Sunday, September 14, 2025

Ingefluisterde Intuïtie

Er zijn verschillende momenten in mijn leven die bepalend zijn geweest voor de manier waarop ik in het leven sta en mijn werk doe. Het volgende is mij werkelijk overkomen. Ik werkte inmiddels al enkele jaren als trainer/coach voor diverse bedrijven en was vreselijk trots op mijn werk. Ik kreeg mooie opdrachten en tijdens de feedback en evaluaties hoorde ik enthousiaste reacties. Niet alleen op de werkvloer, maar ook in privé situaties bleken de trainingen zeer praktisch en bruikbaar te zijn.
Op een dag liep ik over straat in Amsterdam, ergens in de Pijp en las op een groot bord: 'Ontmoet uw gidsen'. Nieuwsgierig liep ik naar binnen. Een prachtige jongeman uit Indonesië vertelde dat hij als medium voor mij contact kon maken met mijn spirituele gidsen. Trots als ik was wilde ik wel eens een applaus krijgen van 'de andere zijde'.

Mijn eerste vraag was: 'Wat vinden jullie van mijn werk?' in de volle overtuiging dat ze me zouden overladen met complimenten. Helaas, het antwoord was dat ze niet zo tevreden waren. Ik schrok: 'Waarom niet? Wat is er dan?' vroeg ik. 'Je luistert niet naar ons', kreeg ik door. 'We proberen je steeds te inspireren, maar je staat er niet voor open, je werkt met je hoofd en werkt een lijstje af.' 'Nou vertel dan maar, wat willen jullie dat ik anders doe?' Dat was niet mogelijk. Het kon alleen maar op het moment zelf. Dan moest ik me open stellen voor de inspiratie. 'Maar hoe moet dat dan?' vroeg ik weer. Dat werd niet helemaal duidelijk en daar moest ik het mee doen.

Teleurgesteld en ietwat beledigd liep ik naar huis. Hoe moet ik me nu openstellen? En waarom waren mijn trainingen en coaching 'voor de andere zijde' niet goed genoeg? De volgende dag gaf ik een training bij het Energiebedrijf in Amsterdam, tegenwoordig NUON. Voordat de mensen binnenkwamen en de training begon, en nadat ik alles had uitgestald en het programma op de flip-over had geschreven ging ik op een tafel zitten. 'Zo jongens', zei ik half naar boven kijkend, 'als jullie iets willen zeggen, doe het dan nu meteen even. Ik sta open voor jullie ideeën.' Het bleef stil en er was niets te zien of te horen.

De mensen stroomden binnen en de training begon. Ik had alles op een rijtje. Van de kennismaking tot en met de evaluatie. Na ongeveer een uur zette ik het programma stop. 'Laten we allemaal tien minuten helemaal stil zijn', zei ik tot mijn eigen verrassing. Normaal deed ik dat nooit. Veel te eng. Wie weet wat de mensen zouden denken. Zweverig gedoe. Tot mijn verbazing deed iedereen mee en ze vonden het geweldig. Allemaal. Ze kwamen tot rust en hadden ruimte in hun hoofd gekregen, zeiden ze. Ik voelde me geweldig. De volgende dag gaf ik weer een training, hield mijn praatje met de gidsen en ook daar zette ik het programma stop om weer iets anders te doen. Ik hoorde niets, zag niets… deed alleen wat er in me opkwam. Een plotselinge opwelling. Niet over nagedacht… zo maar spontaan en het was altijd het hoogtepunt van de training.

De volgende week had ik schilderles in Zwanenburg. Ik kwam binnen en de schilderjuf zei meteen: 'Marja, er staan twee figuren achter je te dansen en te springen.' 'Hoe bedoel je?' Ik keek achter me en zag niets. 'Het zijn je gidsen, ze zijn dolblij en ze zeggen dat je eindelijk naar ze luistert. Heb jij iets in je trainingen veranderd?' De vrouw wist helemaal niets van wat er die week ervoor was gebeurd en van de ontmoeting met de Indonesische jongen. De rillingen liepen over mijn hele lichaam. Ik realiseerde me, het is dus waar! Het is echt!

Vanaf die tijd houd ik altijd voor ik naar mijn werk ga een praatje met de gidsen. Onderweg in de auto bijvoorbeeld. Ik luister meestal naar het nieuws of naar radio 5. Lekker oude liedjes meezingen. Dan zet ik de radio uit en zeg: 'Ik ga niet voor niets naar Groningen vandaag. Er is iets te doen daar en jullie doen het werk. Dus laat het me maar weten. Ik sta er open voor.' Ik stel me open en laat me inspireren en laat de ingefluisterde intuïtie het werk doen. Heel af en toe vergeet ik het. Maar gaandeweg kom ik er vanzelf achter en doe ik het tijdens de training. Het werkt altijd. Ik ben ontspannen in wat voor situatie ook en er zijn altijd mensen diep geraakt. Ik voel mijn energie stromen en het gaat allemaal vanzelf.

Tip: Het enige wat je hoeft te doen is: stel je open voor je gidsen, het universum, God of dat wat voor jou relevant is. Het gaat om de intentie dat je jezelf als doorgeefluik ziet. Je hoeft het zelf niet te doen... Laat het gebeuren en vertrouw er op.








