maandag 7 oktober 2024

Biologie en de gele jas

Vond de foto van de gele jas. Het was een enorme jas en ik was er heel blij mee. Er zaten ook grote zakken in. Daar hou ik van en ik stop er van alles in... geld, zakdoekjes, papier en nou ja noem maar op. In de tijd van de gele jas, van mijn zestiende tot mijn achttiende, werkte ik bij het Sociaal Fonds Bouwnijverheid en op een dag deed ik mijn jas aan midden op het kantoor en dacht wat zit er nu in? Het was een pornoboekje en ik schrok natuurlijk en geneerde me omdat iedereen zag wat ik uit mijn zak had gehaald.
Thuis gekomen gaf ik het aan mijn moeder die een horrorgil slaakte en ze gooide het boekje tegen het plafond van schrik.
Een paar dagen vond ik elke middag zo'n boekje in mijn zak en de boosdoener bleek een chef van een andere afdeling. Die werd tijdelijk geschorst en moest zijn excuses aanbieden. Zag hem jaren later nog wel eens lopen op de Albert Cuijp... een krullenman met een guitige blik.
Ach mijn moeder was fel tegen dat soort boekjes. We logeerden bij mijn grootouders en opeens hoorde ik net zo'n gil als toen. Ma vond bij het schoonmaken van een kast pornoboekjes. Ze ging vreselijk tekeer tegen mijn grootouders hoe ze dat soort troep in huis konden hebben. Oma antwoordde: "Dat is biologie, Greet!" maar mijn moeder zag er de biologie niet van in.
Toen ma zo'n moeite had met mijn 'lesbischiteit' belde mijn oma me op. "Ik begrijp je wel, hoor Marja... ik lees namelijk biologieboeken."
Op de foto de gele jas... schrijf het er maar even bij omdat het een zwart wit foto is:). Ma had haar namaak oselot aan, dat jullie niet denken dat ie echt was.







zaterdag 28 september 2024

De ware schat

 Gisteren werden mijn goede vriendin Riet Karsenbarg en ik hartelijk ontvangen in het herinneringscentrum Westerbork om de hieronder beschreven doos met briefkaarten te laten zien. Een indrukwekkende ervaring met dank aan José Martin die ruim de tijd voor ons nam.



Al jaren voor haar dood fluisterde mijn moeder elke keer als ik er was: ”Mar, als ik dood ben dan moet je onder alle kasten kijken en in alle zakken van jassen want daar ligt geld en er zijn aandelen en sieraden…”
Nu is mijn moeder al zo’n dertien jaar dood en mijn vader vertrok vier jaar later naar een verpleeghuis. Na een week gaf ik de sleutel van hun seniorenwoning aan de beheerder. Het huis was leeg.

Vierennegentig jaar opgeruimd. Ik kwam alle papieren van na hun trouwen tegen. Van reclamefolders tot huurbriefjes. Niets gooiden ze weg want het kon wel eens belangrijk zijn. De papierbak in de buurt liep ervan over.
Mijn vriendin en ik keken in alle zakken en tassen en onder elk meubelstuk, geen geld. Wel blikken vol met oude centen en inderdaad moeders grootste en duurste sieraad: een bloedkoralen ketting met oorhangers en een broche. Ze droeg het nooit omdat ze bang was dat ze het zou verliezen en het was zoveel waard.
Mijn vriendin zag het meteen: glas. Geen enkele waarde dan de emotionele en eerlijk gezegd heb ik die niet bij sieraden. Het aandeel bleek een waardeloos briefje uit 1960 van de woningbouwvereniging De Dageraad. Het gaf mijn moeder een rijk en geruststellend gevoel een aandeel te hebben voor later.

