Sunday, November 2, 2025

Theorie van de theeschotel

Een paar jaar geleden gaf ik een lezing maar had geen flipover of beamer dus pakte ik een theeschoteltje. Na de lezing schreef één van de deelnemers me dat ik naar de WC moest in het Vondelpark. Wat moet ik daar nou? 'Ga nou maar!' schreef ze en nieuwsgierig geworden ging ik en zie... ze had de hele WC volgeplakt met theeschotels.

De kern van het schoteltje is ons ware zelf. De ziel... zonder de beperkingen van gedachten over onszelf of die van anderen. Zonder de overlevingsstrategieën, de wrok, de spijt en nog zo wat kwetsuren die we hebben opgelopen of waar we nog ergens mee rond lopen in het leven. Ons pure zelf, de kern.

De rand van het schoteltje is het ego, het 'dit had niet mogen gebeuren' en 'ik kan dit niet... of juist beter dan de ander...' het 'wie denk je wel dat je bent' en 'Oh, God, waar moet het naar toe met deze wereld?' De onrust, de angst, de onzekerheid, het gekwebbel in ons hoofd. De angstige verliefdheid, de hete gedachten, het afwachten en het slachtofferschap. Het 'ik ben beter of slechter dan de ander...' het beledigd zijn, het beledigen.
Binnen in de kern is er rust, wijsheid, het wonder, de verwondering, de bezieling, Zijn, leven, het avontuur, de moed, de diepe ontspanning en het overzicht, de diepste Liefde, de verbinding met het universum en met alle andere kernen van theeschoteltjes in de wereld.
De kunst is om ons bewust te zijn wie we zijn: identificeren we ons met de rand van het schoteltje of met de kern? Dan kunnen we elk moment een nieuwe keuze maken... wie ben ik, de rand of de kern? Dan uitademen en thuiskomen als het slotakkoord van een symfonie.
Het wordt de laatste jaren zo vaak gezegd: je moet eerst van jezelf houden. Vaak schuurt dat wat in de maag... egoïsme, alleen aan jezelf denken, ikke en de rest kan stikke. Mensen kijken soms wat onzeker als ze het horen zeggen. Hoe doe je dat in Godsnaam van jezelf houden?
De scheidslijn tussen egoïsme en van je zelf houden is dun... waar ligt de balans?
Genoeg mensen die zoveel van zichzelf houden dat ze anderen niet meer zien en zorgen dat ze zoveel mogelijk voor zichzelf binnen halen en daarbij over lijken gaan. Denk niet dat het hier om echte liefde gaat maar om een overlevingsstrategie uit angst niets meer te hebben of niemand te zijn. Net zoals het jezelf uitleveren en altijd voor anderen klaar staan de andere kant van de medaille is en ook een strategie om te overleven die ergens in de jeugd is ontstaan. Velen die daar overspannen van raken. Neem mantelzorgers die zoveel te zorgen hebben voor een familielid of geliefde dat ze het niet meer aan kunnen en geen tijd voor zichzelf over houden.
We hebben allemaal natuurlijk wel es de neiging de éne of de andere kant op.
Om op een gezonde manier van onszelf te houden is het nodig om af en toe stil te zijn. Even van de snelweg van het leven af en alleen met jezelf zijn. Wat heb ik nodig om gezond te zijn, om tijd voor mezelf te hebben, om mijn leven te kunnen leven zodat ik me gelukkig voel in welke omstandigheden dan ook? Als ik goed voor mezelf zorg, kan ik er ook ruim zijn voor anderen.
Merk zelf dat als ik tijd en ruimte organiseer voor mezelf dat ik er daarna makkelijker voor anderen kan zijn. Doe ik dat niet dan ga ik me op den duur irriteren, opgesloten of benauwd voelen.
Zorgen voor jezelf: als ik niet goed voor mijn lichaam zorg dan word ik ziek en is het al helemaal afgelopen met zorgen voor anderen. Als ik niet goed voor mijn geest zorg door mezelf te inspireren met goede boeken, lezingen, interessante gesprekken en films, en mediteer om in mezelf te duiken dan droog ik op en heb ik niets interessants meer te melden.