De magische mevrouw Basilec

Ma zat op een bankje aan de Amstelkade waar ook een oude dame in de zon zat te genieten van het uitzicht. De dame zei: "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee" zei mijn moeder "Wie bent u dan?" "Ik ben mevrouw Basilec en ik zong opera vroeger en was ooit heel beroemd." "Oh, wat interessant" antwoordde mijn moeder. "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee", zei de dame. "Ik ben een heel interessante vrouw!" zei mijn moeder met evenveel overtuiging en ze vertelde alle goede dingen die ze zoal in haar leven had gedaan. Die kans liet ze zich niet ontnemen. 
"Ah, zei mevrouw Basilec... "Ik zie wie u bent, ik herken u want we zijn allebei van de zevende sfeer, dat is de hoogste sfeer. U wilt mensen van lagere sferen bereiken maar dat zal u niet lukken. Wel van de vijfde en de zesde maar lager kun je je beter de moeite besparen. Die luisteren toch niet. Kom mee naar boven ik woon hier dan zal ik u wat laten horen."
Trots op haar juist ontdekte hoge status liep Ma mee naar boven en kwam in een klassiek ingerichte kamer en ging op de bank zitten. "Nee, niet daar!" riep mevrouw Basilec luid: "Daar zit Jan!" Ma schoot van de bank af en keek nog eens goed maar zag geen Jan. "Jan is overleden maar hij zit daar nog steeds vaak, hij zit er nu ook" vertelde mevrouw Basilec die inmiddels achter de piano zat en begon te spelen. Ma die nu veilig op een stoel zat dacht: 'Marja, Nico, Annie... jullie moesten me hier is zien zitten...' In de hoek stond een opgezette herdershond die haar glazig aanstaarde en mevrouw Basilec speelde prachtig piano. Die twee raakten niet uitgepraat en uren later kwam ma terug vol van haar verhaal.
Een tijdje later ging ik met ma mee op bezoek bij mevrouw Basilec. Inmiddels had ik haar al gezien toen ze op bezoek was bij Willem Duijs als fenomeen dus ik vond het geweldig om mee te gaan. Ik was een jaar of dertien en heel nieuwsgierig.
Mevrouw Basilec had een Ouijabord opgesteld (ja, ik weet het, nooit doen!) en we mochten ieder een deel van een kruishout vasthouden en de punt kwam dan op een letter. Na een tijdje stil zitten vroeg mevrouw Basilec in het niets: "Is daar iemand?" en ja hoor het kruishout begon te bewegen. Mijn hart klopte in mijn keel... "j...o...p...i...e" Kennen jullie een Jopie? Ja die kenden we wel en het ging verder "v...l...e...e...s" Jaaa riepen we beiden uit: "Jopie Vleeschhouwer!" Dat was een vriendin van ma die was overleden. Later had ik spijt dat we bij Vlees al waren gestopt en ik kan me niet herinneren wat er voor boodschap kwam. We waren vol enthousiasme... "Jopie Vleeschhouwer had van zich laten horen.
We zagen mevrouw Basilec nog een paar keer bij Willem Duys en ze was lekker eigenwijs en vol verhalen. Ze bleek een oorspronkelijk een vluchtelinge uit Tsjechië. Als ze weer op tv was waren we in de zevende hemel.

Tot mijn verbazing kreeg ik een reactie op dit stukje. Nog een verhaal over mevrouw Basilec en ik mocht het plaatsen:

Hier het verhaal van Fina van der Weide over Mevrouw Basilec:

Eigenlijk wist ik niet zo goed hoe dit verhaal te beginnen. Want het ligt allemaal niet zo eenvoudig.
Maar het verhaal begon op een zaterdag. Mijn moeder en ik hadden zoals ik al eens vertelde geen echte band. Ze was vals en gemeen, ze loog en was echt geen lieve vrouw. Hard om dat zo neer te zetten, maar het was gewoon de waarheid. Als kind was ik vaak bang voor haar. Ze had de totale macht. Maar ik wist niet beter of het hoorde zo. Ik zag wel dat het bij mijn vriendjes thuis heel anders ging, maar ja overal was wel wat.
Als tiener ging ik meer en meer begrijpen, en kwam ik ook in opstand. Niet nadrukkelijk want dat durfde ik niet, meer een passief verzet. Maar er kwamen steeds meer uitbarstingen tussen ons. Die zaterdag was het weer raak. Echt iets heel stoms. Ik had een beker water gepakt zonder het te vragen. (dat moest dus, alles vragen. Zelfs of ik naar het toilet mocht, of naar mijn kamer etc)
Ze werd helemaal gek en ik weet nog dat ik mijn jas en tas pakte en buiten op mijn fiets sprong. Ik wilde maar een ding, weg.
Ik fietste een poos rond, en in ene was ik bij de Amstel.
Er stond daar ergens een bankje en ik ging daar zitten. Ik dacht over van alles. Ik was bijna 13 en zou een maand later naar de middelbare school gaan.
Een school die mijn moeder had gekozen natuurlijk, en geen van mijn vriendjes ging daarheen. Hij was in zuid.
Ik plande van alles, ik ging niet meer naar huis. Ik ging ook niet naar die rotschool, ach je weet hoe kinderen kunnen denken. In ene kwam een mevrouw aanlopen. Ze kwam vanaf de Amstelkade. En ze leek recht op mij af te komen. Ik wilde opstaan, en weggaan. Maar iets maakte dat ik op dat bankje bleef zitten.
De mevrouw kwam naast me zitten. Ze keek me aan, knikte en begon te praten.
Ze zei dingen die ik soms niet begreep. Want ze kende me niet toch?
Maar ze zei:  "je hebt het moeilijk, ik weet het. Ze hebben me verteld dat je hier was. Luister, zo gauw je kunt moet je haar loslaten. Ze is niet goed voor jou. Ik weet nu kan het niet, maar echt ga zo snel als het wel kan. Ze is het kwaad geloof me. Ik weet dat je het kunt, ik vertrouw je en ben trots op je". Ze keek me nog even aan en liep weer weg.
Ik was verbouwereerd. Kende zij mijn moeder? Wie had verteld dat ik daar zat?
Ik wilde haar achterna gaan, maar toen ik weer keek zag ik haar niet meer.
Ongeveer een jaar later. (ik was natuurlijk weer naar huis gegaan) keek ik tv. Willem Duys. En hij kondigde iemand aan. Ik kon mijn ogen niet geloven. Het was de vrouw die me aan had gesproken. Ik luisterde naar haar verhaal en wilde haar spreken. Nu ik haar naam kende zocht ik in het telefoonboek en vond haar daar.
Met het excuus dat ik voor school interviews moest doen (dat was ook zo) Belde ik haar op. Eerst zei ze dat ze niemand thuis ontving, ik moest haar maar via de telefoon interviewen.
Ik wist niet hoe ik haar moest vertellen dat ik het meisje was waar ze zo vreemd tegen had gesproken. Dus ik stelde wat maffe vragen. Over dat opgezette hondje waar ze in de uitzending over sprak. En ik dacht dit was een stom idee.
Net toen ik op wilde hangen, zei ze in ene: "Ohhh jij bent het. Kom maar ik ben thuis. Je weet mijn adres." Met knikkende knieën stond ik een uur later op de stoep. Eenmaal binnen zei ze dat ze me al verwacht had. Ze hadden verteld dat ik het was aan de telefoon. Ik vroeg nog wie haar dat verteld hadden. Ze wees om zich heen en zei, mijn vrienden en familie. Ik zag niemand.Ik mocht ergens gaan zitten en voor ik het wist zat ik over mijn moeder te praten. Ze herhaalde weer dat ik zo snel mogelijk met haar moest breken, want ze was slecht.
Ik weet nog dat ik me bekeken voelde. Alsof er tientallen mensen in die kamer waren. Maar hield het er maar op dat de glazen ogen van die hond me het gevoel gaven.
Toen ik wegging gaf ze me een soort steentje/glas? Het was blauw. Ze zei: "Luister dit is een stukje van de hemel, als ze naar doet houdt dit vast en denk aan de hemel. Dan gaat het beter, maar ga weg zo snel je kan."
Eenmaal buiten terug op de fiets voelde ik me wonderlijk getroost. Ik heb me wel altijd afgevraagd hoe ze dat allemaal wist. Ze was een bijzonder mens.
(Toevoeging van Fina) Het klinkt misschien raar maar als ik over kind Fina schrijf is het alsof ik over een ander schrijf. Het is een jas die ik heb afgeschud.