Toch vond ik een schat. Een grotere schat dan ik had verwacht.
Het waren twee dozen. Eén doos met alle brieven die ik ze ooit had gestuurd. Uit de tijd dat ik me al schrijvend groot hield terwijl ik in een kibboets in Israël werkte. Ik schreef prachtige brieven naar huis over hoe boeiend mijn leven was, terwijl ik elke avond huilend van heimwee in mijn bed lag te luisteren naar ”time in a bottle” van Jim Croce. Ook vond ik brieven van mijn grootouders van beide kanten. Die van mijn vader heb ik nooit gekend. De eerste twee dagen heb ik zitten lezen. Wat een rijkdom…

Het meest bijzondere was een lijstje waarin een briefkaart van mijn opa uit Westerbork en achter die briefkaart zaten meer briefkaarten verstopt. Hij had die uit de trein gegooid en iemand had het naar mijn moeder in Amsterdam gestuurd. Smeekbeden om ze niet te vergeten naar familie die inmiddels zelf opgepakt waren. Bedankjes voor voedselpakketjes: ”Dank voor de heerlijke broodjes, jammer dat de koek beschimmeld was” en zelfs keurige adreswijzigingen: ”Verhuisd van de Runstraat in Amsterdam naar Westerbork, barak 55.”

Samen met mijn tante doken we in de doos om alles samen te lezen van de familie die nooit terug kwam. Voor haar iets tastbaars van haar vader die ze nooit heeft gekend.
Die doos is de ware schat.




zondag 15 september 2024

Is ademen zweverig?

Tot mijn grote verbazing wil men nog wel eens tijdens de evaluaties zeggen: "Dat ademhalen was zo zweverig!" Ja, dat dacht ik ook tot ik astma kreeg. Nu weet ik dat ademhalen van levensbelang is en levensruimte biedt als we bewust ademen. We hebben geen idee wat onze ademhaling teweeg brengt.
Eenvoudige oefeningen laten voelen hoe we met elkaar mee ademen als we op elkaar reageren. Hoe onze adem hoog blijft als we gestresst zijn of spannende dingen doen. Velen leven met een te hoge ademhaling. Ik moest het ook leren en het kost even een paar weken wat ademverwarring maar dan ineens merkte ik dat het vanzelf ging. Een rustige buikademhaling die ook de borst meeneemt. Het scheelt een hoop onrust als we merken dat we geïrriteerd raken en direct reageren op geliefden en collega's.

Als ik het benauwd krijg van een opmerking hup dan voel ik meteen de adem hoog optrekken en als ik dan niet bewust uitadem kan ik net iets verkeerds zeggen. Zodra ik heb uitgeademd is de druk weg en heb ik weer overzicht en zal veel wijzer reageren. Het is vaak een wonderlijk gevoel als we merken hoeveel effect adem kan hebben op onze communicatie. Mensen zijn vaak verbijsterd en kunnen het direct in de praktijk gebruiken.

Heb al eerder geschreven over hoe wij vrouwen leren de buik in te houden omdat het mooier staat. Alle bladen schrijven over platte buiken en hoe aantrekkelijk dat is. Het betekent wel dat we daardoor veel eerder emotioneel zijn en ons leven niet ten volle en ontspannen leven. Dat staat er in de bladen niet bij maar dat weten ze waarschijnlijk ook niet. Dus hierbij: vrouwen en mannen natuurlijk: laat je buik lekker hangen, ontspan en adem de stress lekker uit.






donderdag 12 september 2024

Wachthuisje

We waren naar het Amsterdam Museum en oh wat erg, was er nog nooit geweest terwijl ik aan de overkant in het NRC Handelsbladgebouw woonde. Er was een speciale tentoonstelling over de Gouden Koets wat me niets interesseerde... ik wilde de rest zien maar helaas die was er niet. Wel iets over vrijdenkers wat ik op zich interessant vind maar het was allemaal heel summier en ik haal meer uit een boek. Tja, wat was er dan zo leuk? Er stond een wachthuisje en opeens drong het tot me door: dat wachthuisje stond er door mij. Jawel...

