Avonturen
De boeken: 'Placebo's en fluitende fietsen' en 'Niets meer te bewijzen' zijn gratis als ebook te verkrijgen. Ben je geïnteresseerd stuur me dan een email via marjaruijterman@gmail.com. Alle 405 verhalen, ook die ik na de boeken schreef, zijn in deze blog te lezen. Hoop dat je er van geniet. Wil je een verhalenmiddag of een lezing organiseren, heel graag en stuur me dan ook een mail.
vrijdag 8 november 2024
De ritueel verknipte BH
maandag 4 november 2024
Chique ontroering
Pieter was trainer en coach wat in die tijd nog vrij nieuw was. Hij zei altijd als hij langs kwam en ik begon over ditjes en datjes: "Marja, geen onzin praten ik wil meteen de diepte in! Ik heb haast!" Pieter werd niet ouder dan vijfenzestig dus nu begrijp ik heel goed dat hij haast had.
Hij stelde voor dat ik ook ging trainen en coachen en werd mijn mentor. Door hem ben ik het vak ingerold. We coachten elkaar en hij nam me mee naar zijn trainingen en naar vakgroepen. Daar gaven we elkaar workshops waar ik heel veel van leerde.
Een paar jaar na zijn dood toog ik naar Lochem om een training te geven aan het personeel van een ouderencentrum. Het probleem was daar dat de staf last had van ietwat arrogante freules en jonkheren die personeel gewend waren en niet altijd even vriendelijk waren. "Meisje ruim die rommel eens op!" Hoe stel je je beleefd doch assertief op. Voor de training kreeg ik eerst een rondleiding door de directrice. Terwijl ze vertelde over de chique komaf van de bewoners begon het me te dagen... dit was het huis waar de moeder van Pieter woonde. Hij logeerde daar vaak.
Voor de training begon vertelde ik het personeel over Pieter en zie: ze kenden hem allemaal! Van schoonmakers tot verzorgers tot directie hij had ze allemaal 'onder handen' genomen om diepe gesprekken mee te voeren. Iedereen had wel een wezenlijk gesprek met hem gehad dat ze nooit vergeten waren. We begonnen met tranen in onze ogen van ontroering en de training ging van een leien dakje. Ik vermoed sterk dat Pieter erbij aanwezig was.
zondag 3 november 2024
Vrolijke Amsterdamse ziekenhuisverhalen deel I
Het is stormachtig buiten en ik zit lekker warm binnen te fantaseren dat ik door Amsterdam fiets. Ja zo kan het ook. Onze gedachten kunnen overal naar toe als we willen. Het levert een vrolijk ziekenhuisverhaal op, dat is ook mogelijk.
Koninginne of bruine bonensoep?
Als ik langs het oude filmmuseum in het Vondelpark in Amsterdam fiets, weet dat het nu anders heet maar voor mij blijft het 't filmmuseum, denk ik aan het verhaal dat mijn moeder vertelde over haar familie. Ze had rijke familie voor de oorlog en arme familie. Zij behoorden tot de arme en werden uitgenodigd op de trouwerij van de rijke familie die daar plaatsvond. Dat was me wat. Het bruidspaar kwam aanrijden met een koets met paarden. Ze kregen een diner van hier tot gunder en mijn oma fluisterde mijn moeder in: "Als ze vragen wat voor soep je wil dan zeg je koninginnesoep, dat hoort hier." Ach ja mijn oma uit de Jordaan: als er bezoek kwam kneep ze haar mond ineens deftig bij elkaar en zei: "Dag mefroi" en dan dronk ze haar koffie met haar pink omhoog.
Terug naar het diner:
Bij alle borden stond een keurig naambordje zodat iedereen zijn/haar plaats wist en bij de kinderen stond een pop. Gek genoeg stonden die er niet bij het bordje van mijn moeder en haar zusje Annie. Mijn opa werd woedend en voelde zich gediscrimineerd. Hij was het zwarte schaap van de familie omdat hij met lompen op het Waterlooplein stond. Hij pakte twee poppen van de andere kant van de tafel en zette die bij zijn dochters. "Zo, mijn dochters hebben ook recht op een pop."
De ober kwam en vroeg wat voor soep mijn moeder wilde en ja ze was toen al eigenwijs. Ze vroeg tot grote schaamte van mijn oma een bordje bruine bonensoep, dat was armeluisoep. De ober vond het zo bijzonder dat een kind bruine bonensoep vroeg dat hij mijn moeder op de schouders nam en door de hele tent droeg. Mijn moeder vertelde dit verhaal altijd met trots. "Op mijn vierde liet ik mij al niet vertellen wat ik moest doen en besliste ik zelf." Ze vond zichzelf heel bijzonder en dat was ze ook.
