Sunday, May 25, 2025

Met pa en ma in Frankrijk

In 2002 nam ik mijn ouders voor het eerst mee naar ons huis in de Bourgogne dat we een jaar daarvoor hadden gekocht. Ik was vanaf mijn jeugd niet meer met mijn ouders op vakantie geweest en vond het erg spannend. Ma heeft tassen vol etenswaren meegenomen voor het geval er in Frankrijk niets te krijgen is. Toen we later de Auchan binnenkwamen stond ma met open mond te kijken: "Oh, wat mooi! wat een geweldige zaak!" Ze wilde er elke dag naar toe. Veel leuker dan die schattige marktjes met terrasjes: "Dat zijn toch geen markten, nee dan de Albert Cuijp!" Ze wilde elke dag lunchen bij de Auchan. "Oh, wat heerlijk allemaal!"

De eerste drie dagen zijn redelijk rustig. Ze zijn helemaal weg van het huis en van de omgeving. Ze vinden alles prachtig. We rijden 's ochtends naar mooie plaatsen en 's middags lezen we in de tuin. Ieder op zijn eigen plek. Pa, in de ligstoel, kijkt urenlang naar de gigantische oude eiken en het weiland voor de tuin. Ma ligt in de zon met een boek (de kracht van het Nu van Eckhart Tolle) en ik zit in de schaduw. De tuin is groot genoeg en we zitten ver van elkaar. Heerlijk rustig. Af en toe scharrelt een eekhoorn rond.

's Avonds luisteren we naar muziek. Ma zegt: "Ik heb nog nooit zulke mooie muziek gehoord en zo luid." Thuis mag het geluid alleen heel zachtjes 'voor de buren'. Hier wonen de buren dertig meter verderop. De eerste avond zitten we nog voor de open haard, het vuur brand in één keer en de hele avond door, zonder hapering. Ma zegt: "Dat komt door mijn uitstraling, met mij erbij gaat alles beter...."
's Ochtends om zeven uur schrik ik wakker omdat mijn moeder mijn kamer binnenstormt: "Wat gaan we doen vandaag?" roept ze hard. Ik antwoord dat ik nog even bij moet komen en dat ik er zo aankom. Ik heb haar 's avonds gewezen hoe ze de koffie kan zetten en alles al klaar gezet zodat ze alleen op het knopje hoeft te drukken. Terwijl ik me aankleed, slapen lukt toch niet meer, zie ik door de luxaflex mijn moeder in de kamer staan met een grote kop thee. Ze staat er verloren en onzeker bij. Als ik de kamer binnenkom, blijkt dat ze sangria in haar kop heeft. "Ma, u drinkt sangria en het is zeven uur in de ochtend!" "Er zit geen alcohol in!" antwoordt ze. Ik ben geschokt. 

Ma vertelt altijd dat ze uren lopen. "Oh, we hebben uren gelopen! En dat op onze leeftijd"
Het blijkt dat ze haast geen stap kan verzetten. Veel te kortademig. De enige keer is het hyperventilatie en de andere keer gewoon kortademigheid.
Na letterlijk drie stappen, moet ze al stil staan en doet ze net of ze iets heel erg bewonderd:  “Kijk eens wat een mooie boom!” wijst ze naar een willekeurige boom.
Pa vertelt, als ik 'm even alleen spreek, dat ze niet ver lopen. Ze nemen de tram, naar plein 40-45 en dan lopen ze nog een stukje. Ma staat dan om de paar stappen een tijd stil. Ik heb haar op het hart gedrukt naar een dokter te gaan maar ik moet het nog zien: "ik overwin alles zelf!"

We drinken koffie in Vézelay op een prachtig plekje, we krijgen nogal grote bakken, ze kan maar de helft op. Ik ook. "Niek, drink jij de rest op, anders wordt de ober boos". Zo gaat het ook als we later in een restaurant dineren. Een deel van het eten blijft liggen en pa moet het opeten. Dat doet hij ook ondanks mijn gemor: "Pa, dat hoeft niet hoor en ma die ober wordt niet boos... hem maakt het helemaal niets uit!" "Hoeveel fooi geef je?" "Tien procent" "Dat is te weinig, je moet vijf euro geven!" "Ma, dat is veel te veel..." "Doe nou maar, die mensen moeten er van leven." Ik doe het. Ze hebben een klein pensioentje maar de fooien zijn altijd zeer groot. Ma voelt met de obers mee. Dat zit in de familie. Mijn oma en mijn tante deden het ook. Hoe weinig ze ook zelf te spenderen hadden.

Ma kan geen keuze maken en het duurt een hele hoop vragen en onzekerheden voor ze kiest.  "Wel een croissantje, niet een croissantje... of misschien twee... wat doe jij? Wat zal ik doen? Is het niet teveel... te weinig?"
Pa houdt zich afzijdig en mompelt wat. "Ja, één is goed, ja twee ook, nou ja, dan 
één." Hij ziet er helemaal verschrompeld uit en laat alles over zich heen komen. Hij loopt krom. Als ik vraag: "wat wilt u"? zegt ie: "doe maar wat je moeder neemt".
Uiteindelijk maak ik de keuze voor ze. Ma gaat op weg nooit naar de wc. Ze is heel trots op haar doorzettingsvermogen. Al moet ze nog zo nodig, haar wilskracht zorgt ervoor dat ze het uithoudt en dat zeven uur lang op reis. "Gek hè, thuis moet ik dan ineens wel" Als ze eens toch onderweg gaat, moet ik voor de deur wachten. De deur mag niet op slot en zelfs niet dicht.

De buren in Frankrijk nodigen ons uit voor een aperitief: "Komen jullie bij ons straks?" 
We spreken af om zeven uur na het diner. We denken 'een borreltje' en mijn ouders eten altijd vroeg. Misverstand. De tafel in de tuin is prachtig gedekt voor tien personen met allerlei drank en de barbecue staat te roken. Een heel diner. Aperitief is in Frankrijk iets anders dan bij ons kennelijk. We hebben thuis flink pasta gegeten maar ma durft niet te weigeren. Ik leg de situatie uit en iedereen zegt tegen mijn moeder, dat ze niet hoeft te eten. Ma eet toch mee, want "die mensen hebben niet voor niets gekookt" al kan ze het bijna niet aan. Het zijn schatten. Pierre en Patricia. Twee Parijzenaars, die net gepensioneerd zijn en nu permanent in de Bourgogne wonen. Ze spreken alleen Frans, dus alles moet vertaald worden. In het begin is ma rustig. Ik zie haar broeden, ze kan haar ei niet kwijt. De andere buren komen ook de tuin in gelopen. Grootmoeder, Jean Marie, Roza en de kinderen. Een hoop gekus. iedereen kust elkaar vier keer. Ik raak altijd de tel kwijt.

Dan begint het: ma steekt haar vinger op en zegt: "Mar vertaal: Ik heb de kerk gered!!!!" Ze heeft er ooit daadwerkelijk voor gezorgd dat de Kolenkit in de Bos en Lommer mocht blijven. "Ik weet wie Sartre is...  vertel het ze… Ik ken Socrates... Socrates...  van die gifbeker. Ik zou ook eerder gif drinken dan mijn principes laten varen. Mijn vader was Joods... in Sobibor vergast. Ik heb ook Franse voorouders, mijn moeder heette Ledou en ik heb zo'n uitstraling…" Het komt er staccato en in één lange stroom woorden uit. Ik probeer het bij te houden in de vertaling wat gepaard gaat met stotteren en hiaten in de tekst. Geloof niet dat ze het begrijpen. Patricia blijkt ook een Joodse vader te hebben gehad. Die is teruggekomen uit Mauthausen. Ma wijst fanatiek op zichzelf : "Mijn vader Sobibor en die kwam niet meer terug...." Dertig familieleden vergast!" De vader van Patricia had een gebroken arm, die kan daar niet tegenop. Ma grijpt de arm van de grootmoeder van de buren en zegt: "Mar.. vraag of ze me gezellig vindt.... gezellig ben ik hè...." Ik draai de vraag om naar iets wat op: "Vindt u het gezellig?" lijkt in het Frans. De overleden man van grootmoeder blijkt Ledou's als familie te hebben. We zijn nog verre familie ook.