Peter Giele was een schilder, beeldhouwer die ook in het NRC Handelsblad woonde. Tijdens de kroning in 1980 maakte hij samen met David Veldhoen die naast me woonde een wachthuisje als een soort protest.
Op een dag, vele vele jaren later, kwam ik bij de bakker in de Bourgogne en daar ontmoette ik een oudere Nederlander. We raakten natuurlijk aan de praat en we bezochten hem en zijn vrouw in hun prachtige huis vlakbij het onze en zij kwamen bij ons. De man was open en vriendelijk. Ze vertrokken weer naar Nederland en de man en ik hielden af en toe contact. Een paar jaar geleden mailde hij me dat hij een wachthuisje had en geen plaats meer in zijn nieuwe huis. Hij had gelezen dat ik in het NRC had gewoond en misschien wist ik wat hij er mee kon doen. Ik had geen idee maar belde mijn oude NRC-maatje Annegriet Wietsma die een boek en een film over die tijd maakte en vroeg haar of ze een idee had wat er met dat wachthuisje moest gebeuren. Ik koppelde die twee aan elkaar en een tijdje later belde ze en vertelde dat het wachthuisje in het Amsterdam museum staat. Ik was het helemaal vergeten tot ik er vandaag tegenaan liep.




vrijdag 6 september 2024

De chef

Mijnheer Heine was chef van de afdeling waar ik voor werkte bij het Sociaal Fonds Bouwnijverheid bij de Wiboutstraat en ik moet zeggen hij had veel geduld met me. Vroeger heette een manager: chef. Niet dat we veel contact hadden hoor. Het enige was de blik... hij zat vooraan de afdeling en hield alles in de gaten. Die blik was alles overziend en zijn kleine oogjes volgden iedereen. Ik voelde zijn blikken de hele dag angstig door terwijl ik de klok in de gaten hield en het heel erg langzaam vijf uur zag worden. Hijzelf ging niet met ons in gesprek. Daar had hij zijn groepsleiders voor, die fluisterde hij dan wat in en dan kwam de groepsleider met je praten over wat er mis was gegaan en dat kwam nogal eens voor.

Tja ik was geen uitblinker in het werk en alle anderen die tegelijk met mij kwamen werden al snel bevorderd. Ik bleef administratieve kracht en ik schopte het uiteindelijk tot typiste na drie type-examenpogingen.
Na twee en een half jaar werd ik ontslagen, nee pardon, men vroeg mij ontslag te nemen omdat ik altijd wel verliefd was op degene die voor me zat. Na een huilpartij en een rouwperiode van pak weg twee dagen, nam ik afscheid van de éne collega en vier dagen later was ik verliefd op de volgende en naar ik later hoorde,  zat ik de hele dag met open mond naar mijn volgende liefdesproject te staren. Je begrijpt dat is niet goed voor het bedrijf en mijn carrière bij het SFB kwam ten einde. In mijn fantasie had ik nog een tijdverdrijf om die uren door te komen: het uit het raam werpen van de typemachine. Met een potloodje wiste ik alle fouten uit en dan bleef een vieze vlek over. Ik geloof dat ik het grootste deel van de dag met dat potloodje bezig was. Daar heb ik nu geen last meer van. Niet alleen omdat de computer mijn fouten corrigeert, ook omdat ik schrijven nu heerlijk vind.

Zoals ik al schreef: mijnheer Heine had geduld met me. We keken zeer tegen hem op al was het geen grote man. Hij had een natuurlijk charisma en zijn blikken waren genoeg.

Op een dag trok ik om vijf uur opgelucht mijn grote knalgele-berenjas aan en voelde iets in mijn zak. Tussen de blikken van én mijn collega's én de chef haalde ik er een pornoboekje uit. Rood hoofd en enorme consternatie.Toen ik het boekje thuis aan mijn moeder gaf: "Kijk eens ma wat er in mijn jaszak zat!" gooide ze het van schrik met een ijzingwekkende kreet de lucht in.
Vanaf die dag zat er elke avond een pornoboekje in mijn zak. De chef ging op onderzoek uit en het bleek dat de chef van een andere afdeling de boosdoener was. De man had me al eens proberen te zoenen in de paternosterlift terwijl die langs een blinde muur steeg en hij werd een paar maanden geschorst. Hij bood me netjes zijn verontschuldigingen aan op aandringen van de heer Heine. Ik zag de boosdoener jaren later nog wel eens lopen... steeds ouder en strammer maar nog steeds met ondeugende oogjes.

Ik heb de heer Heine nooit bedankt voor zijn ondersteunende actie. Het is nu éénenvijftig jaar later en ik ga de man op google zoeken om hem alsnog te bedanken als hij nog leeft. Dankbaarheid is een bijzonder mooi gevoel al komt het soms veel te laat.








zondag 1 september 2024

Daar komt ze weer met d'r moeder...

