We werden uitgenodigd voor een familiegesprek in het huis waar mijn vader, toen drieënnegentig, woonde. Ik dacht: wat goed dat ze zo contact met de familie houden maar tot onze schrik vertelde men ons dat mijn vader daar weg moest omdat hij te goed was voor een verpleeghuis. Men had ons twee maanden daarvoor zelf gevraagd te blijven omdat hij niet meer naar huis kon na een flinke urineweginfectie en ze hadden meteen een kamer voor hem. Ze wisten mijn vader en mij te overtuigen dat hij daar prima zou wonen en alle verzorging zou krijgen. Ik was opgelucht om de zo voor de hand liggende oplossing omdat ik ook wel zag dat hij niet terug naar huis kon. Mijn vader was snel gewend, mensen waren vriendelijk, hij had alles wat hij nodig heeft binnen handbereik. Het was een kwartier fietsen van mijn huis en ik was gerust: Hij zit daar goed. We haalden zijn huis leeg en gaven al zijn spullen weg omdat hij nu maar een kleine kamer had waar niet veel in kon dan het hoogst noodzakelijke.
In eerste instantie schrok ik. Waarom hebben ze dat niet meteen gezegd? Hij was niet tot meer in staat dan toen. Zijn ogen gingen erg achteruit en daar was niets meer aan te doen. Hij liep heel slecht en wankelde al als je hem aankeek en hij was bijna doof. Toch kregen ze de indicatie niet rond. Ze vonden het heel moeilijk om te vertellen omdat ze ook wel zagen dat hier een fout was gemaakt. De maatschappelijk werkster van het huis dacht goed mee. Ze schrok er ook van maar kwam al snel met een oplossing. Een huis bij ons in de buurt had net nog een kamer over. Nog dichterbij richting Vondelpark en ze gaven daar ook alle zorg die hij nodig had. De volgende dag ging ik meteen kijken en het zag er heel gezellig uit. Eerlijk gezegd veel intiemer en knusser dan waar hij tot nu toe zat. Er waren veel mondige dames waar hij mee zou kunnen praten. We schaften via marktplaats weer een leuke bank aan en kasten omdat hij nu een grote ruime kamer had met uitzicht over deftig Amsterdam, wat hij helaas zelf niet kon zien. Er was veel meer leven om hem heen en vrijwilligsters die met hem kwamen praten. Er was een echte kok met echte toetjes, niet uit een plastic bakje.
Mijn vader liet alles gelaten over zich heen komen: "Ik neem een afwachtende houding aan." Hij zag ook voordelen omdat hij een toilet voor zichzelf kreeg en niet hoeft te delen met een wat grimmige dame die aan de andere kant van het toilet woonde wat vaak mis ging als de één vergat de deur van de ander te sluiten. Mijn vader is met zijn ouders in zijn jeugd heel vaak verhuisd en hij zei: "Nou dan verhuis ik nog een keer, dat ben ik wel gewend" en "Ach, het is weer iets nieuws." Avontuurlijker dan ooit want hij deed altijd alles het zelfde als altijd, zonder uitzondering. Hij heeft nog een flink jaar heel prettig gewoond in het Emmahof voor hij zijn aan allerlaatste verhuizing begon. De verzorgers waren hartverwarmend en dachten lekker mee en steunden mij ook in de laatste fase van zijn leven.
Zo zie je maar een schokkende mededeling kan soms toch voor positieve verrassingen zorgen en ik ben trots op de houding van mijn vader. Wil niet zeggen dat ik er een voorstander van ben dat er zo met ouderen gesold wordt want ik weet dat het vaker gebeurd. De veranderingen in de zorg leiden vaak tot drama's en ik hoop dat een nieuwe regering een hoop recht gaat zetten. Goed opletten hoe we stemmen en dat de partijen zich aan hun verkiezingswoord houden. Ai...
Nico Ruijterman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten