maandag 20 april 2020

Welke gedachten zijn oorspronkelijk van ons?

Welke gedachten zijn oorspronkelijk van ons en welke zijn ingegeven door ouders, geliefden, collega's of vrienden?
We zijn er een leven lang mee bezig om dat uit te vinden. Wie ben ik? Wat wil ik echt en hoe authentiek ben ik? We denken dat we oorspronkelijke gedachten hebben maar als we goed opletten dan blijkt dat een groot deel van buiten komt. Ik schrijf een column en in mijn achterhoofd spreekt het stemmetje van een vriendin die het vast niet eens is met wat ik hier nu schrijf. Schrijf ik het dan op of delete ik het? En als ik kritiek krijg over wat ik schrijf ga ik dan in de verdediging of neem ik de verantwoordelijkheid voor mijn eigen schrijfsels? Als ik coach gebruik ik dat wat voorhanden is om het duidelijk te maken. Welke stemmen nemen onze eigen gedachten over? Welke is het grootst? Naar wie willen we wel luisteren en wie niet? Op welke plaats zetten we ze? Belangrijker: wat is onze eigen stem en en hoe creëren we onze eigen wereld binnen de mogelijkheden? Hoe zorgen we dat onze eigen stem groeit en dat we die serieus nemen? Dan blijkt dat de mogelijkheden veel uitgebreider zijn dan we ooit hadden gedacht. Stilte en in de natuur lopen helpt.


zondag 5 april 2020

Weet u wat een geertje is?

Tijdens het tikkertje spelen in het Sarphatipark in Amsterdam met de kinderen van de Ferdinand Bolschool viel ik van de spin. Wie kent 'm nog?

Ik was negen en had een hersenschudding en mijn voortanden waren kapot. De juf bracht me naar huis en mijn moeder zei: "Ik wist dat er iets zou gebeuren, heb net je bed verschoond." Tja, die moeder van me wist vaak wat van te voren.
De tandarts had zijn praktijk op de Stadhouderskade. Terwijl hij mijn tanden behandelde sprak hij een woord dat mijn moeder niet begreep. "Weet u niet eens wat dat betekent?" riep  hij. "Weet u wat een geertje is?" vroeg mijn moeder. "Nee!" "Tja, dat weet ik nu weer wel." antwoordde mijn moeder adrem.
Later vertelde ze dat het een woord uit het naaivak is. Ze was naaister in haar jonge jaren.
Ik was op mijn mond gevallen maar mijn moeder niet.


Op de zwart wit foto van de zandbak herkende ik mijn moeder op één van de bankjes. Op de zwart wit foto van het bruggetje mijn moeder en ik in de kinderwagen.