Tja, ik denk wel eens dat jullie dat denken en denk het zelf ook wel eens. Zoveel therapien doorgewerkt om mijn moeder te verwerken. Heb haar gehaat maar hield ook van haar. Nu ze dood is blijkt de liefde sterker en ben de haat totaal vergeten. Ze leverde me in de loop der jaren zoveel hilarische en ontroerende verhalen op. Elke keer denk ik: nou heb ik alles wel gehad en hup dan komt er weer een verhaal boven drijven en die moet ik wel opschrijven. 

Mijn vader komt ook regelmatig langs in mijn stukjes en dat was de saaiste man die ik me maar kon voorstellen, ben er zelf verbijsterd over. Hij zei in zijn laatste jaren omdat ie nu eindelijk ook wel es de aandacht wilde: "Zou je nog es een stukkie over me kenne schrijven?" 

Nu begrijp ik het wel... al die gekke, mooie en soms pijnlijke gebeurtenissen zijn een leidraad geworden voor mijn leven. Er wordt vaak gezegd dat de mensen die ons het meest irriteren onze goeroes zijn en dat blijkt ook zo te zijn. Meestal zien we dat achteraf pas als het inzicht al is ingedaald. Terwijl ze voor ons zitten is het andere koek. Nooit had ik kunnen vermoeden dat ik met zoveel liefde zou schrijven over de soms meest afschuwelijke gebeurtenissen.

Het blijkt dat we totaal anders naar ons leven en de mensen die daarin voorkomen kunnen kijken dan we meestal doen. Wie waren en zijn ze in ons leven? Waarom? Wat hebben we te van ze leren? Wat te ervaren? Hoe lijk ik op mijn ouders? Waar mijn moeder totaal in overdreef daar kan ik, als ik het me bewust ben, op tijd stoppen: 'Oh nee, Mar... nu is het genoeg: uitademen!' Waar mijn vader zijn mond hield van verlegenheid, daar doe ik nu mijn mond open maar soms ook niet waar het wel nodig is. Ik herken zijn verlegenheid en zag het gevolg daarvan. Als we over onze familie gaat schrijven en over de gebeurtenissen en we doen dat met wat humor en inzicht dan gaan we er anders over voelen. Het slachtofferschap voorbij.

Mensen die een bijna dood ervaring hadden zeggen dat we na ons leven een overzicht krijgen en we op een liefdevolle manier zien wat we aan goeds hebben gedaan en wat we anderen hebben aangedaan en kunnen zelfs voelen hoe anderen dat hebben ervaren. We hoeven niet te wachten op onze dood, dat kunnen we nu ook al doen. Wat wel heel belangrijk is: kijken met een snufje humor en een grote dosis liefde zoals we naar onze kinderen zouden kijken als ze iets doen wat niet zo handig is. Ik heb zulke domme dingen gedaan en zulke mooie. Er was meer schoonheid dan ik op dat moment kon zien.







zaterdag 31 augustus 2024

Wassen en dansen in de jaren vijftig

Er werd in de vijftiger jaren een een wasmachine boven gebracht over de smalle trap in de eerste jan van de Pijp in Amsterdam voor één gulden. Ik geloofde het bijna niet maar mijn moeder verzekerde dat het echt zo ging. Ze hadden een Belgische vriend die een idee had waar hij patent op wilde vragen. Dan moest je in een grote teil de was doen en met een stok de boel ronddraaien. Ma heeft het een keer geprobeerd en de Belg verzekerd dat daar vast geen patent op te krijgen viel.
Daarna kreeg ze tot haar grote blijdschap een wringer-wasmachine en de buurvrouw vroeg of ze er ook gebruik van mocht maken... ja hoor... zei mijn moeder... en nog een buurvrouw uit de Ferdinand Bol en nog een buurvrouw... tot mijn moeder er genoeg van had dat er constant bij haar gewassen werd. Een grote wasbende in haar kleine keuken. Geld durfde ze er niet voor te vragen. Dat was het eind van de thuiswasserette. Ik mocht af en toe helpen met de wringer maar dat was nog wat te zwaar voor me.
Als ze bezig was zong ze:
We wassen, we wassen, we wassen gedwee
en wie er met ons wassen wil die wast er met ons mee
en als dan het wassen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het drogen gaan...
we drogen we drogen we drogen gedwee
en wie er met ons drogen wil die droogt er met ons mee
en als dan het drogen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het strijken gaan...
de rest kunnen jullie raden.
Hier mijn moeder aan het dansen... helemaal rechts. Dat vond ze veel fijner dan wassen... het was een éénmalig optreden. Ze werd de groep uitgezet omdat ze te eigenwijs was. Het optreden was bij 'Ons Huis' in de Rozenstraat in de Jordaan. Kan me ook niet voorstellen dat ze orders aan nam van de choreograaf.