(Toen ik dit verhaal publiceerde stuurde iemand me deze foto van mevrouw Basilec en haar Jan.)






Sunday, August 31, 2025

"Ik ben van Goud"

"Ik ben van Goud" zei mijn moeder regelmatig. Ze begon ooit als Zilver. Dat komt door een chique dame die bij ons op bezoek kwam. We woonden in een piepklein huisje, twee hoog achter in de Pijp in Amsterdam en de vrouw vroeg: "Waar slapen jullie? Hebben jullie nog een verdieping hierboven?" "U zit op de slaapkamer" zei mijn moeder trots en ze wees op de uitklapbank. Even later vroeg de dame over een lepeltje bij de koffie: "Is dat zilver?" "Nee", zei mijn moeder, "zilveren lepeltjes heb ik niet nodig. Die van de Hema doen precies het zelfde als zilveren. Ik ben zelf van zilver!" De dame was van slag en stapte snel op. Mijn moeder lachte triomfantelijk. Ik was nog heel klein en bewonderde mijn moeder enorm.

Later bevorderde ze zichzelf:
Toen ik volwassen was stelde ik haar voor aan een collega. Ze ging recht voor haar zitten en keek haar diep in de ogen. "Ik ben van goud!" zei mijn moeder. "Ik ben een koningin!" Mijn collega trok wit weg en mijn moeder vertelde haar met verve over alle goede dingen die ze in haar leven had gedaan. Over het redden van mensen die zelfmoord wilden plegen, die ze steevast op bankjes in het park tegen kwam. Ma zei dan: "Als u zelfmoord pleegt, kijk ik u nooit meer aan." en: "Ik heb de oorlog meegemaakt en mijn vader is vergast en dertig andere familieleden ook en toch geniet ik van het leven. Als ik het kan dan kunt u het ook!"

Ze wist het wel en had daar geen goeroe voor nodig. Ze was van Goud. Ze sloeg wel eens door en dan stond ze op een stoel en riep: "Ik ben één met Jezus, ik ben zuiver." Daar had ze gelijk in. Wat iets minder was dat ze mij dan toeriep van boven: "en jij bent vuilnis."

Gelukkig heb ik na jaren me vuilnis voelen, ontdekt dat ik ook Goud ben. En niet alleen ik maar wij allemaal. Dus mijn moeder had voor een deel gelijk. Gisteren gaf ik een training over omgaan met agressie. Een vrouw keek me woedend aan en siste me toe: "zo'n training heb ik niet nodig." De vijandigheid straalde me tegemoet. En ja... daar trek ik me niets van aan want ik weet dat die vrouw ook Goud is. Op dat moment is ze het even vergeten. Ik niet en hielp haar herinneren, door met haar om te gaan als Goud. Het duurde niet lang of ze trok bij en ja hoor, daar kwam haar Goud te voorschijn. Wat was ze prachtig. Het Goud straalde overal doorheen.

Zo is het voor ons allemaal. Van boef tot bankdirecteur tot huisvrouw... onder alle lagen van arrogantie, minderwaardigheidscomplexen, stoerdoenerij ligt het Goud te wachten tot we het weer herontdekken.

Zag gisteren een interview met Supernanny. De vraag: "Vindt u de kinderen in de gezinnen waar u komt ook monsters af en toe?" Antwoord: "Nee, ik zie ze al in het begin zoals u ze aan het eind van het programma ziet."