Als ik niet goed stil sta bij mezelf dan doe ik dingen die ik niet wil doen en die tegen mijn gevoel of geweten ingaan en dat gaat wringen. Als ik teveel meega in wat anderen willen en niet mijn eigen pad volg om anderen te pleasen dan blijkt na een paar jaar dat ik op het verkeerde spoor zat en dat maakt ongelukkig. Dus af en toe letterlijk stil staan maakt dat ik weer weet wat ik wil en waarom ik doe wat ik doe en maak ik nieuwe keuzes die wel bij me passen. Dan hou ik zoveel van mezelf... dat mijn hart er van gloeit en neem ik de hele wereld daar in mee.




Saturday, November 1, 2025

Wachthuisje

We waren naar het Amsterdam Museum, toen het nog bij de Kalverstraat was, Oh wat erg, was er nog nooit geweest terwijl ik ooit aan de overkant in het NRC Handelsbladgebouw woonde. Er was een speciale tentoonstelling over de Gouden Koets wat me niets interesseerde... ik wilde de rest zien maar helaas die was er niet want de boel was al verhuisd. Tja, wat was er dan zo leuk? Er stond een wachthuisje en opeens drong het tot me door: dat wachthuisje stond er oa door mij. Jawel...

Peter Giele was een schilder, beeldhouwer die ook in het NRC Handelsblad woonde. Tijdens de kroning in 1980 maakte hij samen met David Veldhoen die naast me woonde een wachthuisje als een soort protest.
Op een dag, vele vele jaren later, kwam ik bij de bakker in een gehucht in de Bourgogne en daar ontmoette ik een oudere Nederlander. We raakten natuurlijk aan de praat en we bezochten hem en zijn vrouw. De man was open en vriendelijk. Ze vertrokken naar Friesland en de man en ik hielden af en toe mailcontact.

Een paar jaar geleden mailde hij me dat hij een wachthuisje had dat gemaakt was door Peter Giele en geen plaats meer in zijn nieuwe huis. Hij had gelezen dat ik in het NRC had gewoond en misschien wist ik wat hij er mee kon doen. Ik had geen idee maar belde mijn oude Handelsbladgebouw-maatje Annegriet Wietsma die een boek en een film over die tijd maakte en vroeg haar of ze een idee had wat er met dat wachthuisje moest gebeuren. Ik koppelde die twee aan elkaar en een tijdje later belde ze en vertelde dat het wachthuisje in het Amsterdam museum staat. Was het helemaal vergeten tot ik er tegenaan liep.




Monday, October 27, 2025

Mijn oma op de buhne

Oma Christien was altijd wel voor een dansje te porren net als mijn moeder. We hoefden maar een quickstep te horen of hup daar gingen we de kamer door. Oma zou in deze tijd op het podium hebben gestaan waarschijnlijk ergens in een café in Amsterdam. Ze had een winkeltje met oude opgeknapte meubels en tapijten op de Ten Katemarkt en als de vrouw die een kraam had voor haar winkel niet genoeg hoedjes verkocht ging oma op de kraam staan en een liedje zingen.

Wat vind u nu wel van mijn mooie hoedje mevrouw,
Staat ie me nou?
Zeg het me gauw,
Zet ik 'm zo dan heb ik sjans
Zet ik 'm zo dan ben ik Frans.

Nou dan vlogen de hoedjes weg.

Ze werden ooit uitgenodigd voor een soort feest bij Ons Huis in de Rozenstraat en er werd iemand op het podium gevraagd om een bh te showen. Mijn moeder siste: 'Je doet het niet hoor' opa siste 'Nee, Christien!' maar Christien trok zich nergens wat van aan en voor ze het wisten stond ze op het podium. Mijn moeder en haar stiefvader konden het niet aanzien en stonden in de gang te wachten.

Dan zaten we in de kamer en opeens kwamen mijn moeder, tante en oma in hun nachtjaponnen binnen al zingend en dansend ook hier schoot iedereen in een kramp want de nachtjaponnen waren flink doorschijnend en daar hadden ze geen erg in. Als mijn moeder het had geweten had ze het nooit gedaan want ze was erg preuts.

Oma had een kist met allerlei verkleedspullen en mijn nichtje en ik zochten hoedjes en shawls uit en oma deed mee. Ach, je kon haar geen groter plezier doen. Tranen in haar ogen van het lachen of van ontroering als mijn nichtje en ik een liedje zongen.  Ik net effe later dan mijn nichtje want die was groter en die zong zo goed. 'Sur le pont d'Avignon' geen idee wat ik zong maar er hoorde een dansje bij in het rond.