"Ach" vervolgde mijn moeder dan triest: "rijk of arm. ze hebben het allemaal niet overleefd".
Vrolijke Amsterdamse Ziekenhuisverhalen deel II
Amsterdamse vrolijke ziekenhuisverhalen deel III
Vrolijke ziekenhuisverhalen deel 3, nou ja en twee over een zorgcentrum.
Mijn moeder in het COC
"Wat heeft ze een raar nekkie" en dan zag ik het ook ineens, hoe groot mijn verliefdheid ook was.
Na acht jaar schreef ze er een gedicht over. Mijn vader reageerde: "Ach, als je maar gelukkig bent. Ik dacht het al aan de manier waarop je je jas dicht knoopt." Heb nooit begrepen hoe ik mijn jas dicht knoop maar mijn geliefde begrijpt hem wel.
Er werd een moeder dochter-avond georganiseerd door het COC en ja hoor ze ging mee. Mijn vader ook want ze gingen overal samen naar toe maar hij mocht niet naar binnen. Het was hartje Amsterdam, mijn vader ging nooit naar café's en hij heeft de hele avond op de gang zitten wachten.
Mijn moeder had ook hier het hoogste woord en begon haar gedicht voor te lezen. Ik schaamde me dood en verstopte me onder de bar. Iedereen vond het prachtig en ze kreeg applaus. Daarna gingen we dansen. Een vrouw stapte op mijn moeder af en vroeg haar ten dans. 'Oh God, nou zul je het hebben.
Mijn moeder stond op, keek naar me met een blik van: ik laat me niet kennen en danste een quickstep met de vrouw al worstelend wie hier de leiding nam. Die liet ze zich niet uit handen nemen en de vrouw ook niet. Mijn moeder en ik raakten aardig teut en het werd steeds gezelliger. Toen het afgelopen was kwamen we de hal in en daar zat mijn vader trouw te wachten. Samen liepen ze naar de tram. Realiseer me nu dat ik 'm niet eens een drankje ben komen brengen.
Het gedicht werd in het COC-krantje geplaatst. Ik was het kwijt maar iemand heeft het opgeduikeld tot mijn grote verrassing. Toen vond ik het vreselijk maar nu ben ik zo trots op haar.
Je komt terecht in een labyrint.
Je kind heeft dat jaren opgepot.
De homofielen hebben zich altijd verstopt.
daarom voel je je op dat moment gebroken
als je kind zegt: ik ben homofiel
word je getroffen in je ziel.
als je verdriet wat gaat bezwijken
dat je kind heeft moeten vechten
voor haar gevoelens en haar rechten
en dat je kind helpt meevechten
voor een anders kind haar rechten.
Zodat een ander niet hoeft te vechten
en rustig kan zeggen met hun ziel:
“Ma en pa ik ben homofiel”.
en als ze eerlijk toegeven aan hun gevoelens dan doet het je als ouders pijn.
Dat is toch te gek om los te lopen.
En daarom is het in de toekomst te hopen
dat mensen zich niet meer hoeven te verstoppen
en hun gevoelens op te kroppen.
En dat alle homofielen vechten voor hun rechten.
Dat in het jaar tweeduizend
een ouder niet ontluistert als een kind zegt: Ik ben homofiel
De ouders dan blij kunnen zijn in hun ziel.
Mijn oma en mystieke ervaringen
Later vroeg iemand me waarom ik dat wilde weten. Dat was toch een heel intiem moment dat je niet zomaar op tafel gooit. Tja, toen moest ik denken aan mijn oma. Waarom heb ik nooit doorgevraagd. Nu zou ik dolgraag haar verhaal willen horen over hoe ze Jezus had ontmoet. Te laat. Dus nu vraag ik het aan iedereen die zoiets heeft meegemaakt. Het zijn de openingen naar het Licht die we broodnodig hebben. Zelf kan en wil ik, net als mijn oma en mijn moeder, mijn mond niet houden over mijn spirituele ervaringen en ik heb het geluk dat de meeste mensen wel luisteren.
Lieve oma Christien, hierbij alsnog mijn welgemeende excuses! Als ik je ooit weer ontmoet zal ik met volle aandacht naar je luisteren.
