woensdag 19 juli 2023

Help, ik ben typiste!

Voor 1984 was ik typiste op vierenvijftig verschillende kantoren. Wat een leed was dat voor mij en mijn werkgevers. We hadden in het begin van die typemachines waar je hard moest aanslaan en waar geen enkele autocorrectie op zat. Dus elk foutje moesten we met een potloodje met vlakje uitvlakken wat natuurlijk erg lelijk werd. Ik maakte nogal wat fouten en zat met een rood hoofd driftig te vlakken en ik wist dat de chef zat te kijken. Had visioenen dat ik die typemachine uit het raam smeet.

Toen kregen we de typex wat al beter was maar nog steeds te zien. De elektrische typemachine was een hele bevrijding en er zat een lint op die de fouten netjes wegwerkte. Voor die tijd was ik al vele malen ontslagen of had ik mijn ontslag genomen. Ik haatte het werk maar zag geen uitweg en dacht dat ik de rest van mijn leven op kantoren zou slijten.
Toen de computer zijn intrede deed werkte ik al voor mezelf en met Windows was de totale bevrijding daar. Het duurde nog even voor ik zelf verhalen ging schrijven maar daarna was ik niet meer te stoppen.
Ik die het typen zo haatte vind het nu heerlijk en typ er snel op los en autocorrectie red me van de afgrond. Nu bepaal ik zelf wat ik typ en dat scheelt een hele hoop.
Laatst vond ik een deel van een dagboek uit de typiste tijd waarin ik vreesde dat ik mijn hele leven al typend op kantoren zou doorbrengen. Zag geen uitweg. Hier twee zinnetjes met een hartenkreet uit mijn dagboek van toen:






woensdag 12 juli 2023

Ik weet het niet.

Schreef ooit een stukje: 'Ik weet het niet.' Dat gaf een enorme bevrijding... ik hoef het niet te weten want soms ligt alles anders en een mening is maar een mening en een principe kan uitlopen in ruzie of erger.