Midden in de nacht haalde ze me uit bed om me een enorm stuk zelfgebakken appeltaart met slagroom te geven: "Niet tegen je moeder zeggen hoor!" Ik keek wel uit.

Een keer kreeg mijn oma me kwaad. Boven haar woonden twee prachtige Hindoestaanse jongens en op één van hen was ik op mijn twaalfde verliefd. Ik keek de hele dag uit het raam of ik hem zag. Net toen ik mijn haar stond te wassen werd er gebeld en de jongen kwam binnen. Wilde paniek, want hij mocht me zo niet zien en ik hoorde mijn oma zeggen. "Marja wast haar haar en ze is zo verliefd op je." Mijn schaamte en mijn woede waren groot.

Wat was ik dol op haar.









Tuesday, October 21, 2025

Dromen van make up.

Een paar weken geleden droomde ik dat er een gigantische hoop make up spullen op mijn tafel was gestort. Allemaal doorelkaar van de Hema. Dacht wat moet ik er mee want ik ben niet van de make up. Mijn moeder wilde altijd dat ik me opmaakte want dat was een soort familietraditie: vrouwen maken zich op. Om toch wat aan mijn uiterlijk te verbeteren kneep ze dan keihard in mijn wangen zodat ze rood werden en dan leek het nog wat. Mijn eerste vriendje wilde dat ik me opmaakte maar ik hield dat niet lang vol.

Vond het een vreemde droom en alsof ze mee zaten te luisteren kreeg ik meteen advertenties via Facebook: make up voor oudere vrouwen met een filmpje hoe je het moest aanbrengen en in een opwelling bestelde ik een setje. Ik????
Tot mijn verbazing, want ik ben al een paar jaar gepensioneerd, werd ik gevraagd voor een fotoshoot en een interview over faalangst. Nou enig natuurlijk en zie: ik had mijn setje make up en heb het op mijn wangen gesmeerd en licht lipstick aangebracht. Hoera, de fotograaf schatte me tien jaar jonger, wat me nooit meer gebeurd en mijn tachtig jarige buurman zei dat ik knap was.
Ben er zeker van dat mijn moeder hier de hand in had. Die zag van boven die fotoshoot aankomen en dacht: laat ik Marja nou dromen over make up. Ze was altijd weinig subtiel dus meteen een hele tafel vol met Hemaspullen die ze zelf ook gebruikte en stuurde de advertenties op me af. Kreeg ze toch nog haar zin.




Tuesday, September 30, 2025

Mijn moeder in het COC

Ma vond het verschrikkelijk dat ik op vrouwen viel. Ik vertelde het haar op mijn zestiende. Eerst zei ze: "Ach, het is een fase, daar kom je wel overheen." Na een tijdje vroeg ze: "Ben je nou nog steeds lesbisch?" Op mijn "ja" kreeg ze een woede aanval. "Waarom moet mij dat gebeuren, mijn dochter lesbisch." Ze trok zich de haren uit het hoofd en verdween een paar dagen naar haar zuster. Mijn tante en mijn nicht zeiden dat ze me moest accepteren zoals ik was maar dat kon ze niet. We hadden er vreselijke ruzies over die steeds terugkwamen. Ze had altijd gezegd: "Mar, je moet je niets aantrekken van wat anderen vinden en je eigen leven leven." Ook zei ze: "mensen als Albert Mol mag je nooit uitlachen, die kunnen er niets aan doen." Dit ging haar te ver, haar eigen dochter. Het was haar wezensvreemd. Ze kraakte mijn vriendinnen zo af dat ik mijn best moest doen om daar niet in mee te gaan.
"Wat heeft ze een raar nekkie" en dan zag ik het ook ineens, hoe groot mijn verliefdheid ook was.
Na acht jaar schreef ze er een gedicht over. Mijn vader reageerde: "Ach, als je maar gelukkig bent. Ik dacht het al aan de manier waarop je je jas dicht knoopt." Heb nooit begrepen hoe ik mijn jas dicht knoop.

Er werd een moeder dochter-avond georganiseerd door het COC en ja hoor ze ging mee. Mijn vader ook want ze gingen overal samen naar toe maar hij mocht niet naar binnen. Het was hartje Amsterdam, mijn vader ging nooit naar café's en hij heeft de hele avond op de gang zitten wachten.