Er woont een Egyptenaar in de keuken.

Woonde in mijn jonge jaren vijf jaar in het NRC Handelsbladgebouw, schuin tegenover het Paleis op de Dam. Wij kwamen net nadat het kraakpand was aangekocht door de gemeente en we er voor alleen de gedeelde energiekosten mochten wonen. We kregen twee prachtige ruimtes, mijn toenmalige vriendin en ik. Een mooie grote keuken en een grote kamer. Was er heel blij mee. Mijn vriendin was Française en begreep het niet helemaal. Ze vroeg streng aan de vriendelijke jongen, die zo lief was om ons uit zichzelf die plek aan te bieden, of er geen muizen waren. Alsof we het anders niet zouden nemen... we kwamen van een klein zolderkamertje in de tweede Jan Steenstraat en dat vond hij zo zielig. Na veel schrobben en schilderen zag het er prima uit. Er kwam nog een Franse Filmploeg om ons te interviewen over het pand tot grote schrik van haar vader die een notabele was in Caen. Zijn dochter als kraakster was een blamage en nog wel op tv. Ze vertrok na een jaar. Op een dag vroeg medebewoonster Annegriet of er iemand in mijn keuken mocht wonen voor een tijdje. Ja hoor zei ik... want we deden niet moeilijk over dat soort dingen in die tijd. Voor ik het wist woonde er een wat oudere Egyptenaar die een tent had neergezet midden in de keuken. Ik liep er om heen om te koken en vond het heel normaal. Hij had zijn eigen keuken in de tent en zat verwoed te studeren.

Toen de Egyptenaar na een jaartje of wat vertrok werd de keuken een studio van de vrouwenradio. Om te douchen moesten we door een paar ramen klimmen over puin heen en daar was een gemeenschappelijke douche. Ook dat was heel normaal. Mijn ouders kwamen helpen schilderen toen ik een nieuwe kamer beneden kreeg. Hoewel mijn moeder er bijna in bleef toen ze zag waar ik terecht was gekomen, schilderde ze dapper door. Een gigantische kamer waar nog de kasten stonden van de Waarheid (de krant van de Communistische Partij Nederland) die ooit in het pand had gezeten. Er was een grote open haard maar toen ik samen met vriendin Erin voor de haard spookverhalen zat te vertellen, kwam één van de andere bewoonsters binnen stormen: "Braaand..." het bleek dat de hele kamer zwart stond van de rook. Hadden we niet eens gemerkt. De schoorsteen was verstopt.

De andere bewoners hebben uiteindelijk een mooie douche gebouwd... (ik was niet zo van het bouwen) en we hebben vele avonturen meegemaakt. Zoals een nazipunkcafé naast mijn kamer waar ik als de dood voor was (toen ik kwam klagen over geluid maakten ze een Hitlergroet. Gelukkig waren ze snel weg), kraakacties, vrouwenacties, het volgen van mensen van de centrumpartij als een soort detective, een klap op mijn kop door een wapenstok van de politie (hij bood me wel een wc-rol aan en zijn excuses) viel uit mijn bed die boven in de kamer tegen het plafond was gebouwd en een schietpartij voor mijn raam. Later heb ik politiemensen getraind die toen in dezelfde acties achter me aan zaten, het leven is vol verrassingen. Tot ik een keurige woning aangeboden kreeg in de Fokke Simonszstraat, heb ik er met veel plezier gewoond. 