Gepubliceerd in het tijdschrift voor Coaching
en in Niets meer te bewijzen

Wassen en dansen in de jaren vijftig

Er werd in de vijftiger jaren een een wasmachine boven gebracht over de smalle trap in de eerste jan van de Pijp in Amsterdam voor één gulden. Ik geloofde het bijna niet maar mijn moeder verzekerde dat het echt zo ging. Ze hadden een Belgische vriend die een idee had waar hij patent op wilde vragen. Dan moest je in een grote teil de was doen en met een stok de boel ronddraaien. Ma heeft het een keer geprobeerd en de Belg verzekerd dat daar vast geen patent op te krijgen viel.
Daarna kreeg ze tot haar grote blijdschap een wringer-wasmachine en de buurvrouw vroeg of ze er ook gebruik van mocht maken... ja hoor... zei mijn moeder... en nog een buurvrouw uit de Ferdinand Bol en nog een buurvrouw... tot mijn moeder er genoeg van had dat er constant bij haar gewassen werd. Een grote wasbende in haar kleine keuken. Geld durfde ze er niet voor te vragen. Dat was het eind van de thuiswasserette. Ik mocht af en toe helpen met de wringer maar dat was nog wat te zwaar voor me.
Als ze bezig was zong ze:
We wassen, we wassen, we wassen gedwee
en wie er met ons wassen wil die wast er met ons mee
en als dan het wassen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het drogen gaan...
we drogen we drogen we drogen gedwee
en wie er met ons drogen wil die droogt er met ons mee
en als dan het drogen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het strijken gaan...
de rest kunnen jullie raden.
Hier mijn moeder aan het dansen... helemaal rechts. Dat vond ze veel fijner dan wassen... het was een éénmalig optreden. Ze werd de groep uitgezet omdat ze te eigenwijs was. Het optreden was bij 'Ons Huis' in de Rozenstraat in de Jordaan. Kan me ook niet voorstellen dat ze orders aan nam van de choreograaf.


Saturday, August 30, 2025

Het wonder van de donkere kamer

Mijn vader had vroeger een donkere kamer op zolder. Vond het altijd heel geheimzinnig hoe je van gewoon papier zomaar opeens een foto kon toveren. Hij was zo trots op zijn doka. Op een dag kregen mijn ouders eindelijk een woning met twee balkons. Na twintig jaar wonen zonder balkon was dat een hele verbetering. Ze waren zo gelukkig met hun nieuwe huis. Naast de keuken was een ruime bijkeuken en mijn vader zag zichzelf daar al met zijn dokaspullen weer prachtige foto's toveren. Tja, daar stak ma een stokje voor. Ze wilde de bijkeuken gebruiken als keuken en de echte keuken werd niet gebruikt want die bleef netjes voor de show.


Pa was teleurgesteld en deed zijn mond niet open. Ik deed nog een poging haar te overtuigen dat de bijkeuken een geweldige plek voor pa was en dat de keuken toch de keuken was om keuken te zijn. Het mocht niet helpen... moeders wil was wet. Pa's hobby was voorbij en hij bracht zijn foto's naar de fotowinkel om te laten ontwikkelen.


Mijn ouders kregen pas telefoon toen ik het huis uit ging zodat ik ze kon bereiken. Auto reden ze niet want dat was totaal niet nodig en het is nooit in ze op gekomen om een rijbewijs te halen.

De tijd ging verder en de computer kwam in ons leven en de GSM waar ik prachtige foto's mee kon maken en de foto's uit zijn jeugd die ik kon vergroten en zo scherp kon weergeven. Mijn vader was verrukt en verbijsterd over de techniek. Hij vertelde over hoe ze als kinderen naar buiten renden als er een vliegtuig overkwam en hoe ze met open mond van verwondering naar de lucht staarden. Hij is vijfennegentig geworden en heeft alle technische wonderen langs zien komen.


Hij kon zelf niet met een mobieltje omgaan. Zijn vingers trilden teveel en waren te groot. Het gaf niet... de gewone draadtelefoon werkte ook en dat je gewoon op 1 kon drukken en dat ie mij dan aan de telefoon kreeg was ook een wonder.











Over wonderen, mijn moeder en Eckhart Tolle

Zoals jullie allemaal weten is het leven één groot wonder. We beseffen het niet altijd zo in ons dagelijks gedoe en af en toe staan we d'r even bij stil. Als er iets bijzonders gebeurt of als we van ziek weer beter worden, als er een kind wordt geboren of rond Kerst.

Mijn moeder zag in alles een wonder en dat heb ik van haar geërfd. Weet nog dat ze achter in de auto zat tijdens een tochtje en dat ze constant riep: "Oh, wat mooi, oh, wat prachtig, dat ik dit mag meemaken... met mijn dochter in de auto!!!" Het werd me wel eens te veel maar ik heb zelf ook de neiging. Mijn vrienden wordt er ook wel eens tureluurs van als ik voor de zoveelste keer onderweg zeg: "Oh, kijk eens...wat mooi!"

Thuis hadden we geen auto, mijn ouders hadden geen rijbewijs en ik haalde 'm pas na mijn veertigste, dus een auto was voor ons alle drie een wonder. Dat zo'n ding zomaar vanzelf gaat met een lichte druk op de gasplank. Het was een zegen dat ik die auto kon rijden omdat ik nu mijn ouders overal mee naar toe kon nemen zoals naar Frankrijk. Ook dat was een wonder voor mijn moeder en de hele weg naar en terug en tijdens riep ze: "Oh, dat ik nu in Frankrijk ben... en we zijn van de hugenoten, we komen thuis!" Ja mijn oma stamde van de Hugenoten, heette Ledoux en kwam uit de Jordaan waar de Hugenoten eind zeventiende eeuw naar toe vluchtten, dus daar zat wat in.

Mijn moeder had de auto vol geladen met etenswaren en wijn omdat ze dacht dat je in Frankrijk niets kon krijgen. Ze was dan ook met stomheid geslagen toen we een gigantische Auchan binnen kwamen. Ze vond het een waar wonder en was niet meer weg te slaan. Liepen we op een schattig klein marktje met leuke terrasjes en keek ze heel sip. "Wat is er ma?" "Ik wil naar de Auchan!" Tja, we hebben de hele week in de Auchan rond gelopen en daar geluncht want dat vond ze het allerlekkerst. "Oh, wat heerlijk en oh wat zalig..."

In de tuin las ze Eckhart Tolle en de gesprekken met God van Neale Donald Walsch en ze riep om de bladzijde: "Dat ken ik, dat heb ik ook!!! Ik leef ook in het NU!" Je ziet ik heb het niet van een vreemde en dat ik het tegenwoordig leuk vind dat ik zo veel op haar lijk is ook een wonder.