Dan kom ik op het idee, dat we misschien kunnen gaan zingen. Liedjes die mijn ouders mee kunnen neuriën. Iedereen zingt mee en Pierre pakt zijn gitaar. Heerlijk. Charles Aznavour en Edith Piaf. Pierre kan prachtig ritmisch gedichten opzeggen, terwijl hij gitaar speelt. De koude rillingen lopen over mijn rug.
Patricia en mijn moeder spelen stier en stierenvechter met een rode sjaal. Ze wisselen cadeautjes uit. Een Eiffeltorentje voor ma en ma geeft haar sjaal terug. Niemand zal haar iets geven, zonder iets terug te krijgen.
Ze pakt pa bij de hand en zwaait hem in de lucht. “Vijftig jaar getrouwd en nog verliefd!” Pa kijkt beschaamd naar de grond terwijl ma trots met zijn arm zwaait. Hij mompelt iets en perst er een glimlachje uit.

Wanneer we thuisgekomen zijn, wil ik naar bed, ben doodop. Ma zegt met autoriteit: "ga zitten, ik wil nog even napraten" en wijst op de stoel voor haar. Ik ga zitten. Gehoorzaam luister ik. Ze vertelt over hoe de buren onder de indruk waren van haar. Ze vraagt: "Zeiden ze niet, wat een leuke moeder heb je?" "Nee", zeg ik eerlijk. "Jawel!" zegt ze. "Nee hoor, eerlijk niet, u kunt het toch merken, ze deden heel warm tegen u, is dat niet voldoende?" "Ja, daar heb je wel gelijk in."
Ze heeft toch een triomf. Pierre zei, toen Ma vertelde dat ze drieënzeventig is, dat ze leeftijdsloos is. Ma zegt: "Nou, hij zei dat ik zo'n levenloos gezicht heb" Ik lig dubbel, en als ik herhaal wat ze zei, liggen we met zijn drieën dubbel. Nog nahikkend van het lachen gaan we slapen.

We maken een tocht naar Auxerre. Een schitterend middeleeuws stadje. We genieten van het uitzicht en de huizen en de kathedraal. Op de terugweg eten we taartjes en drinken we koffie op een mooi plein. Ik ben gelukkig en ik voel liefde stromen.. "Pa, Ma het is heerlijk dat jullie er zijn en we doen het volgend jaar weer... " We glunderen allemaal. Ja... volgend jaar weer.

De zon schijnt fel. We zitten buiten voor het huis, onder de gele parasol. Ma vertelt over haar werkleven. Voor de vierde keer deze week. Hoe ze ervoor heeft gezorgd dat ze op het naaiatelier koffie kregen. Ze heeft ervoor gevochten.
Hoe ze voor iedereen opkwam... stank voor dank..... de enige die wat durfde te zeggen.... over hoe ze op twaalfjarige leeftijd al begon. "Van 's ochtends vroeg tot 12 uur 's nachts en we mochten niet zitten."

Ik bedenk me hoe gelukkig ik ben in deze tijd. Ik vraag wanneer ze met werken stopte en hoe heerlijk dat voor haar moet zijn geweest. Ze was zesentwintig jaar toen ze thuis bleef. Ja, maar ze heeft ook nog twee weken op kinderen gepast en nog eens twee weken in een koffiehuis gestaan. Zoals ze vertelt heeft ze meer en harder en langer gewerkt dan pa en ik bij elkaar. Pa knikt vriendelijk en zegt af en toe quasi verrast: "O, ja goh???" Als ik dit verhaal deze week al vier keer hoor en in totaal misschien tweeduizend keer heb gehoord, reken maar uit hoeveel keer het aan hem is verteld.


Ma praat door, een lange stroom woorden zonder onderbreking. Ik bedenk me, dat ik op dit moment op kan staan en iets anders kan gaan doen. Dat ik zo kan zeggen, dat ik het nu al zoveel keer heb gehoord, maar ik kan het niet. Ik heb geen kracht. Ik voel me als een spin in haar web en ik realiseer me dat het met pa ook zo moet zijn. Ik blijf nog een tijd zitten en kijk als een toeschouwer naar de situatie.
Dan verzamel ik al mijn moed bij elkaar en zeg dat ik wat in de tuin ga werken.
In de tuin hoor ik nog steeds de stem van ma... en pa die af en toe wat mompelt. "O ja? Goh" Als ik ga kijken, blijkt dat ze stil zitten te lezen en toch blijf ik het horen. Ook als ik later stofzuig, gaan de stemmen door, ze lezen nog steeds, wonderlijk.

Ma leest "Het boek der geheimen" van Osho. Ze vindt het prachtig. Hij schrijft over hoe je als je sterk bent energie verspreidt en dat je dat naar anderen uitstraalt. "Dat doe ik ook" zegt ze, "Ik straal ook energie naar anderen uit. Soms teveel en dat is niet goed voor me maar ik kan niet anders. Zo ben ik!" en voor ik het weet hebben we een prachtig gesprek over het leven. Daar is mijn moeder weer zoals ik haar ook zo vaak heb gesproken van hart tot hart en van ziel tot ziel. Ze vertelt over haar ideeën, dat we ooit allemaal zullen ervaren dat we één zijn. Dat vergeven ons vrij maakt en dat ze de Duitsers vergeeft die haar familie hebben vergast. Dat we blij kunnen zijn met de kleine dingen in het leven zoals genieten van de zon en van het eten dat we hebben en dat we van onszelf moeten houden. Dat we niets als vanzelfsprekend moeten aannemen. Eigenwaarde maakt dat we het leven aan kunnen en dat we sterk in onze schoenen staan, wat er ook gebeurt. Dat we altijd de keuze hebben tussen eerlijk en oneerlijk en dat eerlijkheid altijd wint. Dat we dichtbij onszelf moeten blijven en niet het leven van anderen moeten leven. We zijn allemaal uniek. Ze zegt wijze woorden en luistert naar de mijne en denkt er over na. Ja, dat is mijn moeder en ik hou van haar. Dat ik zo'n wijze moeder heb.


Dit keer is het aperitief bij ons. Ma nodigde ze allemaal uit. Daar komt de hele meute aan. Met z'n tienen, kinderen en grootmoeder, Jean Marie en Roza en Pierre en Patricia. We hebben drank en chips en lekkere hapjes. Het is weer heel gezellig. Ze blijven de hele avond. Ma raakt al meteen op dreef en gaat staan. "Sartre... kerk... Socrates... Joods.... Mensen helpen... Ik heb uitstraling... ben de enige in onze familie met principes... ik ik ik... Af en toe draai ik met de vertaling... Als Pierre zegt dat mijn moeder mijn vader jong houdt, weiger ik de vertaling. Pa zit er geslagen bij.
Weer trekt ze zijn arm omhoog: vijftig jaar en nog verliefd! Af en toe kijk ik pa aan: we knikken even naar elkaar. Ik pak hem af en toe bij zijn schouder om contact te houden.
De buren kijken verwonderd en geamuseerd naar ma, die van alles roept, terwijl ze staat en met haar armen zwaait.
Ik zit glimlachend te vertalen in verfomfaaid Frans... Pierre gaat overal serieus op in. Hij is heel lief en gevoelig en heeft zachte pretoogjes. Een man om van te houden. Dat doet iedereen, we kunnen niet anders.