Lees ook: Een piano in de keuken





vrijdag 30 augustus 2024

Voorbestemd

Mijn moeder woonde als kind in de Blasiusstraat in Amsterdam. Ze had een vriendinnetje Anna wiens vader meubelstoffeerder was, Zwafie werd ie genoemd, hij heette echt Israël Zwaaf. Ma vond het enorm interessant om te kijken hoe die man zijn werk deed. Ze bleef om hem heen hangen en dan zei hij: "Je trouwt nog eens met een meubelstoffeerder!" De man en zijn dochter overleefden de oorlog niet.
Na de oorlog vroeg mijn moeders werkgever, ze was naaister op een naaiatelier, of ze wilde poseren voor een foto. Het was om een regenjas aan te prijzen. De foto stond in verschillende etalages. Mijn vader woonde in Hilversum en zag de foto in de etalage en dacht: 'Wat een mooi meisje' en dacht verder niet na.
Ze kwamen elkaar tegen tijdens een dansavond op het Rembrandtplein. Mijn vader miste twee voortanden en was niet de meest aantrekkelijke partij. Hij vroeg mijn moeder ten dans en ze was al op de dansvloer toen mijn vader nog iedereen voor liet gaan. Toen hij er eindelijk aankwam was het lied voorbij. Op het Centraal Station namen ze afscheid mijn vader vroeg haar adres. "Ik ben verloofd" antwoordde mijn moeder en terwijl de trein wegreed kreeg ze een ingeving. "Die man is fatsoenlijk, die moet ik hebben..." Ze riep nog snel haar adres.
Een week later stond hij voor de deur in de Ten Katestraat, waar mijn moeder inmiddels met mijn oma en tante woonde, compleet met al zijn tanden en dat was effe een ander gezicht. Oma was in haar nopjes en wat bleek: hij was meubelstoffeerder. Mijn vader zag de foto met de regenjas in de vensterbank staan en riep: 'Die foto ken ik! Die zag ik in Hilversum!' Toen ze elkaar hun leven vertelden vertelde mijn vader dat hij voor de oorlog had gewerkt voor Zwafie (ofwel Israël Zwaaf) in de Blasiusstraat. Ze zagen het als teken dat ze bij elkaar pasten.
Pa moest bij zijn eerste bezoek aan de Ten Katestraat even naar de wc en kwam er niet meer af. Hij was niet gewend aan zulke kleine toiletjes en er was iets misgegaan. Verlegen als hij was durfde hij zich niet meer te vertonen. Na een half uur bonsde mijn moeder op de deur en toen kwam het hoge woord er uit. Oma had wel even een schone broek en toen was het ijs gebroken. Ma maakte het uit met haar verloofde en ze begonnen hun leven samen.
Op dezelfde plek waar mijn ouders elkaar ontmoetten werd ik in de zeventiger jaren met mijn vrienden en vriendinnen de dancing uitgeslagen op het Rembrandtplein. We dansten eind jaren zeventig met elkaar keurig op afstand. Geen anderhalve maar toch wel een halve meter. Vrouwen met vrouwen en mannen met mannen. Dat pikten de heren niet en hup daar vlogen we door de lucht de straat op. Ach, het was niet leuk maar ook wel weer spannend en het was het begin van het meer bekend worden dat er ook andere samenlevingsvormen zijn.
En tja, als mijn ouders elkaar daar niet waren tegengekomen was ik niet op het Rembrandtplein door de lucht gevlogen. Het kan verkeren...



zondag 11 augustus 2024

De genen van tante Corrie

Heb ik jullie wel eens verteld van mijn tante Corrie uit Delft? Had haar nooit ontmoet maar kende haar van de verhalen van mijn moeder. Het was de nicht van mijn vader maar omdat mijn vader nooit met zijn familie om wilde gaan vond mijn moeder dat dat wel zo hoorde dus togen ze een aantal keren naar Delft om tante Corrie te bezoeken die samen woonde met een vriendin. Ma was wel nieuwsgierig hoe dat zat maar ze hadden het er niet over. Bij ruzies bitste ze mijn vader toe: "Het komt door jouw nicht Corrie dat Marja zo is. Het zit in jullie genen."


