Door de bibliotheek hebben mijn ouders zich kunnen ontwikkelen en ik ook. Want wat ik daar las, dat kreeg ik niet op school. Wat lazen we veel, bijna elke week haalden we weer nieuwe boeken.
We woonden in de Pijp, toen een achterstandswijk in Amsterdam. Later realiseerde ik me dat het onderwijs op mijn school niet je van het was. Er werd van ons niet meer verwacht dan dat we naar een technische, - of huishoudschool gingen. Hoogstens de MULO. De boeken brachten veel en veel meer interessante informatie mijn leven binnen.
Jaren geleden begon ik te werken als trainer voor de bieb. Ik trainde alle bibliotheken van Amsterdam. Heel fijn om te doen. Het allermooist was dat ik op een gegeven moment de medewerkers van het Roelof Hartplein mocht trainen. Wat een feest! Natuurlijk kon ik het niet nalaten te vertellen over toen en aan de mensen te vragen of ze zich realiseerden dat ze werkzaam zijn op een plek waar bijna alle informatie van de hele wereld te vinden is. (dat was nog voor Google).
Na de oorlog, toen er bijna niets was, werden er weer bibliotheken opgericht. De laatste jaren is er veel geïnvesteerd om de bibliotheken te moderniseren. We kunnen er op het internet, dvd’s huren, bekijken, beluisteren en lezingen volgen. Ze zijn meegegaan met hun tijd. Personeel werd opgeleid om in te springen op wat een moderne bibliotheek te bieden heeft.
Kansarme kinderen moeten de kans krijgen op goed onderwijs en volwassenen die geen boeken kunnen kopen de kans om te lezen. Dan is de bieb de uitgelezen plek om dat voor elkaar te krijgen.
Nog een bijzonder detail: De vrouw die bij het ouderencentrum in Osdorp de activiteiten regelde vertelde dat mijn vader, de grote verlegen zwijger, een lezing over sterrenkunde had gegeven. Ik was verbijsterd. Mijn vader? Hij wist er heel veel van allemaal door de boeken van de bieb. Soms zijn mensen de diploma's voorbij.