Mijn moeder had ook hier het hoogste woord en begon haar gedicht voor te lezen. Ik schaamde me dood en verstopte me onder de bar. Iedereen vond het prachtig en ze kreeg applaus. Daarna gingen we dansen. Een vrouw stapte op mijn moeder af en vroeg haar ten dans. 'Oh God, nou zul je het hebben.
Mijn moeder stond op, keek naar me met een blik van: ik laat me niet kennen en danste een quickstep met de vrouw al worstelend wie hier de leiding nam. Die liet ze zich niet uit handen nemen en de vrouw ook niet. Mijn moeder en ik raakten aardig teut en het werd steeds gezelliger. Toen het afgelopen was kwamen we de hal in en daar zat mijn vader trouw te wachten. Samen liepen ze terug naar de Bos en Lommer. Realiseer me nu dat ik 'm niet eens een drankje ben komen brengen.

Het gedicht werd in het COC-krantje geplaatst. Ik was het kwijt maar iemand heeft het opgeduikeld tot mijn grote verrassing. Toen vond ik het vreselijk maar nu ben ik zo trots op haar.

“Ma, ik ben lesbisch”, zegt je kind.
Je komt terecht in een labyrint.
Je kind heeft dat jaren opgepot.
De homofielen hebben zich altijd verstopt.
Anno 1972 werd daar nooit over gesproken,
daarom voel je je op dat moment gebroken
als je kind zegt: ik ben homofiel
word je getroffen in je ziel.
Later jaren ga je begrijpen
als je verdriet wat gaat bezwijken
dat je kind heeft moeten vechten
voor haar gevoelens en haar rechten
en dat je kind helpt meevechten
voor een anders kind haar rechten.
Zodat een ander niet hoeft te vechten
en rustig kan zeggen met hun ziel:
“Ma en pa ik ben homofiel”.
Want je leert je kind om eerlijk te zijn
en als ze eerlijk toegeven aan hun gevoelens dan doet het je als ouders pijn.
Dat is toch te gek om los te lopen.
En daarom is het in de toekomst te hopen
dat mensen zich niet meer hoeven te verstoppen
en hun gevoelens op te kroppen.
En dat alle homofielen vechten voor hun rechten.
Dat in het jaar tweeduizend
een ouder niet ontluistert als een kind zegt: Ik ben homofiel
De ouders dan blij kunnen zijn in hun ziel.
Mevrouw Ruijterman




Sunday, September 14, 2025

De magische mevrouw Basilec

Ma zat op een bankje aan de Amstelkade waar ook een oude dame in de zon zat te genieten van het uitzicht. De dame zei: "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee" zei mijn moeder "Wie bent u dan?" "Ik ben mevrouw Basilec en ik zong opera vroeger en was ooit heel beroemd." "Oh, wat interessant" antwoordde mijn moeder. "Weet u wel naast wie u zit?" "Nee", zei de dame. "Ik ben een heel interessante vrouw!" zei mijn moeder met evenveel overtuiging en ze vertelde alle goede dingen die ze zoal in haar leven had gedaan. Die kans liet ze zich niet ontnemen. 
"Ah, zei mevrouw Basilec... "Ik zie wie u bent, ik herken u want we zijn allebei van de zevende sfeer, dat is de hoogste sfeer. U wilt mensen van lagere sferen bereiken maar dat zal u niet lukken. Wel van de vijfde en de zesde maar lager kun je je beter de moeite besparen. Die luisteren toch niet. Kom mee naar boven ik woon hier dan zal ik u wat laten horen."
Trots op haar juist ontdekte hoge status liep Ma mee naar boven en kwam in een klassiek ingerichte kamer en ging op de bank zitten. "Nee, niet daar!" riep mevrouw Basilec luid: "Daar zit Jan!" Ma schoot van de bank af en keek nog eens goed maar zag geen Jan. "Jan is overleden maar hij zit daar nog steeds vaak, hij zit er nu ook" vertelde mevrouw Basilec die inmiddels achter de piano zat en begon te spelen. Ma die nu veilig op een stoel zat dacht: 'Marja, Nico, Annie... jullie moesten me hier is zien zitten...' In de hoek stond een opgezette herdershond die haar glazig aanstaarde en mevrouw Basilec speelde prachtig piano. Die twee raakten niet uitgepraat en uren later kwam ma terug vol van haar verhaal.
Een tijdje later ging ik met ma mee op bezoek bij mevrouw Basilec. Inmiddels had ik haar al gezien toen ze op bezoek was bij Willem Duijs als fenomeen dus ik vond het geweldig om mee te gaan. Ik was een jaar of dertien en heel nieuwsgierig.
Mevrouw Basilec had een Ouijabord opgesteld (ja, ik weet het, nooit doen!) en we mochten ieder een deel van een kruishout vasthouden en de punt kwam dan op een letter. Na een tijdje stil zitten vroeg mevrouw Basilec in het niets: "Is daar iemand?" en ja hoor het kruishout begon te bewegen. Mijn hart klopte in mijn keel... "j...o...p...i...e" Kennen jullie een Jopie? Ja die kenden we wel en het ging verder "v...l...e...e...s" Jaaa riepen we beiden uit: "Jopie Vleeschhouwer!" Dat was een vriendin van ma die was overleden. Later had ik spijt dat we bij Vlees al waren gestopt en ik kan me niet herinneren wat er voor boodschap kwam. We waren vol enthousiasme... "Jopie Vleeschhouwer had van zich laten horen.
We zagen mevrouw Basilec nog een paar keer bij Willem Duys en ze was lekker eigenwijs en vol verhalen. Ze bleek een oorspronkelijk een vluchtelinge uit Tsjechië. Als ze weer op tv was waren we in de zevende hemel.