Ik was een jaar of vijftig toen ik, ook nieuwsgierig, tante Corrie eens ging opzoeken. Ze verwelkomde me allerhartelijkst en we vertelden elkaar over ons leven. Inmiddels was haar vriendin overleden en daar had ze veel verdriet van. Tante Corrie bleek ooit getrouwd maar op haar achttiende was haar man overleden. Ik vroeg haar of ze daarna ooit nog een andere geliefde had gehad. "Nooit! Dat was mijn man!" zei ze streng en begon te huilen wat ik wel sneu vond. Ze was nu in de tachtig en hield haar weduwe-schap dus flink lang vol.

Tja, toen ter sprake kwam hoe 'het' met mij zat veranderde ze van toon: "Dat vind God niet goed, dat is duivels!" Oeps, daar vloog het genenverhaal van mijn moeder door het raam.




Na de dood van mijn moeder hield ik ergens een lezing en mijn vader ging mee. Ik maakte een punt over slachtofferschap in stand houden en gebruikte tante Corrie als voorbeeld. "Hé pa, weet u nog tante Corrie uit Delft!" "wablief?" schrok mijn vader wakker vanaf de eerste rij. De hele zaal riep: "TANTE CORRIE UIT DELFT!!!"

Inmiddels is gebleken dat het niet de genen van mijn vader zijn maar die van mijn moeder maar dat is een ander verhaal. Als ze dat zou hebben geweten...

donderdag 1 augustus 2024

Jouw spanning of mijn spanning?

Tijdens de massageopleiding werd ik gemasseerd door één van mijn medestudenten. Het leek of ze spelden in me prikte. Ik vroeg hoe ze zich voelde en het bleek dat ze vol agressie zat. Dat was duidelijk te merken aan haar massage. Later in mijn huidige werk, kwam een coachcliënte binnen. Mijn hart ging opeens wild tekeer. Eerst maakte ik me even ongerust. Tot ik me bedacht dat het wel eens niet mijn hartkloppingen konden zijn, maar die van mijn cliënte. Ze bleek vreselijk nerveus en had inderdaad hartkloppingen. Die had ik overgenomen. Op het moment dat we er over spraken verdween het. Zij had zich niet gerealiseerd dat haar woede effect heeft op anderen.

In het dagelijkse leven denken we daar ook niet over na. Van de week was er een bericht op het nieuws, dat burn-out besmettelijk is. Niet zo gek. Als je samenwoont met iemand met een burn-out, doet dat iets met je. Je bent in de zeer directe nabijheid van iemand met grote spanning. Dan is het niet zo gek als je daar iets van overneemt. Let maar eens op als je tegen iemand aanligt en hoe je na een tijdje samen ademt in hetzelfde ritme. Als we in een ruimte zijn en er komt iemand binnen die erg gespannen is, kunnen we de spanning overnemen. We nemen het ademritme van de ander over. Dat doet iets met de communicatie. Opeens is de sfeer anders. Dat is een proces waar we ons niet direct van bewust zijn.

Het kan de sfeer op bepalen en de manier waarop we met elkaar omgaan. Als we samenwonen en één van ons is gespannen staan we voortdurend bloot aan elkaars energie.

Het is sowieso voor ons een hele klus om bij onszelf te blijven en niet andermans problemen op onze nek te nemen. Heel wat mensen kunnen daar over meepraten. Wie niet? Rugzakken vol kunnen we meesjouwen met elkaars zorgen. De kunst is te weten wat onze grenzen zijn. Wel luisteren, aandacht geven en toch het probleem niet overnemen en niet alle ellende klakkeloos op iemand anders dumpen. Een levenslange uitdaging.

Tips: Neem het besluit rustig en ontspannen te blijven. Zorg dat je goed ademt. Een rustige buikademhaling maakt dat je goed met je voeten op de aarde staat en stabiel bent. (Ik blijf er op hameren omdat het zo belangrijk is.) 

Een proactieve opstelling geeft energie. Als je altijd op anderen reageert, leef je niet vanuit jezelf. Jij bepaalt hoe je je voelt. 

Zorg dat je veel naar buiten gaat. Wandelen in de frisse lucht en de natuur.  

Praat er over met anderen. Niet roddelen over degene die gespannen is. Wel een constructief gesprek over hoe je ermee kan omgaan. Het is goed als je ook je verhaal kwijt kan. Blijf er niet over klagen. 