Mijn vader kreeg ooit een baan aangeboden als meubelstoffeerder bij Fokker. Hij verdiende het minimumloon en deze baan was een geweldige kans. Op het moment dat hij zich realiseerde dat hij ook stoelen van gevechtsvliegtuigen moest stofferen, haakte hij af. Mijn ouders waren van het gebroken geweertje (voor de jongeren onder ons: een speldje dat aangaf dat je pacifist was). Ik was ook dol op principes en wist precies hoe de wereld in elkaar zat. Het werden er steeds meer. Van: ‘je gaat niet met je onderdrukker naar bed’ tot: ‘ik ga niet meer om met vrouwen die nog met de onderdrukker omgaan.’ Ik heb heel wat mannen weggekeken die op visite kwamen bij mijn woongroep-genoten in het Handelsbladgebouw. Later bleken het erg aardige mannen te zijn, maar ik keek niet verder dan mijn neus lang was.
Ik liep mee in allerlei demonstraties, en wist precies wat wel en niet kon en liet de mensen om me heen dat ook duidelijk weten. Ik had een baantje bij een uitgeverij in de Lairessestraat. Elke nacht ging ik tot een uur of vier stappen bij de Schakel in de Korte Leidsedwarsstraat en was niet zo helder in de morgen. Ik zat al een uurtje te typen toen en voelde dat er iets niet klopte. Ik las mijn typewerk en het bleek een niet-Joodverklaring te zijn. Mijn opa was Joods, hij heeft de oorlog niet overleefd en ik was ziedend dus stapte ik meteen naar de baas en tikte hem flink op de vingers. Vervolgens pakte ik mijn spullen en stond op straat.
Een tijdje later zag ik tegenover het COC in de Rozenstraat een auto staan van die uitgeverij. Ik rende naar de administratie om een dikke viltstift te halen. Met grote zwarte letters schreef ik op de witte auto: “Hier schrijft men niet-Joodverklaringen!” Een man stond naar me te kijken en hij vroeg me in het Engels wat ik deed. Hij bleek een Israëliër te zijn. “We have to put a bomb under the car!” schreeuwde hij. Dat ging me nu net even te ver gezien mijn geweldloze opvoeding. Even later vroeg hij mij wat er binnen in het gebouw te doen was. Ook dat vertelde ik hem. Daarop begon hij te schreeuwen dat het een zonde was. Net waren we nog aan dezelfde kant aan het strijden en nu waren we alweer vijanden.
Mijn principes kostten me heel wat banen: ik weigerde “Geachte heer” te typen als het ook een vrouw kon zijn. Ik vertrok meteen toen bleek dat de moertjes waar ik facturen voor moest typen voor geweren bleken te zijn. Deelde pamfletten uit voor demonstraties op mijn werk bij een keurige bank en weigerde nette kleren aan te trekken. Ik zei tegen mijn chef dat ik zijn driedelige maatpak ook niet mooi vond. Liep mee in een pro-Palestijnse demonstratie, waar opeens een spandoek omhoog ging: “Dood aan Israël” en hup mijn benen weigerden dienst, want dat wilde ik helemaal niet. Alles ligt genuanceerder dan ik dacht.
Het idee van vijandschap blijkt nergens op te slaan. Later trainde ik mensen die me vroeger achterna zaten als ME-er. Die met geweren op het dak zaten van het Paleis op de Dam, terwijl ik aan de overkant voor het kraakpand in de zon zat tijdens de kroning. Het blijken prachtige mensen te zijn. Jaren later kunnen we er meestal om lachen en ik weet nu hoe bang sommigen waren. Het waren ook nog maar jongens en meisjes, net van moeders rokken vandaan en daar stonden ze in de vuurlinies. Ze wisten soms nauwelijks waar het om ging.
Tijdens mijn massageperiode in de Jodenbreestraat masseerde ik de opdrachtgever van de ME-charges en we hadden diepe en vriendschappelijke gesprekken. We hebben alles uitgepraat. Het waren allemaal maar ideeën en vergissingen. De ander is slecht en deugt niet. We kenden elkaar niet en zagen alleen de ME-maskers en de Palestijnse shawls.
Door het masseren leerde ik veel over mensen en hun achtergrond. Het idee dat zakenmensen over lijken gaan bleek voor een groot deel op vooroordelen te berusten. Vanuit de sauna kwamen mensen, zonder make-up en enkel een badlaken om, bij me binnen. Door het uiterlijk kon ik niet meer misleid worden. Zo was er een prostituee die een vakbond had opgericht. Een prostitueemadam leende me een boekje over Boeddhisme en vegetarisch eten. Een bekende politicus vertelde over zijn twijfels en dat hij eigenlijk veel liever fotograaf was geworden. Het werden mensen voor me. Principes zijn prima, toch is het goed om af en toe even te kijken of ze nog gelden. Zijn het niet ondertussen vooroordelen geworden? Ben ik te star? Is het wel zo? Zo langzamerhand heb ik er natuurlijk weer een hoop ideeën bij gekregen. Dus uitkijken geblazen. “Ik weet het niet” is heerlijk om te zeggen. Op het moment dat ik loslaat dat ik iets moet weten, schakel ik over op mijn intuïtie en dat geeft een veel beter resultaat.
Dus ik gooi hier en nu al mijn ideeën overboord en begin helemaal opnieuw! Voel de vrijheid… alsof ik een zware rugzak afzet en kijk weer fris naar de wereld, de mensen om me heen en naar mezelf. Wil het wel regelmatig blijven doen, voor ik het weet zit die rugzak weer vol met principes en die kunnen weer vastroesten.







zaterdag 8 juli 2023

Theorie van de theeschotel

Een paar jaar geleden gaf ik een lezing maar had geen flipover of beamer dus pakte ik een theeschoteltje. Na de lezing schreef één van de deelnemers me dat ik naar de WC moest in het Vondelpark. Wat moet ik daar nou? 'Ga nou maar!' schreef ze en nieuwsgierig geworden ging ik en zie... ze had de hele WC volgeplakt met theeschotels.

De kern van het schoteltje is ons ware zelf. De ziel... zonder de beperkingen van gedachten over onszelf of die van anderen. Zonder de overlevingsstrategieën, de wrok, de spijt en nog zo wat kwetsuren die we hebben opgelopen of waar we nog ergens mee rond lopen in het leven. Ons pure zelf, de kern.