Op een rustig moment, zeg ik tegen Pierre hoe het jammer het is dat we door de taalbarrière niet dieper kunnen praten. Daardoor wordt het gesprek toch dieper, het lukt! We komen bij God terecht, waar we allebei een passie voor blijken te hebben. Dan fluistert ma in mijn oor: "Mar, hij is Jehova Getuige." Ze is scherp die moeder van me. Ik schrik en geloof het niet, ren naar binnen voor een woordenboek. Jawel... hij is Jehova's getuige. Ik kijk naar zijn borrel, denk aan de verjaardag die hij uitbundig vierde… en ik kijk naar Patricia, die haar zoveelste sigaret opsteekt, allemaal verboden zaken. Hij ziet me kijken. "Ik ben niet fanatiek". Ik merk dat ik het moet verwerken. Gek dat ik er zo van schrik. Mijn hart klopt snel.

Denk aan de angsten van Jehova's. Alle anderen zijn verdoemd. Met hard werken en langs de deuren gaan, overleven alleen zij straks de vernietiging van de wereld.
Mijn moeders gedachten gaan ook razendsnel. Ze heeft aardig wat Jehova's getuigen gekend. Ze vertelt, dat ze een vriendin, die Jehova's getuige was en stierf aan kanker, heeft geholpen. Pierre knikt dankbaar. Later hoor ik dat Patricia geen Jehova’s Getuige meer is. Ik schrik weer. Wat moeilijk moet dat zijn. Ze houden zoveel van elkaar. Dat zie je... door liefdevolle blikken, ze lopen altijd hand in hand. Noemen elkaar engel en chou chou en ma petite bebete. Hij gelooft dat ze 'verdoemd' is net als zijn kinderen die de sekte hebben verlaten. Hij zal alleen verder moeten in de nieuwe wereld! Wat een drama.
We spreken af in augustus verder te praten. Zij gaan de volgende dag naar Parijs, voor een medisch onderzoek. Patricia is erg ziek.

Iedereen vertrekt naar huis en we nemen innig afscheid. Zelfs pa krijgt van Pierre vier hartelijke zoenen. Pa's gezicht verwringt tot een grimas van afkeer. Ik vertel Pierre dat hij de eerste man is, die mijn vader kust. We lachen, pa ook.

Pa en ik gaan naar het dorp boodschappen doen. In de auto zit hij rechtop. We drinken koffie op het terras. Ik kijk hem aan. Hij is ineens twintig jaar jonger. Zijn ogen twinkelen en hij praat. We praten over zijn leven. Hoe erg hij het vindt, als ze zijn hand omhoog steekt over hun verliefdheid na vijftig jaar. Er is geen liefde meer. Alleen af en toe medelijden. Ik vraag of hij ook medelijden met zichzelf heeft. "Nee", zegt hij. "Ik leef in mijn eigen wereld. Ik ben hard voor mezelf." In een volgend leven doet hij het anders. Muziek houdt hem op de been, daar geniet hij van. Hij heeft een walkman, dan kan hij zich afsluiten.
 "Het enige goede uit dit huwelijk, ben jij." Toen ze elkaar pas kenden, was ze een leuke meid, met veel interesses. Zo geleidelijk aan is ze geworden tot wie ze nu is.
Ik zit met tranen in mijn ogen, over zoveel verdriet en machteloosheid. Zijn onmacht om eruit te stappen. Als hij nu jong was, was hij weggegaan. Nu zit hij het uit. Hij is dolgelukkig dat we nu in Frankrijk samen zijn. Hij geniet met volle teugen van het huis en van de tuin en de ritjes. Ook de buren vindt hij sympathiek. Hoe is het mogelijk? Dezelfde man als de man die krom en geslagen voor zich uit zat te staren, lijkbleek met oude trekken, zit daar lachend, stralend jong te zijn. Ik zag het al twee keer eerder en het raakt me weer even diep. Ik zeg dat ik van hem hou en dat ik heel erg blij ben met deze gesprekken. Hij is ook blij en we lopen gearmd naar de auto.

Het is de laatste dag en we maken het huis schoon. Ma lapt de tafel: "kijk eens, ik heb de tafel schoongemaakt, goed hè, schoon hè" "Nou, fijn ma, heel schoon" Dan de raampost. Ik moet weer komen kijken en er het nodige van zeggen. Zo gaat ze door tot ik zeg dat ik toch echt mijn hersens er bij moet houden, omdat ik niets wil vergeten. Dat respecteert ze, er moet niets vergeten worden.

De volgende morgen vroeg in de auto... pilletje voor het rijden, voor de hyper, voor de hooikoorts. "Niek, Mar, een pepermuntje!" In de auto is het  stil... af en toe zegt ma... "Wat hebben we genoten... wat een week... dit vergeten we nooit meer". "Ja" zeg ik met heel mijn hart: "volgend jaar weer!"


Thuis in Amsterdam stort ik me doodop op de bank. Ik heb een jaar om bij te komen.










Thursday, May 8, 2025

Hulp op het juiste moment


Mijn moeder lag op de intensive care aan de beademing. Ze was een praatster en nu was ze stil. Haar ogen en zwarte zware wenkbrauwen spraken nog boekdelen. Nu kreeg ik ruim de gelegenheid om te praten. Ze kon me nu niet meer in de rede vallen of tegen spreken. Hoe vaak had ik me dat niet gewenst.
Hoe ouder mijn moeder werd hoe meer en sneller ze sprak. Ze had zo’n praattalent dat ze geen adem hoefde te halen. Zoals ik in eerdere columns vaak schreef, ademen we allemaal onbewust met elkaar mee. Als je naar mijn moeder luisterde had dat zo’n effect op luisteraars, die vergaten ook adem te halen. Daar kon je knap benauwd van worden.Meestal deed ik voor ik binnenkwam al wat ademhalingsoefeningen en hield ik het gedurende het gesprek in de gaten zodat ik rustig kon doorademen.
Menigeen die ik meenam om mijn moeder te bezoeken moest daarna flink bijkomen. Niet dat ze gekke dingen zei hoor… want mijn moeder kon heel wijs uit de hoek komen. Het was eerder de hoeveelheid en de snelheid waar mee het gepaard ging.
Nu was ze stil en ik zocht naar woorden. In het begin hield ik nog een peptalk: “Ma, je bent sterk… morgen halen ze je van de beademing…” hoe langer het duurde hoe minder peptalk en ik wist het niet meer. Ik twijfelde wat ik zou zeggen en voelde me ongemakkelijk.
Als ik iedereen had opgesomd die de groeten had meegegeven en haar vertelde wie  er allemaal aan haar dachten, viel ik ook stil. Dan staarden we elkaar maar wat aan.
Op een dag, na een bezoek, zat ik wanhopig in de auto en riep naar “boven”:  “Help me alsjeblieft om dit anders te beleven. Hier heeft ze helemaal niets aan.” Ik werd op mijn wenken bediend.
Zonder erbij na te denken zette ik een seconde later de radio aan en zie: ik viel precies in een gesprek van een vrouw over haar Bijna Dood Ervaring. Zij vertelde dat ze in de Liefdevolle Aanwezigheid van Daarboven was geweest, ze kwam weer terug in haar bed. Haar familie stond om haar heen, maar ze voelde dat deze 
niet aanwezig waren.
Op dat moment begreep ik meteen wat ze bedoelde. Zo stond ik ook bij mijn moeder. Niet echt aanwezig, maar zoekend naar woorden en vol angst en onzekerheid.
De boodschap kwam op het juiste moment en raakte me diep.
Ik nam het besluit met totale aandacht en liefde bij mijn moeder te zijn en daarna ging alles vanzelf. Aan haar bed voelde ik me ontspannen en dat maakte dat de juiste woorden vanzelf kwamen.
Het gaf ons beiden rust. 