Meditatie of polonaise?
Was laatst bij de Nieuwe Yogaschool in de Laurierstraat en het was weer oergezellig. Tientallen jonge, slanke mooie vrouwen met lang haar (alsof ze het hebben afgesproken) schrijden langs op lange benen, soms diep in zichzelf gekeerd omdat ze net een yogales kregen. Nu doe ik niet aan yoga omdat ik daar te lui voor ben en al die bewegingen me te ingewikkeld zijn maar de koffie en de suikerloze haverkoek zijn heerlijk en ik zit daar puur voor de gezelligheid. Heb wel jarenlang Raya-yoga gedaan maar daar hoefde ik alleen voor te zitten, dat scheelt. Samen met een eveneens grijze vriendin zaten we genoeglijk te praten over ons leven en de dood, toen mijn pen viel. Nou ja dan duik ik toch even lenig onder de tafel, tenslotte ben ik een flink aantal kilo afgevallen de laatste jaren.
Mijn connectie met het Engelse koningshuis en het suikerklontje
Jammer dat ik net voordat Margaret onze jeugdherberg zou bezoeken enorme ruzie kreeg met de directeur waarop ik meteen mijn biezen pakte. Het ging om een suikerklontje maar ja je moet principieel blijven ook als het om een suikerklontje gaat als je gelinkt bent aan het Engelse koninklijk huis.
Het bijzondere komt nog... waarom nou dat suikerklontje? Wij werkten in de keuken en er kwam net een Franse vrouw logeren die bij ons zou komen werken. Nu was ze nog gast en de week erop zou ze in dienst komen. We hadden twee soorten gasten: met ontbijt en gasten die hun eigen ontbijt klaar maakten in een aparte keuken. Bij de gekochte ontbijttafels stonden potjes met suikerklontjes. Deze vrouw pakte een suikerklontje van de tafel en er ontstond een enorm gedoe want onze chef had het gezien en ontzegde haar de toegang tot de jeugdherberg en haar pasje werd ingetrokken zodat ze geen lid meer was.
Woedend waren we, mijn collega's en ik, en gingen verhaal halen bij de directeur. Die weigerde de vrouw haar pasje terug te geven en ze mocht natuurlijk al helemaal niet meer komen werken. "She is a thief!" zei hij onverbiddelijk. Ik was zo kwaad dat ik mijn rugzak pakte en meteen vertrok. In de binnenstad van Londen kocht ik een ticket voor de boot terug naar Nederland en met woede in mijn lijf ging ik ergens in een café koffie drinken.
Ik zat een tijdje te stomen toen de ober op me af kwam: "Mevrouw er is telefoon voor u!" Dat kan niet antwoordde ik "Niemand weet dat ik hier ben." "Het is toch echt voor u, bent u Marja?" "Ja, dat klopt." "Dan is er toch echt telefoon voor u." In verwarring liep ik naar de telefoon, nog zo'n ouderwetse aan een draadje. Het was mijn collega July. Ze zei: "Marja, verroer je niet we komen naar je toe." Na een uurtje kwamen ze er met z'n allen aan. Een collega die, voor zover ik wist, in Amerika zat. Ze was toevallig net teruggekomen. Mijn vriendin Mara, die toevallig net langs was gekomen om me te bezoeken, wat ze nooit deed. Nog twee collega's en July zelf. Ik vroeg verbijsterd hoe ze wisten dat ik daar zat in het midden van de stad tussen honderden café's. Ze glimlachte geheimzinnig en ze heeft het me nooit verteld. Ik heb haar nog wel eens gezocht af en toe via facebook maar nooit meer gevonden.
Hoe is het mogelijk, daar zat ik met al mijn lieve collega's en vriendin koffie te drinken voor ik de bus zou pakken en met de boot terug zou gaan. Het was hartverwarmend en blijft een mysterie.
Holland House Jeugdhotel Londen:
zaterdag 2 november 2024
Einstein en rommeltassen
Ik vroeg aan de zaal hoeveel mensen een rommeltas hadden. Vele handen gingen omhoog. "Wat is uw beroep?" vroeg ik verder. De één had een eigen bedrijf, de ander was docent en ja ook de directeur van het college was een rommelaar. Het bleek dat een rommelige tas niet hoeft te betekenen dat je niets kan bereiken in het leven. De moeder moest er zelf om lachen en ik hoop dat het haar hielp tegen het ergeren. Als ik het toen had geweten had ik het bureau van Einstein als voorbeeld genomen. Dus rommelaars, zoals ik, rommel lekker door. Het zegt niets over je intelligentie.