Tot mijn verbazing kreeg ik een reactie op dit stukje. Nog een verhaal over mevrouw Basilec en ik mocht het plaatsen:

Hier het verhaal van Fina van der Weide over Mevrouw Basilec:

Eigenlijk wist ik niet zo goed hoe dit verhaal te beginnen. Want het ligt allemaal niet zo eenvoudig.
Maar het verhaal begon op een zaterdag. Mijn moeder en ik hadden zoals ik al eens vertelde geen echte band. Ze was vals en gemeen, ze loog en was echt geen lieve vrouw. Hard om dat zo neer te zetten, maar het was gewoon de waarheid. Als kind was ik vaak bang voor haar. Ze had de totale macht. Maar ik wist niet beter of het hoorde zo. Ik zag wel dat het bij mijn vriendjes thuis heel anders ging, maar ja overal was wel wat.
Als tiener ging ik meer en meer begrijpen, en kwam ik ook in opstand. Niet nadrukkelijk want dat durfde ik niet, meer een passief verzet. Maar er kwamen steeds meer uitbarstingen tussen ons. Die zaterdag was het weer raak. Echt iets heel stoms. Ik had een beker water gepakt zonder het te vragen. (dat moest dus, alles vragen. Zelfs of ik naar het toilet mocht, of naar mijn kamer etc)
Ze werd helemaal gek en ik weet nog dat ik mijn jas en tas pakte en buiten op mijn fiets sprong. Ik wilde maar een ding, weg.
Ik fietste een poos rond, en in ene was ik bij de Amstel.
Er stond daar ergens een bankje en ik ging daar zitten. Ik dacht over van alles. Ik was bijna 13 en zou een maand later naar de middelbare school gaan.
Een school die mijn moeder had gekozen natuurlijk, en geen van mijn vriendjes ging daarheen. Hij was in zuid.
Ik plande van alles, ik ging niet meer naar huis. Ik ging ook niet naar die rotschool, ach je weet hoe kinderen kunnen denken. In ene kwam een mevrouw aanlopen. Ze kwam vanaf de Amstelkade. En ze leek recht op mij af te komen. Ik wilde opstaan, en weggaan. Maar iets maakte dat ik op dat bankje bleef zitten.
De mevrouw kwam naast me zitten. Ze keek me aan, knikte en begon te praten.
Ze zei dingen die ik soms niet begreep. Want ze kende me niet toch?
Maar ze zei:  "je hebt het moeilijk, ik weet het. Ze hebben me verteld dat je hier was. Luister, zo gauw je kunt moet je haar loslaten. Ze is niet goed voor jou. Ik weet nu kan het niet, maar echt ga zo snel als het wel kan. Ze is het kwaad geloof me. Ik weet dat je het kunt, ik vertrouw je en ben trots op je". Ze keek me nog even aan en liep weer weg.
Ik was verbouwereerd. Kende zij mijn moeder? Wie had verteld dat ik daar zat?
Ik wilde haar achterna gaan, maar toen ik weer keek zag ik haar niet meer.
Ongeveer een jaar later. (ik was natuurlijk weer naar huis gegaan) keek ik tv. Willem Duys. En hij kondigde iemand aan. Ik kon mijn ogen niet geloven. Het was de vrouw die me aan had gesproken. Ik luisterde naar haar verhaal en wilde haar spreken. Nu ik haar naam kende zocht ik in het telefoonboek en vond haar daar.
Met het excuus dat ik voor school interviews moest doen (dat was ook zo) Belde ik haar op. Eerst zei ze dat ze niemand thuis ontving, ik moest haar maar via de telefoon interviewen.
Ik wist niet hoe ik haar moest vertellen dat ik het meisje was waar ze zo vreemd tegen had gesproken. Dus ik stelde wat maffe vragen. Over dat opgezette hondje waar ze in de uitzending over sprak. En ik dacht dit was een stom idee.
Net toen ik op wilde hangen, zei ze in ene: "Ohhh jij bent het. Kom maar ik ben thuis. Je weet mijn adres." Met knikkende knieën stond ik een uur later op de stoep. Eenmaal binnen zei ze dat ze me al verwacht had. Ze hadden verteld dat ik het was aan de telefoon. Ik vroeg nog wie haar dat verteld hadden. Ze wees om zich heen en zei, mijn vrienden en familie. Ik zag niemand.Ik mocht ergens gaan zitten en voor ik het wist zat ik over mijn moeder te praten. Ze herhaalde weer dat ik zo snel mogelijk met haar moest breken, want ze was slecht.
Ik weet nog dat ik me bekeken voelde. Alsof er tientallen mensen in die kamer waren. Maar hield het er maar op dat de glazen ogen van die hond me het gevoel gaven.
Toen ik wegging gaf ze me een soort steentje/glas? Het was blauw. Ze zei: "Luister dit is een stukje van de hemel, als ze naar doet houdt dit vast en denk aan de hemel. Dan gaat het beter, maar ga weg zo snel je kan."
Eenmaal buiten terug op de fiets voelde ik me wonderlijk getroost. Ik heb me wel altijd afgevraagd hoe ze dat allemaal wist. Ze was een bijzonder mens.
(Toevoeging van Fina) Het klinkt misschien raar maar als ik over kind Fina schrijf is het alsof ik over een ander schrijf. Het is een jas die ik heb afgeschud.


