Het
begon toen Rachel met haar man in 1979 naar Oostenrijk ging om te skiën. In een
wegrestaurant lieten een paar Amerikanen een folder liggen met hotels en ze
bladerden of er wat voor ze bij zat. Rachel zag een hotel met de naam
'Sonnen-Alp' en zei: “Daar wil ik naar toe…” Na een lange rit zochten ze het
hotel en eindelijk vonden ze het. Haar man was moe en blij dat ze konden rusten
en sjouwde de koffers de mooie kamer van het prachtige hotelletje in. “Wat ben
ik blij dat we in hotel Sonnen-Alp zijn aangekomen” zei Rachel in het Duits tegen
de hotelhoudster. “Sonnen-Alp? Dat is een stukje verder…” “Maar daar wil ik
naar toe!” Man boos want die had alles al geïnstalleerd: “Hier is het toch ook
prachtig, wat wil je nou dat ik weer alles inlaad?” "Ja", zei Rachel resoluut, "ik wil naar Sonnen-Alp.” Ze vond het wel wat gênant voor de
hotelhoudster maar was vastbesloten. Waarom wist ze ook niet want dit hotel was
ook beeldig. Ze reden verder en kwamen in het iets minder mooie hotel
Sonnen-Alp aan. Na een tijdje wachten kwam Olga binnen die daar werkte als
skileraar en barvrouw en Rachel dacht: 'Die ken ik… dat is mijn zuster.'
Olga bezocht vrienden in Nederland en ging langs bij Rachel, ze gingen samen op
vakantie en leerden elkaar beter kennen. Olga was ook reisleidster en gidste
bussen Amerikanen en Engelsen door Oostenrijk en Italië en vroeg op een dag of Rachel haar kon helpen. Rachel antwoordde dat ze dat nog nooit had gedaan en heg
nog steg wist in die landen maar na enige overredingskracht van Helga ging ze
overstag. In het begin zoekend en gaf soms op de verkeerde plekken de verkeerde
informatie en vertelde over gletchers al wist ze niet wat dat waren. Al snel voelde ze zich heerlijk in het vak en is jarenlang
reisleidster gebleven tot haar kleinkind Miriam dertig jaar geleden werd
geboren.
Rachel en Olga logeerden elk jaar een week bij ons in Frankrijk en dat leverde tweehonderdvijfentachtig jaar aan verhalen op. Ik heb ze eerlijk geteld. Ieder
komt een aantal keer aan de beurt, dat gaat vanzelf. Af en toe liggen we her en der verspreid
in de tuin te lezen of te zonnen en dan weer bij het ontbijt en aan het diner urenlang verhalen uitwisselen. Het zijn er nogal wat want het begint al voor de
oorlog. Rachel is met haar Joodse vader en Duitse moeder op haar vijfde net voor
de oorlog uit Berlijn naar Amsterdam gevlucht nadat in de Kristalnacht zijn winkel werd vernield. Oostenrijkse Olga zag haar
vader een jaar na de oorlog terug als een gebroken man. Te zacht om in het
leger van Hitler te dienen maar hij moest wel en vocht in Rusland. Hoe die twee
elkaar gevonden hebben is een waar wonder en nu zijn ze al vijfenveertig jaar
hele goede vriendinnen. Ze reizen vaak de wereld over en al zijn ze flink op
leeftijd ze laten zich nergens door tegenhouden. Al zijn ze 'dol op mannen' ze
hebben elkaar als soulsisters gevonden. Wat een bijzondere match!
Inmiddels
woont Olga al weer jaren bij Rachel in de buurt in Amsterdam en beiden zijn dik in de tachtig. Ik
luister naar al die soms ongelooflijke, spannende, verschrikkelijke, mooie en
ontroerende verhalen over oorlog, dood, reizen en liefde en er gaat van alles
door me heen, ik vertel de mijne en er word goed geluisterd. Af en toe tranen van ontroering,
lachsalvo’s en dan weer stilte omdat we ons terugtrekken op de ligstoelen in de
tuin. Elke ochtend leest Olga een wijze spreuk waar we over praten en
nadenken van Eckhart Tolle of een Indiase wijze. Rachel en ik hebben af en toe
gesprekken over meer zijn dan ons lichaam, leven wel of niet na de dood en wat
de ziel nu eigenlijk is. Tenslotte worden we een dagje ouder en zijn er al
velen ons voor gegaan.