Jomanda en de energie van mijn moeder.
De verjaardag van mijn moeder
Het kwam altijd uit.. mijn moeder kocht het cadeautje, mijn vader pakte het in, mijn moeder gaf het aan mijn vader zodat hij het haar weer gaf.
"Ach, wat lief... Oooooh, wat fijn!... eau de cologne??? Precies wat ik wilde, dat je dat wist... mmmmmmm" en mijn vader bloosde en dan kreeg hij een zoen op zijn wang. Op één of andere manier kon ze het niet voor zich houden en vertelde ze later waar ze het had gekocht.
Dan zaten we genoeglijk aan het gebak en er stond van alles op tafel en ma zei: ''Neem nou nog wat... dat je niet zegt dat ik niets neer heb gezet, want zo ben ik niet, wij van Dresden zijn heel gastvrij en zetten alles op tafel! Neem nou wat!!!". Dan vertelde ze voor de zoveelste keer al haar verhalen. Soms baalde ik omdat ik ze al honderden keren had gehoord en ik dacht aan mijn vader die het al zeker duizenden keren moest hebben gehoord. Dan haalde ik diep adem om de irritatie er uit te ploffen en heel af en toe durfde ik te zeggen: ""Ja ma, dat heeft u al verteld" en dan antwoordde ze bits en ik had het kunnen weten: "Jij vertelt ook wel eens wat dubbel en daar zeg ik ook niets van!"
Vaak dacht ik dat het niet werkelijk zo kon zijn dat mijn moeder was zoals ze was. Vriendinnen zeiden: "Mar, je moet het opschrijven, want straks ben je het vergeten..." Daar ben ik nu heel blij mee.
vrijdag 1 november 2024
Het verschil tussen liefde en Liefde
Het is daarna nog een aantal keren gebeurd en ik heb nog steeds zo’n tik waar niet iedereen me in begrijpt. Dat geeft niet want zo zou ik vroeger ook hebben gereageerd: “Mar, je bent een zwever, naïef, niet op de aarde”. Het geeft niet want ik merk ook dat het mensen trekt en voor mij is het belangrijk om door te geven wat ik ervaar. Ik zie zoveel mensen worstelen met ingewikkelde verliefdheden en onvervulde verlangens en ik weet dat we net onder de oppervlakte, helemaal niet zo ver weg dat het niet te bereiken zou zijn, de Liefde kunnen ontdekken. Wat helpt is enige naïviteit, open staan en verwondering voor de wereld. Naïviteit kan een valkuil zijn maar ook een zegen.
Een hoopje ellende
Uit: 'Gedachtenkracht'
maandag 21 oktober 2024
Mijn moeder, de koningin van de Pijp
Het was waar. Als ik met haar over straat liep kwam er altijd wel iemand naar haar toe om haar te complimenteren met haar haar. Het kwam ook voor dat mensen naar heur haar staarden en dat mijn moeder op ze af liep: "U kijkt naar mijn haar, mevrouw, ik zie het wel. U vindt mijn haar mooi en u ziet wat een uitstraling ik heb." Tja, dan moest men wel knikken want mijn moeder had een stevige strenge autoritaire uitstraling die zich uitte in de manier waarop haar wenkbrauwen stonden. Ik kon er met verbijstering naar kijken terwijl ik haar toch al mijn leven lang kende. Hoe kan iemand zulke wenkbrauwen hebben en zo overtuigt zijn van zichzelf? Mijn moeder had het gevoel dat ze eigenlijk een koningin was en dat zei ze ook regelmatig: "Ik ben een koningin!" Waar kwam dat vandaan? Ze woonde in de Pijp in Amsterdam toen nog een arbeidersbuurt en kwam uit een arm gezin.
Mijn pianolerares, wel bekend van de tv is een bijzonder mensch en heur haar was en is nog altijd heel bijzonder, hoewel het niet meer zo lukt als vroeger. Ze had als het ware vleugels gemaakt van heur haar. Haar wenkbrauwen tekende ze in een royale boog ver naar haar oren toe en zelfs als je haar nog niet had horen praten moesten mensen naar haar kijken. Ook zij had het idee dat ze de reïncarnatie was van iemand van hoge en zeer wijze komaf en ik kan het me van harte voorstellen. Ze vertelde dat ze niet anders kon dan heur haar en haar wenkbrauwen zo te dragen... het hoorde bij haar.