Een paar jaar geleden was ik bij de medium-avond in Utbijhuis in Lelystad met Myrthe Bruinzeel. Nou ken ik haar al langer en ze kent ondertussen mijn moeder erg goed omdat die in elke sessie overduidelijk aanwezig is. Soms staat ze te springen en te dansen om maar mijn aandacht te krijgen. Af en toe krijg ik mails van mediums die een boodschap van mijn moeder hebben gekregen of ze dit of dat effe door willen geven. Dus toen ik naar Lelystad reed zei ik in het 'niets' tegen mijn moeder: "Ma, kom vandaag maar niet... er zijn nog anderen die ik wil spreken." Heb nog een aantal vriendinnen en een vriend aan de 'andere kant' en natuurlijk mijn pa en die kreeg vroeger ook al geen kans.

Myrthe was lekker op dreef en mijn God wat is dat toch een wonder... iedereen kwam aan de beurt en sommigen knikten en snikten... af en toe werd iemand niet herkend maar meestal was het goed raak en opeens zegt Myrthe, en ik voelde 'm al aankomen: "Er zijn nu twee mensen, een man en een vrouw... Marja, heb jij je moeder onderweg gevraagd om niet te komen vanavond? Nou ze laat zich niet wegsturen hoor... ze is er gewoon bij. 




Hulp op het juiste moment


Mijn moeder lag op de intensive care aan de beademing. Ze was een praatster en nu was ze stil. Haar ogen en zwarte zware wenkbrauwen spraken nog boekdelen. Nu kreeg ik ruim de gelegenheid om te praten. Ze kon me nu niet meer in de rede vallen of tegen spreken. Hoe vaak had ik me dat niet gewenst.
Hoe ouder mijn moeder werd hoe meer en sneller ze sprak. Ze had zo’n praattalent dat ze geen adem hoefde te halen. Zoals ik in eerdere columns vaak schreef, ademen we allemaal onbewust met elkaar mee. Als je naar mijn moeder luisterde had dat zo’n effect op luisteraars, die vergaten ook adem te halen. Daar kon je knap benauwd van worden. Meestal deed ik voor ik binnenkwam al wat ademhalingsoefeningen en hield ik het gedurende het gesprek in de gaten zodat ik rustig kon doorademen.
Menigeen die ik meenam om mijn moeder te bezoeken moest daarna flink bijkomen. Niet dat ze gekke dingen zei hoor… want mijn moeder kon heel wijs uit de hoek komen. Het was eerder de hoeveelheid en de snelheid waar mee het gepaard ging.
Nu was ze stil en ik zocht naar woorden. In het begin hield ik nog een peptalk: “Ma, je bent sterk… morgen halen ze je van de beademing…” hoe langer het duurde hoe minder peptalk en ik wist het niet meer. Ik twijfelde wat ik zou zeggen en voelde me ongemakkelijk.
Als ik iedereen had opgesomd die de groeten had meegegeven en haar vertelde wie  er allemaal aan haar dachten, viel ik ook stil. Dan staarden we elkaar maar wat aan.
Op een dag, na een bezoek, zat ik wanhopig in de auto en riep naar “boven”:  “Help me alsjeblieft om dit anders te beleven. Hier heeft ze helemaal niets aan.” Ik werd op mijn wenken bediend.
Zonder erbij na te denken zette ik een seconde later de radio aan en zie: ik viel precies in een gesprek van een vrouw over haar Bijna Dood Ervaring. Zij vertelde dat ze in de Liefdevolle Aanwezigheid van Daarboven was geweest, ze kwam weer terug in haar bed. Haar familie stond om haar heen, maar ze voelde dat deze 
niet aanwezig waren.
Op dat moment begreep ik meteen wat ze bedoelde. Zo stond ik ook bij mijn moeder. Niet echt aanwezig, maar zoekend naar woorden en vol angst en onzekerheid.
De boodschap kwam op het juiste moment en raakte me diep.
Ik nam het besluit met totale aandacht en liefde bij mijn moeder te zijn en daarna ging alles vanzelf. Aan haar bed voelde ik me ontspannen en dat maakte dat de juiste woorden vanzelf kwamen.
Het gaf ons beiden rust. 


Dank aan Tienke Klein, de vrouw die haar Bijna Dood Ervaring vertelde op de radio.
Zij schreef het boek: 'De Kiem'












De genen van tante Corrie

Heb ik jullie wel eens verteld van mijn tante Corrie uit Delft? Had haar nooit ontmoet maar kende haar van de verhalen van mijn moeder. Het was de nicht van mijn vader maar omdat mijn vader nooit met zijn familie om wilde gaan vond mijn moeder dat dat wel zo hoorde dus togen ze een aantal keren naar Delft om tante Corrie te bezoeken die samen woonde met een vriendin. Ma was wel nieuwsgierig hoe dat zat maar ze hadden het er niet over. Bij ruzies bitste ze mijn vader toe: "Het komt door jouw nicht Corrie dat Marja zo is. Het zit in jullie genen."

Ik was een jaar of vijftig toen ik, ook nieuwsgierig, tante Corrie eens ging opzoeken. Ze verwelkomde me allerhartelijkst en we vertelden elkaar over ons leven. Inmiddels was haar vriendin overleden en daar had ze veel verdriet van. Tante Corrie bleek ooit getrouwd maar op haar achttiende was haar man overleden. Ik vroeg haar of ze daarna ooit nog een andere geliefde had gehad. "Nooit! Dat was mijn man!" zei ze streng en begon te huilen wat ik wel sneu vond. Ze was nu in de tachtig en hield haar weduwe-schap dus flink lang vol.

Tja, toen ter sprake kwam hoe 'het' met mij zat veranderde ze van toon: "Dat vind God niet goed, dat is duivels!" Oeps, daar vloog het genenverhaal van mijn moeder door het raam.

Na de dood van mijn moeder hield ik ergens een lezing en mijn vader ging mee. Ik maakte een punt over slachtofferschap in stand houden en gebruikte tante Corrie als voorbeeld. "Hé pa, weet u nog tante Corrie uit Delft!" "wablief?" schrok mijn vader wakker vanaf de eerste rij. De hele zaal riep: "TANTE CORRIE UIT DELFT!!!"