Dank aan Tienke Klein, de vrouw die haar Bijna Dood Ervaring vertelde op de radio.
Zij schreef het boek: 'De Kiem'












Friday, April 25, 2025

Theorie van de theeschotel

Een paar jaar geleden gaf ik een lezing maar had geen flipover of beamer dus pakte ik een theeschoteltje. Na de lezing schreef één van de deelnemers me dat ik naar de WC moest in het Vondelpark. Wat moet ik daar nou? 'Ga nou maar!' schreef ze en nieuwsgierig geworden ging ik en zie... ze had de hele WC volgeplakt met theeschotels.

De kern van het schoteltje is ons ware zelf. De ziel... zonder de beperkingen van gedachten over onszelf of die van anderen. Zonder de overlevingsstrategieën, de wrok, de spijt en nog zo wat kwetsuren die we hebben opgelopen of waar we nog ergens mee rond lopen in het leven. Ons pure zelf, de kern.

De rand van het schoteltje is het ego, het 'dit had niet mogen gebeuren' en 'ik kan dit niet... of juist beter dan de ander...' het 'wie denk je wel dat je bent' en 'Oh, God, waar moet het naar toe met deze wereld?' De onrust, de angst, de onzekerheid, het gekwebbel in ons hoofd. De angstige verliefdheid, de hete gedachten, het afwachten en het slachtofferschap. Het 'ik ben beter of slechter dan de ander...' het beledigd zijn, het beledigen.
Binnen in de kern is er rust, wijsheid, het wonder, de verwondering, de bezieling, Zijn, leven, het avontuur, de moed, de diepe ontspanning en het overzicht, de diepste Liefde, de verbinding met het universum en met alle andere kernen van theeschoteltjes in de wereld.
De kunst is om ons bewust te zijn wie we zijn: identificeren we ons met de rand van het schoteltje of met de kern? Dan kunnen we elk moment een nieuwe keuze maken... wie ben ik, de rand of de kern? Dan uitademen en thuiskomen als het slotakkoord van een symfonie.
Het wordt de laatste jaren zo vaak gezegd: je moet eerst van jezelf houden. Vaak schuurt dat wat in de maag... egoïsme, alleen aan jezelf denken, ikke en de rest kan stikke. Mensen kijken soms wat onzeker als ze het horen zeggen. Hoe doe je dat in Godsnaam van jezelf houden?
De scheidslijn tussen egoïsme en van je zelf houden is dun... waar ligt de balans?
Genoeg mensen die zoveel van zichzelf houden dat ze anderen niet meer zien en zorgen dat ze zoveel mogelijk voor zichzelf binnen halen en daarbij over lijken gaan. Denk niet dat het hier om echte liefde gaat maar om een overlevingsstrategie uit angst niets meer te hebben of niemand te zijn. Net zoals het jezelf uitleveren en altijd voor anderen klaar staan de andere kant van de medaille is en ook een strategie om te overleven die ergens in de jeugd is ontstaan. Velen die daar overspannen van raken. Neem mantelzorgers die zoveel te zorgen hebben voor een familielid of geliefde dat ze het niet meer aan kunnen en geen tijd voor zichzelf over houden.
We hebben allemaal natuurlijk wel es de neiging de éne of de andere kant op.
Om op een gezonde manier van onszelf te houden is het nodig om af en toe stil te zijn. Even van de snelweg van het leven af en alleen met jezelf zijn. Wat heb ik nodig om gezond te zijn, om tijd voor mezelf te hebben, om mijn leven te kunnen leven zodat ik me gelukkig voel in welke omstandigheden dan ook? Als ik goed voor mezelf zorg, kan ik er ook ruim zijn voor anderen.
Merk zelf dat als ik tijd en ruimte organiseer voor mezelf dat ik er daarna makkelijker voor anderen kan zijn. Doe ik dat niet dan ga ik me op den duur irriteren, opgesloten of benauwd voelen.
Zorgen voor jezelf: als ik niet goed voor mijn lichaam zorg dan word ik ziek en is het al helemaal afgelopen met zorgen voor anderen. Als ik niet goed voor mijn geest zorg door mezelf te inspireren met goede boeken, lezingen, interessante gesprekken en films, en mediteer om in mezelf te duiken dan droog ik op en heb ik niets interessants meer te melden.

Als ik niet goed stil sta bij mezelf dan doe ik dingen die ik niet wil doen en die tegen mijn gevoel of geweten ingaan en dat gaat wringen. Als ik teveel meega in wat anderen willen en niet mijn eigen pad volg om anderen te pleasen dan blijkt na een paar jaar dat ik op het verkeerde spoor zat en dat maakt ongelukkig. Dus af en toe letterlijk stil staan maakt dat ik weer weet wat ik wil en waarom ik doe wat ik doe en maak ik nieuwe keuzes die wel bij me passen. Dan hou ik zoveel van mezelf... dat mijn hart er van gloeit en neem ik de hele wereld daar in mee.




Saturday, April 19, 2025

De verdwenen salade

Mijn vriendin zei: “we hebben zaterdag afgesproken met onze vriendinnen ergens aan de Vecht te eten.” “O, leuk”, zei ik want ik vind de Vecht prachtig.
“Het is in een heel speciaal restaurant” zei ze voorzichtig, want ze kent me.
“Hoe speciaal?” vroeg ik achterdochtig…
“Nou met een chefkok en haute cuisine..”
“Toch geen liflafrestaurant?”
Ik hou van lekker volle borden met mogelijkheid tot Vlaamsche friet en een lekker visje. Of iets vegetarisch en liefst nog macrobiotisch… als mijn bord maar vol ligt. Heb ooit eens ergens gegeten voor heel veel geld en daar kreeg ik een vierkant blokje dat aardappel bleek te zijn en een stukje gras mooi gedrapeerd over een lik honing. Kosten vijftig gulden toen nog, waarna we naar de snackbar zijn gegaan om echt te eten.

Mijn vriendin vond het wel spannend om het restaurant te bezoeken en na wat mokken gaf ik me over en we gingen. De ambiance was prachtig en onze vriendinnen zaten al aan de wijn. Ik had ze lang niet gezien en er was veel bij te praten. Dat was wat ingewikkeld want om de haverklap kwam de serveerster ons vertellen wat er allemaal in de gerechten zat. Dat duurde wel een kwartier per gerecht. Het aantal ingrediënten hadden ze weten samen te persen tot vingerhoedformaat. Bij de eerste gang kwamen er inderdaad precies drie vingerhoedjes naast elkaar op een bordje.

De serveerster zei: "links van u is de salade". Ik keek links maar zag niets. Onze vriendin aan de linkerkant zat te knikken maar ik zag bij haar ook geen salade. Links van haar stond een prachtige kast dus ik dacht misschien zit daar de salade in… niets. Ik zei tegen de serveerster: “ik zie geen salade” waarop ze wees naar het linkervingerhoedje. Dat is de salade.

Daarnaast een vingerhoedje van kastanjes gedrapeerd door twee flinterdunne uischilfertjes. En daarnaast een roze vingerhoedje dat zo moezig was dat het niet meer definieerbaar was.

Toen moest er wijn worden gekozen.
Vriendin A was degene die de wijn proefde voor het geschonken werd. Ze is expert op het gebied want ze heeft cursussen gevolgd in Frankrijk. Professioneel zette ze het glas aan haar lippen en nam een slok. Ongeveer drie minuten liet ze de wijn door haar mond gaan. Het hele restaurant viel stil en ik voelde de adem van de serveerster en alle andere aanwezigen stokken. Ook het mijne zat ergens in mijn keel… eindelijk slikte A de wijn door en knikte geruststellend. Het was goed. Als één ademde het restaurant uit. “Dat was spannend”, verzuchtte mijn vriendin. En dat was het ook. Een regelrechte thriller want ik was als de dood dat de wijn terug moest. Dat heb ik van mijn moeder. Die durfde geen mayonaise bij het eten te vragen in een restaurant en we moesten allemaal ons bord leeg eten anders zou de ober boos worden.