Wees eerlijk tegen de persoon zelf. Niet er omheen draaien en laat weten hoe jij je voelt in de situatie, zonder verwijten. Luisteren is geweldig. Maar niet oeverloos. Sommigen blijven urenlang luisteren naar hun partner en worden doodmoe. Dat heeft geen zin. Voel wanneer het genoeg is. Spreek een tijd af. Stel duidelijke grenzen. Als je goede raad geeft is dat prima, verwacht niet dat de ander er iets mee doet. Dan is er kans dat je beledigd bent als er niets met je advies gedaan wordt. 

Als voor jou de situatie duidelijk is, heb je de neiging de ander te overspoelen met goede raad. Woon je met iemand samen die een burn-out heeft of depressief is? Zorg dan dat je niet mee wegzakt in de depressie. Als je vrolijk bent… uit je vrolijkheid dan normaal. Maak je zelf niet kleiner of verdrietiger dan je bent om bijvoorbeeld op gelijk niveau met je partner te komen. Blijf jezelf! Als je wilt zingen, zing dan! Het is ook jouw huis en je mag je thuis voelen in je eigen huis. Wees open over hoe je je voelt. 

Als jijzelf rustig bent, heb je kans dat de ander er ook rustiger van wordt. Een rustige geest en kalme ademhaling hebben effect op anderen. Probeer het maar eens. Ik ga nu wandelen.





vrijdag 26 juli 2024

Over wonderen, mijn moeder en Eckhart Tolle

Zoals jullie allemaal weten is het leven één groot wonder. We beseffen het niet altijd zo in ons dagelijks gedoe en af en toe staan we d'r even bij stil. Als er iets bijzonders gebeurt of als we van ziek weer beter worden, als er een kind wordt geboren of rond Kerst.

Mijn moeder zag in alles een wonder en dat heb ik van haar geërfd. Weet nog dat ze achter in de auto zat tijdens een tochtje en dat ze constant riep: "Oh, wat mooi, oh, wat prachtig, dat ik dit mag meemaken... met mijn dochter in de auto!!!" Het werd me wel eens te veel maar ik heb zelf ook de neiging. Mijn vrienden wordt er ook wel eens tureluurs van als ik voor de zoveelste keer onderweg zeg: "Oh, kijk eens...wat mooi!"

Thuis hadden we geen auto, mijn ouders hadden geen rijbewijs en ik haalde 'm pas na mijn veertigste, dus een auto was voor ons alle drie een wonder. Dat zo'n ding zomaar vanzelf gaat met een lichte druk op de gasplank. Het was een zegen dat ik die auto kon rijden omdat ik nu mijn ouders overal mee naar toe kon nemen zoals naar Frankrijk. Ook dat was een wonder voor mijn moeder en de hele weg naar en terug en tijdens riep ze: "Oh, dat ik nu in Frankrijk ben... en we zijn van de hugenoten, we komen thuis!" Ja mijn oma stamde van de Hugenoten, heette Ledoux en kwam uit de Jordaan waar de Hugenoten eind zeventiende eeuw naar toe vluchtten, dus daar zat wat in.

Mijn moeder had de auto vol geladen met etenswaren en wijn omdat ze dacht dat je in Frankrijk niets kon krijgen. Ze was dan ook met stomheid geslagen toen we een gigantische Auchan binnen kwamen. Ze vond het een waar wonder en was niet meer weg te slaan. Liepen we op een schattig klein marktje met leuke terrasjes en keek ze heel sip. "Wat is er ma?" "Ik wil naar de Auchan!" Tja, we hebben de hele week in de Auchan rond gelopen en daar geluncht want dat vond ze het allerlekkerst. "Oh, wat heerlijk en oh wat zalig..."

In de tuin las ze Eckhart Tolle en de gesprekken met God van Neale Donald Walsch en ze riep om de bladzijde: "Dat ken ik, dat heb ik ook!!! Ik leef ook in het NU!" Je ziet ik heb het niet van een vreemde en dat ik het tegenwoordig leuk vind dat ik zo veel op haar lijk is ook een wonder.

Wens jullie allemaal een 2022 met een hoop wonderen.