Inmiddels is gebleken dat het niet de genen van mijn vader zijn maar die van mijn moeder maar dat is een ander verhaal. Als ze dat zou hebben geweten...


Friday, August 29, 2025

De ritueel verknipte BH

In de vrouwenbeweging was het mode om geen BH te dragen. Waarom zo'n benauwd ding aan om mannen te behagen? Nee, dat deden wij niet. Ik had nogal zware borsten maar dat maakte me niet uit dus ik liep frank en vrij zonder BH. Maar na een aantal jaren werden ze wel erg zwaar dus ik begon toch een BH te dragen om ze wat te helpen maar tegelijkertijd ontwikkelde ik een flink minderwaardigheidscomplex over van alles maar ook over mijn borsten. Ik durfde niet eens een lingeriewinkel in om een bh te kopen.
Op een dag kon ik het echt niet meer uitstellen en toog met een vriendin om me te ondersteunen naar Hunkermuller. We liepen binnen en de vrouw achter de kassa riep meteen: "Mevrouw voor u hebben we niets hoor!" Totaal overstuur verliet ik de winkel met mijn troostende vriendin. Vanaf die tijd durfde ik helemaal niet meer en ik deed 't met twee BH's die eigenlijk te krap zaten. Na een jaar of twee vatte ik al mijn moed samen en ging een klein winkeltje in de stad binnen. Had al een paar keer door het raam gekeken, zag een grijze dame aan het werk en dacht die is vast heel aardig.
Binnen gekomen zei ze inderdaad heel vriendelijk: "Gaat u maar vast naar het hokje dan zoek ik wat voor u uit." Terwijl ik half naakt in het hokje stond kwam ze weer binnen slaat verschrikt haar hand voor haar mond en roept: "Ooooooh mevrouw wat heeft u uw borsten verwaarloosd, hier heb ik echt niets voor." Ik griste mijn bh en mijn shirt bij elkaar, deed mijn jas er over heen en kwam huilend thuis.
Vanaf het moment dat ik met spiritualiteit bezig ging was ik in één keer ik van al mijn complexen af en had geen enkele moeite om een BH te kopen en intussen waren er waarschijnlijk meer vrouwen met borsten als de mijne want men reageerde normaal hoewel het nog steeds geen hobby van me was.
Ik kreeg last van mijn schouders en toen een vriendin die minder zware borsten had dan ik vertelde dat ze een borstverkleining zou ondergaan dacht ik: "Ja, dan doe ik het ook. Dit is het moment" In het OLVG was een Surinaamse verpleegster en voor de operatie vroeg ze: "Zullen we de BH ritueel doorknippen?" Ik vond het een geweldig idee... nadat ik het gigantische exemplaar een aantal keer flink had rondgezwaaid knipten we 'm door. Het voltallige personeel van de afdeling zwaaide me uit terwijl ze me naar de OK rolde, wat een schatten.
Na de operatie ging ik van 80G naar 80B, geen zware schouders meer, kon jasjes aan die ik nooit eerder had kunnen dragen en voelde me stukken lichter.
Nu moest ik het nog aan mijn moeder vertellen. Die was altijd totaal overstuur als ik iets nieuws ging doen of nou ja... wat dan ook. Ik had haar niet verteld over de operatie en vanuit het ziekenhuis gebeld alsof er niets aan de hand was. Maar ja... ze zouden komen eten en ik trok iets wijds aan om heel rustig de boodschap te brengen. Ze zag het meteen: "Wat ben jij ineens slank?" Ze keek nog eens en riep uit: "Je hebt het laten doen!!!!" Oh, dacht ik: 'nu komt het'. "Ooooh wat goed, als ik jong was geweest had ik het ook laten doen!"
Even hadden we een heerlijk wezenlijk contact, wat toen niet vaak meer gebeurde. Wat een verrassing, dat was nog het grootste cadeau.




De magische mevrouw Basilec

Ma zat op een bankje aan de Amstelkade waar ook een oude dame in de zon zat te genieten van het uitzicht. De dame zei: "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee" zei mijn moeder "Wie bent u dan?" "Ik ben mevrouw Basilec en ik zong opera vroeger en was ooit heel beroemd." "Oh, wat interessant" antwoordde mijn moeder. "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee", zei de dame. "Ik ben een heel interessante vrouw!" zei mijn moeder met evenveel overtuiging en ze vertelde alle goede dingen die ze zoal in haar leven had gedaan. Die kans liet ze zich niet ontnemen. 
"Ah, zei mevrouw Basilec... "Ik zie wie u bent, ik herken u want we zijn allebei van de zevende sfeer, dat is de hoogste sfeer. U wilt mensen van lagere sferen bereiken maar dat zal u niet lukken. Wel van de vijfde en de zesde maar lager kun je je beter de moeite besparen. Die luisteren toch niet. Kom mee naar boven ik woon hier dan zal ik u wat laten horen."
Trots op haar juist ontdekte hoge status liep Ma mee naar boven en kwam in een klassiek ingerichte kamer en ging op de bank zitten. "Nee, niet daar!" riep mevrouw Basilec luid: "Daar zit Jan!" Ma schoot van de bank af en keek nog eens goed maar zag geen Jan. "Jan is overleden maar hij zit daar nog steeds vaak, hij zit er nu ook" vertelde mevrouw Basilec die inmiddels achter de piano zat en begon te spelen. Ma die nu veilig op een stoel zat dacht: 'Marja, Nico, Annie... jullie moesten me hier is zien zitten...' In de hoek stond een opgezette herdershond die haar glazig aanstaarde en mevrouw Basilec speelde prachtig piano. Die twee raakten niet uitgepraat en uren later kwam ma terug vol van haar verhaal.
Een tijdje later ging ik met ma mee op bezoek bij mevrouw Basilec. Inmiddels had ik haar al gezien toen ze op bezoek was bij Willem Duijs als fenomeen dus ik vond het geweldig om mee te gaan. Ik was een jaar of dertien en heel nieuwsgierig.
Mevrouw Basilec had een Ouijabord opgesteld (ja, ik weet het, nooit doen!) en we mochten ieder een deel van een kruishout vasthouden en de punt kwam dan op een letter. Na een tijdje stil zitten vroeg mevrouw Basilec in het niets: "Is daar iemand?" en ja hoor het kruishout begon te bewegen. Mijn hart klopte in mijn keel... "j...o...p...i...e" Kennen jullie een Jopie? Ja die kenden we wel en het ging verder "v...l...e...e...s" Jaaa riepen we beiden uit: "Jopie Vleeschhouwer!" Dat was een vriendin van ma die was overleden. Later had ik spijt dat we bij Vlees al waren gestopt en ik kan me niet herinneren wat er voor boodschap kwam. We waren vol enthousiasme... "Jopie Vleeschhouwer had van zich laten horen.
We zagen mevrouw Basilec nog een paar keer bij Willem Duys en ze was lekker eigenwijs en vol verhalen. Ze bleek een oorspronkelijk een vluchtelinge uit Tsjechië. Als ze weer op tv was waren we in de zevende hemel.