Daarna kwam een krab-iets met allerlei ingewikkeldheden erin. Een veeg mayo als kunstuiting er naast gesmeerd op een leien bord. Dat leien bord was een kunststuk op zich. Het krab-iets smaakte precies als huzarensalade uit een pakje en daar had ik het bij moeten laten. Want die krab bleef ergens boven mijn maag steken.

Ik moet zeggen de dorade van vijf centimeter was verrukkelijk en het ronde aardappelachtige ringetje dat er op lag met het gat in het midden was zalig.

Tamme eend was het vierde gerecht. Hoe ze die eend tam hadden gekregen, ik weet het niet. Ze hadden hem waarschijnlijk pootjes leren geven en in huis gehouden. Tot het moment dat de topkok dacht… nu is het moment en hem de nek omgedraaid. Nu lag hij in vijf ministukjes op mijn bord met een piepklein aspergetje, dat mijn vriendin stiekem van mijn bord griste. Ik denk dat ze trek had.

Eigenlijk voelde ik me toen al niet zo goed maar ik vond het zonde om op te geven. Tenslotte had ik mij nog niet vol gegeten en ik vermoedde al dat de rekening niet gering zou zijn.

Uiteindelijk kwam het toetje dat zo dampte van het stikstof dat ik het niet durfde aan te raken. Het bleek koud dus dat viel mee. Boven het enorme rookverspreidende glas lag een piepklein glaasje met chocolade. Daar ging het helemaal mis. Niet alleen omdat ik mijn vriendinnen niet meer kon waarnemen maar ook omdat ik naar buiten moest rennen omdat mijn maag nu wel erg opspeelde.

Jammer, de koffie kon ik niet meer aan en de schaal met prachtige bonbons moest ik laten. Gelukkig had ik mijn humor nog toen de rekening kwam van tweehonderdendertig euro. Het was een aanbieding, normaal was het vierhonderdenzestig, het dubbele. Terug in de auto, racende om snel op mijn eigen wc te kunnen losgaan, zeiden mijn vriendin en ik tegen elkaar: "we hebben wel gelachen voor dat geld."








Tuesday, March 25, 2025

Tweeëndertig jaar trainen en coachen!

In 1993 trok ik de stoute schoenen aan en stapte naar de Kamer van Koophandel om me in te laten schrijven als zelfstandig ondernemer. Vijf jaar daarvoor ontmoette ik Pieter Hardon bij de Brahma Kumaris in Amsterdam waar we leerden mediteren. Zijn prachtige ogen spraken me aan en ik vroeg hem na de eerste cursusavond om samen iets te gaan drinken. Met tranen in de ogen, hand in hand vertelden we elkaar ons levensverhaal. Na vijf jaar vriendschap vroeg hij: “Waarom word jij geen trainer?” Die duw had ik nu net nodig. Ik speelde al een tijd met de gedachte. Ik gaf toen shiatsu massage in hartje Amsterdam. De massages gaf ik in stilte, maar na de behandeling raakten we al snel in gesprek en dat had meestal veel effect. Stiekem vond ik de gesprekken leuker dan het geven van de massage. Ik had een enorme drang om door te geven wat ik zelf leerde. Mijn leven stond al een paar jaar op haar kop omdat ik op een totaal andere manier leerde denken. Daar heb ik al veel over geschreven. Pieter was al jaren trainer en coach en stelde voor om elkaar te coachen. Wat heb ik daar veel van geleerd. Hij nam me mee naar trainersbijeenkomsten en zijn eigen trainingen, daarnaast liet hij me oefenen. Ik heb veel aan hem te danken. Als hij bij me kwam en ik wilde eerst even over ditjes en datjes praten zei hij: “Nee, geen onzin nu… we gaan meteen de diepte in, ik heb haast. Hij wilde altijd dieper en dieper. Enkele jaren geleden stierf hij plotseling op zijn vijfenzestigste aan een hartaanval.

Bij de Brahma Kumaris ontmoette ik mensen die mij zeer inspireerden: Zij gaven lessen in positief denken en ook dat maakte iets in mij wakker. Zo ontspannen lezingen geven met diepte en humor, dat is precies wat ik ook wilde doen. Ik was opgewonden over deze nieuwe stap in mijn leven. Zevenendertig jaar en vol vertrouwen. Ik begon met brieven sturen naar bedrijven, geschreven met mijn typemachine. Nog geen computers en printers in die tijd. Tot mijn grote verbijstering werd ik gebeld door de Postbank. Ik mocht daar drie mensen coachen en als dat goed ging zou ik meer opdrachten krijgen. De één was te assertief als leidinggevende, de ander juist te weinig en een derde durfde geen beslissingen te nemen omdat er veel geld mee gemoeid was. Men was tevreden over de resultaten en ik kreeg meer opdrachten. Elke dag belde ik naar bedrijven en vroeg: “Heerst er stress in uw bedrijf?” Veel telefoontjes leverden alleen gezellige gesprekken op en afwijzingen maar ook: een dame van een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam riep hard in mijn oor: “Komen: NU!” Ik sprong op mijn fiets en reed in topsnelheid naar het gebouw. Dat leverde me in de loop der jaren heel wat coach-trajecten en trainingen op. Nog elk jaar spreken wij af om samen te lunchen. De dame is nu gepensioneerd.


Ik die altijd een hekel had aan werken was nu gepassioneerd bezig en de energie stroomde door me heen. Al snel kreeg ik een opdracht bij de Openbare Bibliotheek in Amsterdam waar ik alle filialen trainde. Via de Postbank mocht ik een lezing geven bij de KPN, daar gaf iemand het door aan de gemeente Oss en via Oss kwam ik bij de gemeente Boxtel. Men vroeg mij een opleiding Praktijkbegeleiding te geven bij de politie en zie: ik werkte met dezelfde mensen die vroeger tijdens acties achter me aan renden. Het bleken geweldige mensen te zijn. Van vijandschap was niets meer over. Via de politie kwam ik bij de belastingdienst waar ik jaren lang trainingen en opleidingen gaf over communicatie.

In die jaren heb ik zoveel geleerd: zoals iets heel eenvoudigs als de manier van ademhalen, essentieel bij het hervinden van rust en innerlijke kracht. Ook leerde ik meer op mijn intuïtie af te gaan. Niet meer in paniek te raken wanneer iets niet direct werkt en het moment te gebruiken. Leerde met vallen en opstaan open te zijn over wat ik voel tijdens een training en wat dat voor mij zowel als de deelnemers doet. Ik leerde door muren van overlevingsstrategieën heen te zien en die van mijzelf ter plekke los te laten. Ik leerde zowel van de deelnemers als coach-cliënten en collega’s. Zelf volgde en volg ik trainingen, coachtrajecten en supervisiegesprekken met collega’s om me te blijven ontwikkelen. Ik leerde een hoop van wat er mis ging en ook veel van wat er goed ging. Steeds sneller leerde ik de kern te raken.

Enkele jaren geleden coachte ik een medewerker van een gemeente. Op aanraden van zijn arts was hij net begonnen met antidepressiva. Omdat hij niet kon slapen kreeg hij ook nog slaappillen. De man had twijfels of hij er wel goed aan deed al die middelen in te nemen en begon op advies van zijn werkgever ook een coach-traject. Al snel besloot hij zelf te stoppen met de medicatie omdat hij wilde weten of het door de medicijnen kwam of door de manier waarop hij zichzelf ontwikkelde dat hij zich zoveel beter voelde. Na drie maanden  kon hij weer genieten van et leven en zijn werk, nu op een nieuwe manier.

