vlakken en wist dat de chef zat te kijken. Had visioenen dat ik die typemachine uit het raam smeet.
Toen kregen we de typex wat al beter was maar nog steeds te zien. De elektrische typemachine was een hele bevrijding en er zat een lint op die de fouten netjes wegwerkte. Voor die tijd was ik al vele malen ontslagen of had ik mijn ontslag genomen. Ik haatte het werk maar zag geen uitweg en dacht dat ik de rest van mijn leven op kantoren zou slijten.
Toen de computer zijn intrede deed werkte ik al voor mezelf en met Windows was de totale bevrijding daar. Het duurde nog even voor ik zelf verhalen ging schrijven maar daarna was ik niet meer te stoppen.
Ik die het typen zo haatte vind het nu heerlijk en typ er snel op los en autocorrectie red me van de afgrond. Nu bepaal ik zelf wat ik typ en dat scheelt een hele hoop.
Laatst vond ik een deel van een dagboek uit de typiste tijd waarin ik vreesde dat ik mijn hele leven al typend op kantoren zou doorbrengen. Hier twee zinnetjes met een hartenkreet uit mijn dagboek van toen:
zondag 11 december 2022
Geld en principes
Mijn moeder schrok. Mijn vader kreeg al jaren het minimumloon en ze konden er net of net niet van rondkomen. "Ik wil uw geld niet, hou maar. Doe er iets leuks van!" Ze had zo haar principes. De buurman hield aan: "As je het niet neemt dan spoel ik het door de wc!" Mijn moeder keek nog eens naar de doos die helemaal vol met honderdjes zat. "Ik neem het niet aan, spoel maar door!" Dat deed hij voor haar neus... honderdje voor honderdje...
's Avonds vertelde mijn moeder trots hoe ze het geld had geweigerd en dat ze een vrouw met principes was: "Oh, ik ben zo principieel". Moet eerlijk zeggen dat ik flink moest slikken en ik weet niet hoe mijn vader zich voelde maar we knikten en zeiden: "Wat goed zeg, wat principieel!!!"
dinsdag 6 december 2022
Dat wat we willen beschermen blijkt onze grootste kracht te zijn
Mijn moeder was mijn eerste en grootste leermeester op het gebied van verwerken en vergeven. Ik dacht altijd dat ze niet goed verwerkte en over de gevolgen die dat voor haar en mij had. Het zat er al een tijd aan te komen en het moest een keer geschreven worden. Terwijl ik schrijf gebeurt het al... zoveel herinneringen komen boven. Ik realiseer me dat mijn moeder wel degelijk pogingen deed om te verwerken.
De herinnering komt opeens fel op dat mijn moeder en ik, hand in hand naar Shoah keken, de documentaire die ooit werd uitgezonden met de gruwelijke details van de concentratiekampen. Mijn moeder vroeg me het samen te zien, zodat ze er door heen kon gaan om het goed te verwerken.Een groots moment omdat ons dat dicht bij elkaar bracht. Ik zie net op google dat het in 1985 is gemaakt, dus ik moet zo'n dertig jaar zijn geweest. Ze wilde de confrontatie aan gaan en met eigen ogen zien wat er precies was gebeurd. Wat een moed. Het hielp niet, haar pijn werd er des te erger door. Nu kwamen de beelden in volle heftigheid bij haar binnen. In mijn jeugd knipte mijn vader alle informatie over de oorlog uit de krant zodat mijn moeder het niet zou zien. Als Hitler op tv kwam rende hij naar het toestel om het uit te zetten.
Mijn moeder verloor zo'n dertig familieleden in de gaskamers van Sobibor. Haar vader en op één na al zijn zusters en broers, haar oma en opa, nichtjes, neefjes. Mijn moeder stond ingeschreven bij de Joodse gemeente als vol Joods. Ze had al een oproep gekregen en voor hij zelf werd weggehaald, zette haar vader dat nog "recht". Mijn oma was christen en half joodse kinderen mochten nog wat langer blijven leven.