De rand van het schoteltje is het ego, het 'dit had niet mogen gebeuren' en 'ik kan dit niet... of juist beter dan de ander...' het 'wie denk je wel dat je bent' en 'Oh, God, waar moet het naar toe met deze wereld?' De onrust, de angst, de onzekerheid, het gekwebbel in ons hoofd. De angstige verliefdheid, de hete gedachten, het afwachten en het slachtofferschap. Het 'ik ben beter of slechter dan de ander...' het beledigd zijn, het beledigen.
Binnen in de kern is er rust, wijsheid, het wonder, de verwondering, de bezieling, Zijn, leven, het avontuur, de moed, de diepe ontspanning en het overzicht, de diepste Liefde, de verbinding met het universum en met alle andere kernen van theeschoteltjes in de wereld.
De kunst is om ons bewust te zijn wie we zijn: identificeren we ons met de rand van het schoteltje of met de kern? Dan kunnen we elk moment een nieuwe keuze maken... wie ben ik, de rand of de kern? Dan uitademen en thuiskomen als het slotakkoord van een symfonie.
Het wordt de laatste jaren zo vaak gezegd: je moet eerst van jezelf houden. Vaak schuurt dat wat in de maag... egoïsme, alleen aan jezelf denken, ikke en de rest kan stikke. Mensen kijken soms wat onzeker als ze het horen zeggen. Hoe doe je dat in Godsnaam van jezelf houden?
De scheidslijn tussen egoïsme en van je zelf houden is dun... waar ligt de balans?
Genoeg mensen die zoveel van zichzelf houden dat ze anderen niet meer zien en zorgen dat ze zoveel mogelijk voor zichzelf binnen halen en daarbij over lijken gaan. Denk niet dat het hier om echte liefde gaat maar om een overlevingsstrategie uit angst niets meer te hebben of niemand te zijn. Net zoals het jezelf uitleveren en altijd voor anderen klaar staan de andere kant van de medaille is en ook een strategie om te overleven die ergens in de jeugd is ontstaan. Velen die daar overspannen van raken. Neem mantelzorgers die zoveel te zorgen hebben voor een familielid of geliefde dat ze het niet meer aan kunnen en geen tijd voor zichzelf over houden.
We hebben allemaal natuurlijk wel es de neiging de éne of de andere kant op.
Om op een gezonde manier van onszelf te houden is het nodig om af en toe stil te zijn. Even van de snelweg van het leven af en alleen met jezelf zijn. Wat heb ik nodig om gezond te zijn, om tijd voor mezelf te hebben, om mijn leven te kunnen leven zodat ik me gelukkig voel in welke omstandigheden dan ook? Als ik goed voor mezelf zorg, kan ik er ook ruim zijn voor anderen.
Merk zelf dat als ik tijd en ruimte organiseer voor mezelf dat ik er daarna makkelijker voor anderen kan zijn. Doe ik dat niet dan ga ik me op den duur irriteren, opgesloten of benauwd voelen.
Zorgen voor jezelf: als ik niet goed voor mijn lichaam zorg dan word ik ziek en is het al helemaal afgelopen met zorgen voor anderen. Als ik niet goed voor mijn geest zorg door mezelf te inspireren met goede boeken, lezingen, interessante gesprekken en films, en mediteer om in mezelf te duiken dan droog ik op en heb ik niets interessants meer te melden.

Als ik niet goed stil sta bij mezelf dan doe ik dingen die ik niet wil doen en die tegen mijn gevoel of geweten ingaan en dat gaat wringen. Als ik teveel meega in wat anderen willen en niet mijn eigen pad volg om anderen te pleasen dan blijkt na een paar jaar dat ik op het verkeerde spoor zat en dat maakt ongelukkig. Dus af en toe letterlijk stil staan maakt dat ik weer weet wat ik wil en waarom ik doe wat ik doe en maak ik nieuwe keuzes die wel bij me passen. Dan hou ik zoveel van mezelf... dat mijn hart er van gloeit en neem ik de hele wereld daar in mee.