Tot mijn verbazing kreeg ik een reactie op dit stukje. Nog een verhaal over mevrouw Basilec en ik mocht het plaatsen:

Hier het verhaal van Fina van der Weide over Mevrouw Basilec:

Eigenlijk wist ik niet zo goed hoe dit verhaal te beginnen. Want het ligt allemaal niet zo eenvoudig.
Maar het verhaal begon op een zaterdag. Mijn moeder en ik hadden zoals ik al eens vertelde geen echte band. Ze was vals en gemeen, ze loog en was echt geen lieve vrouw. Hard om dat zo neer te zetten, maar het was gewoon de waarheid. Als kind was ik vaak bang voor haar. Ze had de totale macht. Maar ik wist niet beter of het hoorde zo. Ik zag wel dat het bij mijn vriendjes thuis heel anders ging, maar ja overal was wel wat.
Als tiener ging ik meer en meer begrijpen, en kwam ik ook in opstand. Niet nadrukkelijk want dat durfde ik niet, meer een passief verzet. Maar er kwamen steeds meer uitbarstingen tussen ons. Die zaterdag was het weer raak. Echt iets heel stoms. Ik had een beker water gepakt zonder het te vragen. (dat moest dus, alles vragen. Zelfs of ik naar het toilet mocht, of naar mijn kamer etc)
Ze werd helemaal gek en ik weet nog dat ik mijn jas en tas pakte en buiten op mijn fiets sprong. Ik wilde maar een ding, weg.
Ik fietste een poos rond, en in ene was ik bij de Amstel.
Er stond daar ergens een bankje en ik ging daar zitten. Ik dacht over van alles. Ik was bijna 13 en zou een maand later naar de middelbare school gaan.
Een school die mijn moeder had gekozen natuurlijk, en geen van mijn vriendjes ging daarheen. Hij was in zuid.
Ik plande van alles, ik ging niet meer naar huis. Ik ging ook niet naar die rotschool, ach je weet hoe kinderen kunnen denken. In ene kwam een mevrouw aanlopen. Ze kwam vanaf de Amstelkade. En ze leek recht op mij af te komen. Ik wilde opstaan, en weggaan. Maar iets maakte dat ik op dat bankje bleef zitten.
De mevrouw kwam naast me zitten. Ze keek me aan, knikte en begon te praten.
Ze zei dingen die ik soms niet begreep. Want ze kende me niet toch?
Maar ze zei:  "je hebt het moeilijk, ik weet het. Ze hebben me verteld dat je hier was. Luister, zo gauw je kunt moet je haar loslaten. Ze is niet goed voor jou. Ik weet nu kan het niet, maar echt ga zo snel als het wel kan. Ze is het kwaad geloof me. Ik weet dat je het kunt, ik vertrouw je en ben trots op je". Ze keek me nog even aan en liep weer weg.
Ik was verbouwereerd. Kende zij mijn moeder? Wie had verteld dat ik daar zat?
Ik wilde haar achterna gaan, maar toen ik weer keek zag ik haar niet meer.
Ongeveer een jaar later. (ik was natuurlijk weer naar huis gegaan) keek ik tv. Willem Duys. En hij kondigde iemand aan. Ik kon mijn ogen niet geloven. Het was de vrouw die me aan had gesproken. Ik luisterde naar haar verhaal en wilde haar spreken. Nu ik haar naam kende zocht ik in het telefoonboek en vond haar daar.
Met het excuus dat ik voor school interviews moest doen (dat was ook zo) Belde ik haar op. Eerst zei ze dat ze niemand thuis ontving, ik moest haar maar via de telefoon interviewen.
Ik wist niet hoe ik haar moest vertellen dat ik het meisje was waar ze zo vreemd tegen had gesproken. Dus ik stelde wat maffe vragen. Over dat opgezette hondje waar ze in de uitzending over sprak. En ik dacht dit was een stom idee.
Net toen ik op wilde hangen, zei ze in ene: "Ohhh jij bent het. Kom maar ik ben thuis. Je weet mijn adres." Met knikkende knieën stond ik een uur later op de stoep. Eenmaal binnen zei ze dat ze me al verwacht had. Ze hadden verteld dat ik het was aan de telefoon. Ik vroeg nog wie haar dat verteld hadden. Ze wees om zich heen en zei, mijn vrienden en familie. Ik zag niemand.Ik mocht ergens gaan zitten en voor ik het wist zat ik over mijn moeder te praten. Ze herhaalde weer dat ik zo snel mogelijk met haar moest breken, want ze was slecht.
Ik weet nog dat ik me bekeken voelde. Alsof er tientallen mensen in die kamer waren. Maar hield het er maar op dat de glazen ogen van die hond me het gevoel gaven.
Toen ik wegging gaf ze me een soort steentje/glas? Het was blauw. Ze zei: "Luister dit is een stukje van de hemel, als ze naar doet houdt dit vast en denk aan de hemel. Dan gaat het beter, maar ga weg zo snel je kan."
Eenmaal buiten terug op de fiets voelde ik me wonderlijk getroost. Ik heb me wel altijd afgevraagd hoe ze dat allemaal wist. Ze was een bijzonder mens.