Greet Dresden, hield zich na de oorlog staande met de boeken van o.a. Vincent Peale. Ze was een positief denker. Dat heeft haar een tijd veel goed gedaan. Ze liep met ferme pas en haar hoofd met grote zwarte dot, trots in de lucht. Ze las, ondanks dat ze alleen lagere school had, boeken van Sartre en Spinoza en voelde zich een vrijdenker. Ze las iedereen de les en menigeen was bang voor haar priemende blikken en snelle tong. Ook ik was vaak bang van haar, ze zag door me heen en kon me op mijn zwakste plekken raken.
We konden ook uren praten over het leven en de dood. Ze vertelde over hoe ze de wereld zag en dat over honderden jaren iedereen van gemengd bloed zou zijn... alle rassen door elkaar omdat we allemaal één zijn. "Net als ik, zei ze dan trots: joods en christen, door elkaar." Ze wilde bewust leven en riep me dat vaak toe: "Bewust leven, Mar! Geniet van elke dag en elk moment!" Ze had grootse momenten en ik was dan zo trots op haar. In één van die momenten vergaf ze de Duitsers.
Ze zat vaak op bankjes in het Sarphatipark in Amsterdam en sprak met allerlei mensen. Als iemand naast haar zat die depressief was, dat gebeurde nogal eens, riep ze: "U depressief? heeft u dertig familieleden verloren aan de gaskamers? Nou ik wel en als ik positief kan zijn, dan kunt u het ook! Ga naar de markt en haal een bos tulpen en zet ze op tafel... koop een taart en geef die aan iemand die eenzaam is! Dat haalt u er wel uit." Ze liet mensen verbijsterd achter. Ze is nog wel eens iemand tegen gekomen die zei: "U haalde me door uw woorden uit de depressie!"
Er kwamen ook andere momenten. Zoals de keer dat ik thuis kwam en alles donker was. Mijn moeder lag op de bank in de kamer in het donker en ik mocht niet naar binnen. Ik was een jaar of twaalf. Het duurde weken. Ma had een "inzinking" zoals ze het noemde. De dokter hoorde voor het eerst wat er in de oorlog gebeurd was en vroeg: "mevrouw Ruijterman, wilt u misschien in therapie?" "O, nee." antwoordde mijn moeder trots: "Geen sprake van, dat doe ik zelf wel! Ik ben oersterk en ik kan het alleen, mijn gedachten zijn krachtig en ik krijg alles voor elkaar! Ook dit!" Toen een tijdje later het licht weer aanging liep ze weer even trots als daarvoor de wereld in en toch was er iets veranderd.
Ze kreeg buien waarin ze radeloos en woedend schreeuwde en tierde en haar haar uittrok, zichzelf sloeg en me de huid vol schold. Het kon ook zo weer over zijn als de voetstappen van mijn vader op de trap klonken. Ze trok een glimlach en riep: "Mar, lachen... niets aan de hand!" "Dag Niek! hoe was het op je werk?" en voorbij was de paniek. Dat leerde me toen al dat je paniek kunt uitzetten als je dat nodig acht. Er is ergens in ons een toeschouwer die de boel in de gaten houdt en een nieuwe keuze kan maken.
Het was in het begin voor mij niet te geloven. Mijn moeder? Dat kan niet waar zijn... dit gebeurt niet echt. Ik was vreselijk bang en de jaren daarna gebeurde het steeds vaker dat ze zo'n bui had. Het contrast was gigantisch. Als ze zo was dan vergat ik totaal de mooie sterke moeder die ze ook was. Als ze weer normaal was vergat ik totaal haar paniekaanvallen en hadden we weer de mooiste gesprekken.
Ik kreeg een hekel aan positief denken omdat ze zich zo groot hield en en de positiviteit gebruikte als overlevingsstrategie waardoor ze zich enorm opblies. Mijn overlevingsstrategie was cynisme en ik kon haar daardoor van repliek dienen en voelde me sterker.