Zelf voel ik me meer thuis met warrig haar en dat komt natuurlijk ook omdat mijn moeder me ook zo'n toren wilde aanmeten en ik als ik de hoek om was meteen de elastiek eruit trok. Ik wilde niet... en was anders en dat voel ik tot in mijn botten. Jurkjes en dotten horen niet bij mij... waar komt dat vandaan?
Ik vermoed dat mijn moeder inderdaad iets hoogs was in een vorig leven en gewend aan personeel. "Niek, de schaar!" wees ze met haar vinger en dan rende mijn vader naar de schaar. Geen haar op haar hoofd die er aan dacht te vragen: "zou je alsjeblieft de schaar even willen geven?" Geen haar op het hoofd van mijn vader die het zou weigeren en niet meteen op te springen. Waar komt dat vandaan? Therapeuten weten er wel weg mee... maar reïncarnatietherapeuten lusten er wel pap van.
De tekening is ooit gemaakt door iemand van een tekenacademie waar mijn moeder een keer voor poseerde. Ik vond hem na haar dood boven op de kast.
maandag 7 oktober 2024
Biologie en de gele jas
zaterdag 28 september 2024
De ware schat
Gisteren werden mijn goede vriendin Riet Karsenbarg en ik hartelijk ontvangen in het herinneringscentrum Westerbork om de hieronder beschreven doos met briefkaarten te laten zien. Een indrukwekkende ervaring met dank aan José Martin die ruim de tijd voor ons nam.
Al jaren voor haar dood fluisterde mijn moeder elke keer als ik er was: ”Mar, als ik dood ben dan moet je onder alle kasten kijken en in alle zakken van jassen want daar ligt geld en er zijn aandelen en sieraden…”
Nu is mijn moeder al zo’n dertien jaar dood en mijn vader vertrok vier jaar later naar een verpleeghuis. Na een week gaf ik de sleutel van hun seniorenwoning aan de beheerder. Het huis was leeg.
Vierennegentig jaar opgeruimd. Ik kwam alle papieren van na hun trouwen tegen. Van reclamefolders tot huurbriefjes. Niets gooiden ze weg want het kon wel eens belangrijk zijn. De papierbak in de buurt liep ervan over.
Mijn vriendin en ik keken in alle zakken en tassen en onder elk meubelstuk, geen geld. Wel blikken vol met oude centen en inderdaad moeders grootste en duurste sieraad: een bloedkoralen ketting met oorhangers en een broche. Ze droeg het nooit omdat ze bang was dat ze het zou verliezen en het was zoveel waard.
Mijn vriendin zag het meteen: glas. Geen enkele waarde dan de emotionele en eerlijk gezegd heb ik die niet bij sieraden. Het aandeel bleek een waardeloos briefje uit 1960 van de woningbouwvereniging De Dageraad. Het gaf mijn moeder een rijk en geruststellend gevoel een aandeel te hebben voor later.
Toch vond ik een schat. Een grotere schat dan ik had verwacht.
Het waren twee dozen. Eén doos met alle brieven die ik ze ooit had gestuurd. Uit de tijd dat ik me al schrijvend groot hield terwijl ik in een kibboets in Israël werkte. Ik schreef prachtige brieven naar huis over hoe boeiend mijn leven was, terwijl ik elke avond huilend van heimwee in mijn bed lag te luisteren naar ”time in a bottle” van Jim Croce. Ook vond ik brieven van mijn grootouders van beide kanten. Die van mijn vader heb ik nooit gekend. De eerste twee dagen heb ik zitten lezen. Wat een rijkdom…
Het meest bijzondere was een lijstje waarin een briefkaart van mijn opa uit Westerbork en achter die briefkaart zaten meer briefkaarten verstopt. Hij had die uit de trein gegooid en iemand had het naar mijn moeder in Amsterdam gestuurd. Smeekbeden om ze niet te vergeten naar familie die inmiddels zelf opgepakt waren. Bedankjes voor voedselpakketjes: ”Dank voor de heerlijke broodjes, jammer dat de koek beschimmeld was” en zelfs keurige adreswijzigingen: ”Verhuisd van de Runstraat in Amsterdam naar Westerbork, barak 55.”
Samen met mijn tante doken we in de doos om alles samen te lezen van de familie die nooit terug kwam. Voor haar iets tastbaars van haar vader die ze nooit heeft gekend.
Die doos is de ware schat.