(Toevoeging van Fina) Het klinkt misschien raar maar als ik over kind Fina schrijf is het alsof ik over een ander schrijf. Het is een jas die ik heb afgeschud.


(Toen ik dit verhaal publiceerde stuurde iemand me deze foto van mevrouw Basilec en haar Jan.)


Biologie en de gele jas

Vond de foto van de gele jas. Het was een enorme jas en ik was er heel blij mee. Er zaten ook grote zakken in. Daar hou ik van en ik stop er van alles in... geld, zakdoekjes, papier en nou ja noem maar op. In de tijd van de gele jas, van mijn zestiende tot mijn achttiende, werkte ik bij het Sociaal Fonds Bouwnijverheid en op een dag deed ik mijn jas aan midden op het kantoor en dacht wat zit er nu in? Het was een pornoboekje en ik schrok natuurlijk en geneerde me omdat iedereen zag wat ik uit mijn zak had gehaald.
Thuis gekomen gaf ik het aan mijn moeder die een horrorgil slaakte en ze gooide het boekje tegen het plafond van schrik.
Een paar dagen vond ik elke middag zo'n boekje in mijn zak en de boosdoener bleek een chef van een andere afdeling. Die werd tijdelijk geschorst en moest zijn excuses aanbieden. Zag hem jaren later nog wel eens lopen op de Albert Cuijp... een krullenman met een guitige blik.
Ach mijn moeder was fel tegen dat soort boekjes. We logeerden bij mijn grootouders en opeens hoorde ik net zo'n gil als toen. Ma vond bij het schoonmaken van een kast pornoboekjes. Ze ging vreselijk tekeer tegen mijn grootouders hoe ze dat soort troep in huis konden hebben. Oma antwoordde: "Dat is biologie, Greet!" maar mijn moeder zag er de biologie niet van in.
Toen ma zo'n moeite had met mijn 'lesbischiteit' belde mijn oma me op. "Ik begrijp je wel, hoor Marja... ik lees namelijk biologieboeken."
Op de foto de gele jas... schrijf het er maar even bij omdat het een zwart wit foto is:). Ma had haar namaak oselot aan, dat jullie niet denken dat ie echt was.







Eerste stappen in een wereld vol kleur

De allereerste keer dat ik aanbelde bij de dancing van het COC in de Korte Leidsedwarsstraat naast de Oesterbar was ik zo vreselijk bang. Waar zou ik terecht komen? Hadden alle vrouwen snorren? Ik had geen idee wat me te wachten stond. Trillend ging mijn wijsvinger naar de bel.
Binnengekomen stevende ik op de bar af en begon aan de martini's. Na drie glazen durfde ik de barman te vragen of er ook vrouwen kwamen. Ik zag alleen maar mannen wel bekende mannen zoals Harrie Mulisch. Ik vroeg me af wat die daar nu te zoeken had. Hij zat altijd naar de vrouwen te kijken. Later bleek dat hij een boek had geschreven: 'Twee vrouwen' daarna zag ik 'm niet meer. Hij deed waarschijnlijk inspiratie op.
Ik vroeg aan de barman: "komen hier geen vrouwen?" hij wees achter me en zie: er was nog een bar en daar zaten vrouwen. Hele leuke aardige gezellige vrouwen en de meeste zonder snor. Enigszins wiebelig van de martini's ging ik er op af.

Daarna begon een nieuw leven. Ik danste elke nacht tot vier uur op heerlijke Motown en 70er jaren muziek. Kwam vriendelijke mensen tegen die me hartelijk omhelsden. Dat kende ik niet en ik genoot er met volle teugen van. Om vier uur werd ik er uit gezet terwijl Rudy Carell zong over een laatste biertje voor je me de kroeg uitsmijt. De volgende ochtend weer vroeg naar mijn werk waar ik mijn roes uitsliep. In het begin woonde ik nog bij mijn ouders die natuurlijk elke nacht weer ongerust waren. Dan was het muisstil in huis en donker. Ik schuifelde naar binnen, hopend dat ze sliepen. Plots ging het licht aan: "Waar kom jij vandaan?" Ai, ik probeerde me nog recht te houden maar viel natuurlijk meteen door de mand. Die arme ouders van me die hebben wat met me te stellen gehad.

Binnen de kortste tijd deed ik vrijwilligers werk bij het COC. Ze vroegen of ik naar de radio wilde om een interview te geven. Dat deed ik wel en ze gaven me een telefoon en wie had ik aan de lijn? Robert Long! Inmiddels een icoon in die tijd waar we heel blij mee waren. Zijn liedjes hebben heel wat goeds gedaan voor de homo-emancipatie. Ik schijn iets stoms gezegd te hebben op de radio wat ik hier niet ga herhalen maar iedereen was boos op me toen ik terug kwam. 

Op de dansvloer danste een groepje mannen en vrouwen en als zij dansten hing er licht om hen heen. Vol bewondering keek ik naar ze tot één van hen me ten dans vroeg. Daarna hoorde ik ook bij het groepje en dat voelde zo goed. We deelden snoepjes uit in de tram en rolschaatsten door het Vondelpark. Een soort verlate hippies. Heb met een aantal van hen nog steeds contact. Nu allemaal 'nette' oudere dames en heren. 

In de soos boven de dancing kwamen af en toe jongens binnen die amok maakten. Eén keer kwam een groep binnen die tegen de lampen begonnen te slaan. Ik nodigde ze uit koffie met me te drinken in een aparte ruimte. Enigszins verbaasd volgden ze me en ik trakteerde ze op koekjes bij de koffie en vertelde mijn verhaal. Ze luisterden heel zoet en we namen hartelijk afscheid. Werkt niet altijd maar toen wel.