Het was niet de eerste keer dat ik meemaakte dat artsen meteen met antidepressiva strooien wanneer iemand overspannen, burn-out is of verdriet heeft. Ik maakte me zo boos dat ik de column “De levensgenieter” schreef. Daar kreeg ik veel reacties op en ging door met schrijven en ben niet meer gestopt. Dat resulteerde in het boek 'Placebo's en fluitende fietsen'. Het werd geen bestseller maar er zijn inmiddels toch wel een aardig aantal van in omloop. Intussen is er een tweede boek: 'Niets meer te bewijzen'. Schrijven is een geweldig middel om door te geven wat ik leer en als ik me ergens kwaad over maak kan ik het kwijt op een constructieve manier. De schrijfsels worden op verschillende sociale media gepubliceerd. Alles is inspiratie: van het werken met mensen, de dood van mijn moeder, hoe mijn vader verder leefde na haar dood tot een opmerking van een vriendin of een operatie in het ziekenhuis.

Nu ben ik zesenzestig en gepensioneerd. Nog niet zo lang geleden was dat het moment dat de meesten stopten met werk. Niet alleen omdat men jaren had gewerkt en nu behoefte had aan vrije tijd maar ook omdat je jongeren de kans moest geven op de arbeidsmarkt en men anders als egoïst gezien werd. De wereld is snel aan het veranderen. Mijn oma was oud op deze leeftijd en mijn oudere vriendinnen staan nog vol in het leven en werken met passie ook na hun vijfenzestigste.


Onverwachts zijn er een aantal nieuwe vrienden in mijn leven gekomen. Jonge mannen en vrouwen met een geest van eeuwen oud. Het is een nieuwe verrassing en een extra dimensie dat deze jonge mensen mijn leven zijn binnen gewandeld, ze dartelen om me heen met frisse ideeën en weten me te inspireren en te enthousiasmeren, ondersteunen mijn werk en zitten zelf vol passie en wijsheid en mooie initiatieven. De kern van mijn werk bestaat voor het grootse deel uit het terugvinden van zelfvertrouwen. Bijvoorbeeld in het vinden van nieuw werk of door reorganisaties. Altijd een bron van onzekerheid en angst. Ik train nu vaak in de Zorgsector, de NS en aan de Vu met zowel studenten als hoogleraren die ik workshops over de Kracht van Gedachten mag geven. Samen met Inge Nuijten, Wendy Peeters en Hanna Biesheuvel geven we inspirerende trainingen over Dienend Leiderschap. Ook de coachsessies gaan door bij verschillende organisaties waaronder Prowareness waar ik trainers en agilecoaches coach. Laatst mocht ik bij de douane aan twintig man (jawel, allemaal mannen) de Kracht van Gedachten geven. Deze opdracht kreeg ik nota bene via Twitter. Leve Social Media! Dank zij programma's als Zoom en Teams en Skype kan ik gewoon doorwerken tijdens deze crisis. Vorig jaar begon ik met de meditatie-proeverij bij Prowareness. Dit jaar mag ik 'm bij een andere organisatie in Amsterdam geven. Ik laat deelnemers proeven van verschillende soorten meditaties om te zien wat het je doet. Vertel er verhalen bij over de meditaties, sommigen hilarisch maar ook ter inspiratie. Het is zo fijn om steeds weer iets nieuws te bedenken.


Voorlopig ga ik nog lekker een tijd door met mijn werk. Sinds mijn zestigste speelde ik een voorstelling 'Soulstory' over oorlog, verwerken en vergeving. Vorig jaar maakte ik een tweede Soulstory over mijn werk, belevingen, valkuilen, hilarische momenten, ontroerende gebeurtenissen. Inspiratie voor nieuwe trainers en coaches. Die kan ik ook via Zoom geven.

Mijn ervaring is dat we zoveel krachtiger, mooier en liefdevoller zijn dan we ons zelf toedenken. Die ervaring wil ik graag doorgeven en delen, zodat we het allemaal kunnen ervaren. Dat is mijn missie en passie voor de komende jaren.


Marja





Pieter Hardon: 

Monday, March 17, 2025

De merel

Over de kracht van de gedachten en hoe we onze hersens kunnen gebruiken.

In februari fietste ik naar het Vondelpark. De zon scheen en de lente brak door. Een vogel floot een prachtig lied en hij leek me te volgen. Elke hoek die ik omsloeg hoorde ik de vogel nog net zo luid. Ik vroeg me af wat voor vogel het was. Een merel of misschien een roodborstje? Hoe kon het dat ik hem steeds bleef horen?
Tot ik door de poort het Vondelpark binnenreed. Ik haalde de fietser voor me in. Wat bleek: de fluitende vogel was zijn piepende fiets!
Ik lag dubbel van het lachen over mijn stuur.
Later realiseerde ik me, dat als ik had geweten dat het een fiets was, dan had ik me natuurlijk geërgerd aan het “onaangename” geluid.
Nu genoot ik een kwartier lang van een piepende fiets. Het is dus de interpretatie die ik er aan gaf.
Dat doet me denken aan placebo’s. Dat is hetzelfde fenomeen. Je krijgt een pil en je voelt je beter. Tot het moment dat je weet dat het een placebo is en dan voel je je in de maling genomen. Toch werkt het en wel door middel van de kracht van onze gedachten.
Ik ben altijd verbaasd dat artsen het verband niet zien. Als onze gedachten zo machtig zijn dat de mogelijkheid bestaat onszelf van pijn af te helpen en te genezen, dan zou de medische wetenschap veel meer onderzoek moeten doen om van deze kracht gebruik te maken.
Net nadat ik dit stukje geschreven had, zag ik een documentaire van Netwerk. Het ging over een psychiater die zijn patiënten stimuleert alternatieve therapieën te gebruiken.

Citaat Netwerk:
Placebo-effect
Volgens Louwerens maakt het weinig uit of die alternatieve therapieën werken: als de patiënt er maar in gelooft. De werking van medicijnen en therapie is niet de hele behandeling: een groot deel van de behandeling werkt vanwege het placebo-effect. Als de patiënt gelooft dat het werkt, dan heeft dat een gunstig effect op de behandeling.

Er werd ook een hoogleraar geïnterviewd die daar niet mee eens was. Zijn argument: “Wij schrijven ook placebo’s voor. Antidepressiva zijn ook placebo’s. Alleen zit daar nog eens dertig procent werkzaamheid bovenop.”
(“En bijwerkingen” dat voeg ik er zelf even aan toe.)
Hij vond alternatieve therapieën onzin en had het over suggestie, als was het de boel in de maling nemen.
Dit is natuurlijk erg interessant. Dat betekent: als we ergens sterk in geloven kan het geneeskrachtig werken in ons systeem. Zowel lichamelijk als geestelijk. Waarom doen we dat dan niet meteen? We zouden dat op de crèche al kunnen leren. Een geweldig vak op school. We oefenen gedachtenkracht in positieve zin en leren onze gedachten zeer krachtig te maken.
We geven onszelf nu ook regelmatig suggesties. Hoeveel mensen denken dat ze niets kunnen en niets waard zijn. Sommigen oefenen zichzelf onbewust vele jaren in negatieve suggesties. Dat heb ikzelf ook gedaan. Wat voor effect heeft dat op ons leven en ons lichaam?
Als we het omgekeerde geloven, wat is dan het effect? Als we ons dat realiseren, welke gedachten kiezen we dan?

Mijn moeder werd tachtig en de laatste negentien jaar van haar leven heeft ze geen arts meer gezien. Ze kreeg dan ook haar “no claim” terug van haar ziektekostenverzekeraar.
Zij was er van overtuigd dat ze zichzelf met de kracht van haar wil genas. Af en toe had ze wel eens wat. Als ik haar dan de volgende dag belde om te vragen hoe het met haar ging, antwoordde ze steevast: “Oh, het is over, ik heb het weggedacht.”