Toen ik later zelf de kunst van de kracht van gedachten leerde gebruiken was verwerken altijd gedachte nummer één: "Ik ga dit goed verwerken" is een zeer constructieve gedachte en dan is het zaak om het ook te doen. Dat is een grote les die ik van haar heb geleerd.
Ben ook een ster geweest in het niet willen voelen en mezelf als slachtoffer van de wereld zien. Heb jaren in therapie gezeten om alles te verwerken. Het lukte niet omdat ik in de therapie altijd maar weer het verhaal vertelde van hoe zielig ik was geweest. Pas toen ik er jaren later achter kwam dat door het gevoel bewust te voelen de pijn oplost, werd het zachter in mij.
Ik was zo bang de pijn toe te laten dat ik allerlei manieren vond om niet te hoeven voelen. Tv kijken, snoepen, uitgaan, lezen. Op mijn drieëndertigste begon ik te mediteren en toen kon ik er niet meer van weg. En wat bleek... als de pijn heel dichtbij de kern komt... dat gedeelte wat ik zo graag wilde beschermen omdat het zo kwetsbaar leek: als de pijn de kern/de ziel raakt... lost het op. Het lost niet alleen op: er komt Liefde vrij en geluk. Wie had dat gedacht? Dat wat we willen beschermen blijkt onze diepste kracht te zijn. We zijn zielen met zoveel Liefde en Kracht in ons en dat zijn we vergeten. Tot we het ons weer herinneren en dan lost alles op. Alle verdriet, haat, jaloezie, wrok verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Mijn moeder werd ouder en ze ging zich steeds meer herhalen en stopte niet meer met praten. Tegen de arts van het ziekenhuis, zes weken voor haar dood, zei ze: "Ja, als u dertig familieleden had verloren aan de gaskamers dan had u ook een tia gehad..." ze ging voor het effect. Heel af en toe hadden we momenten echt contact tot ze stierf. Ze kreeg een hartaanval en de laatste zes weken lag ze aan de beademing en kon niet meer praten. Ze was woedend dat haar dit moest overkomen en had gigantische hoge bloeddruk. Toen ze wist dat ze ging sterven werd ze rustig en we keken elkaar lang in de ogen. Met een groots gebaar van haar nog goede hand gaf ze aan dat de beademing mocht worden stopgezet. We hebben intensief afscheid genomen en ik heb genoten van het rouwen. Heb me er helemaal ingegooid en het was louterend en verlichtend.
Ze liet me later weten, via een medium, dat ze nu vrij is en dat ze haar leven overziet. Dat ze een karikatuur van zichzelf was geworden. Ze is nu vrij. Er is altijd bevrijding al wachten sommigen er op tot na de dood.
Zo lang hoeven wij niet te wachten. Het kan ook nu... als je denkt: het is genoeg geweest. Zeg tegen je zelf: Ik ga nu zitten en voelen wat er te voelen is. Ik ga het aan en niet meer uit de weg. Laat maar komen... en ontvang de pijn in je hart, adem het in en voel wat er gebeurt. Als je het eng vindt vraag er iemand bij die je vertrouwt of zoek een goede therapeut, geen therapeut die alleen maar mmm zegt. De pijn kan nooit langer duren dan twintig minuten... en soms moet je het vaker doen. Dat heb ik de laatste tijd ook weer ervaren. Het heeft tijd nodig. We hebben elke dag wel wat te verwerken en we kunnen het af en toe bijhouden. Ook mooie gebeurtenissen verwerken we niet altijd en gaan er aan voorbij. Ook die kun je voelen en verwelkomen en diep naar binnen laten komen. Als we het allemaal opsparen lopen we uiteindelijk toch tegen de muur. Waarom er op wachten?
In de diepte van wie we werkelijk zijn: op zielsniveau komen we elkaar tegen en blijken we één te zijn en lost alles op.