Tuesday, February 18, 2025

Wie werpe de eerste steen?

Van de week zei iemand in de groep tijdens een communicatietraining: "Ze hebben over me geroddeld en ik ben woedend!" Iedereen vond roddelen vreselijk en ze wisten allemaal voorbeelden te noemen van mensen die over ze geroddeld hadden. "Hoe voelde dat?" vroeg ik. "Ziedend! Verdrietig, onrechtvaardig, angstig dat ze het geloven en ik kan niet tegen onrechtvaardigheid." Waren de verschillende antwoorden.

Volgende vraag: "Wie van jullie heeft nooit geroddeld? Degene die nooit geroddeld heeft werpe de eerste steen!" Niemand stak z'n vinger op en ik zelf ook niet. We keken elkaar schuldbewust aan en het bleef een tijdje stil wat in deze groep een wonder is. "Zullen we afspreken dat we nooit meer roddelen over een ander?" We knikten allemaal ja en nu realiseer ik me dat ik over mijn groep roddel.



Monday, February 17, 2025

Als ik moeder was geweest

Las laatst een brief in de Libelle van een moeder over haar zoon: 'hij gaat fietsen naar Santiago de Compostella'. Ze komt met een hoop waarschuwingen en heeft allerlei tegenwerpingen. Volgens haar zou hij niet mogen gaan. De brief eindigt ermee dat haar zoon zei: "Ma, ik ben vijftig en ik wil nu gaan." Ik lees hem voor aan mijn vriendin en die ligt dubbel. Ook zij dacht dat het om een puberjongen ging. Ze lachte schamper toen ik opmerkte dat zij hetzelfde zou zeggen tegen haar dochter als ze vijftig zou zijn. Die is nu vijfendertig en ik zie het mijn vriendin zo zeggen. Ik ben geen moeder en dat krijg ik regelmatig van moeder vriendinnen te horen als ik voorzichtig iets opper over loslaten. Vroeger zei mijn moeder al: "Zeg jij nou maar niets. Jij bent geen moeder en je kan niet voelen wat wij doormaken!" Ze hebben gelijk en stiekem ben ik heel blij. Ik hoef me niet druk te maken of mijn heel volwassen kinderen wel of niet hun huis schoonhouden, met wie ze uitgaan en hoe en wat ze verder uitspoken. Al die moeders die ik ken voeren eindeloze gesprekken met elkaar en hebben slapeloze nachten: "Mijn dochter ruimt d'r kamer niet op" of "Mijn zoon heeft nog steeds geen vrouw en als ie een vriendin heeft is het niet mijn keuze!" en dan hebben ze het over dochters en zonen van vijftig plus. 

Ik ben vrij... nou ja... vrij? Mijn vader van drieënnegentig ontmoette een "meisje" van vijfentachtig. Ik ben toch even door z'n garderobe heen gegaan. De boel gesoigneerd en hier en daar wat haartjes bijgeknipt. Een fles advocaat en nootjes gekocht. Ik coachte hem hoe hij zich wat assertiever op kan stellen: "Pa, heb je nou haar naam nog niet gevraagd? Jullie hebben al drie avonden samen doorgebracht!" Ik heb er gelukkig nog geen slapeloze nachten van. Eerlijk? Ik denk dat ik nog veel erger zou zijn dan mijn vriendinnen.


Speelde ooit een moeder in een filmpje:



Friday, January 31, 2025

Werken met kleuters en rust in mijn hoofd

Zo’n veertig jaar geleden werkte ik met kleuters. Ik had een minibaantje als overblijf-juf. Het was vier dagen, één uur per dag. Het leek me leuk met kleine kinderen te werken. Het was op een zeer keurige school in een chique Amsterdamse buurt. Ik zag me zelf al met ze spelen, verhaaltjes vertellen en liedjes zingen. Het liep anders. Het eerste uur dat ik binnen was, stond er een klein meisje met blonde krulletjes voor me. De moeder liefdevol achter haar. “Dag K*t”, zei de kleine krullenbol tegen me. De moeder glimlachte trots naar haar dochtertje. Dat ene uurtje vloerde me totaal. Ik redde wat er te redden viel, haalde ze uit elkaar, veegde boterhammen van de muur en schreeuwde de longen uit mijn lijf. ’s Middags kon je me opdweilen. 

Op een dag kwam een vrouw meewerken. Stil kwam ze binnen. Ze zei weinig en stond er maar een beetje. Tot mijn grote verbazing waren de kinderen stil. Een dag kan nog toeval zijn, maar een aantal dagen achter elkaar? Het waren lieverdjes. Zo ongeveer als ik het me voor had gesteld. Gezellig spelend met elkaar, lief en vrolijk. Ik vroeg aan de vrouw hoe ze dat voor elkaar kreeg. Ze antwoordde dat ze zorgde dat haar gedachten rustig waren. Dat had een rustgevende invloed op de kinderen. Als je gedachten chaotisch zijn, nemen kinderen dat ook over. “Ah” dacht ik, “dat wil ik ook!” Mijn gedachten deden inderdaad niet voor de kinderen onder. Gedachten floepten kriskras door mijn hoofd. En vaak niet van die gezellige, maar zware, chaotische, donkere gedachten. De vrouw vertelde me dat ze mediteerde en als ik wilde kon ik het ook leren. Diezelfde avond kreeg ik les van haar. Ik was zeer gemotiveerd en oefende elke dag een aantal keer de meditatie. Binnen twee weken was het voor elkaar. Mijn gedachten werden rustig en soms zelfs stil. De kinderen waren engeltjes. Gedachten hebben kracht! 

Jaren later gaf ik een training bij een psychiatrische inrichting. Een vriendin, die was opgenomen, had me uitgenodigd. Toen ik binnenkwam voelde ik de zware energie chaotisch langs me heen schieten. Ik werd voorgesteld aan een staflid. Vertelde dat ik een cursus “Constructief Denken” kwam geven. De vrouw lachte schamper. “Dat werkt niet bij deze mensen, die zitten onder de medicijnen en zijn al te ver heen.” Ze riep een aantal mensen bij elkaar en een paar stafleden kwamen erbij zitten. We spraken af om het kwartier een rookpauze te houden. Anders hielden ze het niet vol. De drie stafleden hingen ongeïnteresseerd en moe in hun stoel. De patiënten zaten rechtop en vol aandacht naar me te kijken. Mijn vriendin zat achterin constant naar me te zwaaien van enthousiasme. Een week later zaten de stafleden weer net zo uitgezakt en de patiënten rechtop en hadden verhalen over hun ervaringen die week. Een van hen zei: “Ik lag te piekeren in mijn bed en toen heb ik het gedaan! Ik zei STOP met dat gepieker en dacht aan een paard in de wei. Ik heb een heerlijke nacht gehad.” De rookpauzes werden vergeten en we deelden prachtige uren. Een aantal van hen is nog een tijdje gaan mediteren. Die vriendin woont al jaren weer op zichzelf en schildert met kinderen en schreef een boek. Twee mensen van de staf kregen een burn-out. Gedachten hebben kracht! 


Lees Byron Katie, “Vier vragen die je leven veranderen.”




Monday, January 13, 2025

Brieven aan Simon Vinkenoog en Koos Alberts

Mijn moeder was kapster in haar jonge jaren. Het duurde niet lang want ze was allergisch voor bepaalde middelen. In de Amsterdamse kapsalon ergens in de Kinkerstraat, kwam ook de moeder van Simon Vinkenoog elke week. Die speelde buiten terwijl zijn moeder geknipt werd. "Tis een kwajongen maar wel een schat!" zei Simons moeder trots. Vlak voor zijn dood schreef ma Simon een brief waarin ze hem vertelde hoe trots zijn moeder op hem was.

Ze kreeg een lange brief terug waarin hij schreef hoe blij hij was met haar brief en dat hij graag koffie kwam drinken. Dat vond ma toch wat eng en zag grote wolken hasj door haar kamer trekken en Simon al dichtend sneller en nog meer pratend dan zij. Dus ze schreef hem dat ze het hier bij wilde laten.
Ma schreef wel vaker brieven. Een vriendin en ik zongen samen steeds 'Ik verscheurde je foto, heb je brieven verbrand!' en deden er een dansje bij en lagen dan dubbel van het lachen. Ik zei een keer gekscherend dat ik verliefd op Koos was. Nou ben ik meer op vrouwen maar ma nam het serieus en schreef Koos een brief dat haar dochter eindelijk op een man viel en wel op hem en dat ze nu zo opgelucht was. Ach, die moeder van me... wie weet wie ze nog meer schreef en waarover. Er zijn vast nog geheimen waar ik nooit meer achter kom.
Ik had Simon en mijn moeder wel eens samen willen zien.

Foto's: de jonge Simon en de jonge Koos, maar dat hoef ik jullie niet te vertellen. Zulke markante Amsterdammers.




Saturday, January 4, 2025

Geen woorden, alleen hart

Gisteravond was ik mediteren bij een Boeddhistische gemeenschap. De stilte was weldadig en ik genoot met volle kracht van het Zijn. Na een uur meditatie mochten we op een vraag contempleren. Twee aan twee... een minuut stilte en dan mocht persoon A de vraag op allerlei manieren stellen en ronddraaien en daarna persoon B.
De keurige heer tegenover me was flink op leeftijd. "U bent A en ik ben B", zei ik. Hij keek me met een totaal open en liefdevolle blik aan en antwoordde: "Ik ben aap?"
Ik dacht dat hij me niet goed verstaan had en zei nog eens: "Nee, ik bedoel: "U bent A... u mag beginnen...".
"Aaah, zei de man en hij keek me zielsgelukkig aan: "Ja, ik ben aap...” Het begon tot me door te dringen dat dit was wat het was en dat het goed was. Dus we keken elkaar alleen een tijdje aan, waarop hij zei: "Heerlijk heerlijk..." en ik ervoer hetzelfde. Er zat niets tussen ons. Geen woorden, alleen hart.





Friday, January 3, 2025

Praters en luisteraars

Ben je een prater en stop je niet meer? Soms urenlang? Neem je alle ruimte om te vertellen wat er allemaal in je leven speelt en vergeet je op te letten en af en toe te vragen of de ander het nog wel trekt?
Ben je een oeverloze luisteraar en durf je niet te zeggen: "Ho stop!" omdat dat zo egocentrisch lijkt? Luister je soms uren lang? Tijd om even naar binnen duiken en pas op de plaats maken. Als je dat wilt tenminste. Het kan je vriendschappen en je gezondheid redden, ergernis schelen en een betere relatie met jezelf schenken.
Mocht je mij op één van deze twee betrappen en ik heb het zelf niet door, wil je me dan even wakker maken?
Vanmorgen lag ik te denken hoe mijn prater/luistergeschiedenis is. Mijn moeder was een gigantische doorprater en ze sprak zoveel dat ik op de wc ging zitten lezen met tot gevolg dat ik nog tot mijn veertigste elke wc van elke boekwinkel in Amsterdam heb bezocht. Boek=WC moet mijn systeem hebben gedacht. Mijn vader had zo z'n trucjes en zei op gepaste tijden: "tssss, o ja?, goh..." al had ie het verhaal al duizend maal gehoord. Vroeg hem ooit of hij er niet gek van werd en hij zei: "Ach, ik ben immuun geworden..."
Op mijn zestiende bezocht ik elke week een maatschappelijk werkster om over mijn problemen te praten. Ze gaapte veelvuldig wat me zeer onzeker maakte. Kan me herinneren dat ik ooit de moed had te vragen of ik haar verveelde. Ze was gewoon moe en had de hele dag al naar verhalen geluisterd. Tja... Ik verkeerde meestal in het gezelschap van praters en op een dag zei één van hen dat ik een goede luisteraar ben. Was totaal verrast want zo zag ik mezelf helemaal niet. Als coach moet je natuurlijk goed kunnen luisteren maar ook de boel stop kunnen zetten indien ik dat nodig acht. Daar heb ik geen probleem mee.
Als vriendin is dat een totaal ander iets. Je kunt nu eenmaal je vrienden niet ongevraagd coachen. Ik hou ervan te vertellen en ik kan me herinneren dat een vriendin me toesnauwde: "Jij vertelt alleen maar anekdotes". Ik schrok verschrikkelijk en heb haar niet verder gevraagd wat ze bedoelde. Het verhalen vertellen zat me toen al in het bloed al schreef ik ze nog niet op. Dat kwam veel later. Ik was altijd al verbaasd over de bijzonderheden in mijn leven en die vertelde ik graag. Het kwam niet zo bij me op om over gevoelens te praten. Wel over anderen en anderen vertelden mij ook over anderen. Het is opvallend hoeveel we over anderen praten. Wil natuurlijk niet generaliseren en ik bedoel natuurlijk niet jou, maar toch... Heel veel gesprekken gaan over gevoelens, veel over anderen en heel veel zijn herhalingen van herhalingen.
Ik herken dat ik soms naar iemand luister die van doorpraten weet en dat ik op een gegeven moment in een soort roes zit en eigenlijk weg wil rennen maar vast geplakt zit op mijn stoel. Dan moet ik mezelf los rukken om een eind te maken aan het gesprek. Heb nu geleerd om mensen die veelpraters zijn te zeggen: "Ik heb een half uur voor je en dan krijg je alle aandacht... " Dat werkt prima. Dan weten we beiden wat we te verwachten hebben en gek genoeg kan een verhaal van drie uur ook in een half uur verteld worden omdat je de essentie eerder raakt en de zijpaden uit de weg gaat.
We hebben het allemaal zelf in de hand. Als ik wil stoppen met een gesprek en ik zeg er niets van... dan creëer ik de situatie zelf. Als ik zie dat iemand wegdraait met de ogen terwijl ik zit te praten, dan vraag ik... of ik nog door zal gaan of dat ik zal stoppen. Het is niet fijn om te praten tegen iemand die er eigenlijk genoeg van heeft. Dus openheid en duidelijkheid is heel prettig voor beiden.
Dan is er nog de conversatie in onszelf. Soms kunnen we in onszelf praten over dingen die we duizenden malen herhalen. Als het fijn is dan gaan we daar lekker mee door. Zodra het ergernis en irritatie oplevert, heb ik geleerd te stoppen en een ander onderwerp te kiezen. Dat is heerlijk waardoor ik dol ben op gesprekken met mezelf. Dat is één van de mooiste dingen die ik ooit geleerd heb. Het is een tijd weggeweest en kon mijn eigen gedachten niet meer stoppen terwijl ik het toch jaren wel kon. Een flinke klap en weg was dat vermogen en werd flink down. Wel goed om dat ook te ervaren en niet zo makkelijk tegen anderen te zeggen: "Nou, dan ga je toch aan iets anders denken!" Flink doorvoelen helpt dan wel maar voor je zover bent. Gelukkig is de rust weer gekeerd maar moet nog steeds mijn best doen.
Hoop dat ik jullie niet heb verveeld met deze bedenksels maar je hoeft dit stukje natuurlijk helemaal niet te lezen. Daar ben je totaal vrij in.
Kortom, als je merkt dat je gasten wel erg lang op de wc blijven is het tijd om toch eens na te vragen waarom.