(Toen ik dit verhaal publiceerde stuurde iemand me deze foto van mevrouw Basilec en haar Jan.)






Friday, September 5, 2025

Waar is het centrum van de wereld?


Tuesday, August 2, 2016

Waar is het centrum van de wereld?
Als we ergens geboren zijn en ons totaal identificeren met ons leven en ons leed en onze ervaringen dan lijkt het alsof dat het centrum is van de wereld. Ik als Amsterdamse heb Amsterdam en de Pijp en de geschiedenis van mijn moeder, die haar vader en zijn familie in de gaskamers verloor, als uitgangspunt genomen en ben uit die hoek gaan leven of me juist gaan verzetten.
Later kwam ik er achter dat er meer uitgangspunten zijn toen ik in Israël in een kibboets werkte en een tijdje in een jeugdherberg in Londen. De wereld was niet meer zo zwart/wit als ik dacht. Mijn idee was, ook door vrienden ingegeven, dat ik in Israël zou worden ingehaald door lieve Jiddische mama's die me omhelsden bij aankomst: "Marja, wat geweldig dat je er bent!" Het liep anders. Was op de bonnefooi gegaan en liep een kibboetsbureautje binnen en voor ik het wist zat ik achter in een truck met twee militairen op weg naar de Golanhoogte om daar om vier uur 's nachts gewekt te worden door geweren tegen het raam om amandelen van bomen te slaan. Ik had me totaal niet verdiept in de geschiedenis en wist niet beter of Israël was het land van melk en honing en was aan de Joden teruggegeven na jaren van leed.
Dat de Golanhoogte bezet gebied was had ik niet door. Ik sprak een Palestijnse jongen die vertelde dat hij zijn diploma had gehaald van de middelbare school maar het diploma maar niet opgestuurd kreeg. Toen ik dat vertelde in de kibboets waren ze razend dat ik met die jongen had gepraat. Je praat niet met de vijand. Nu was ik zelf in die tijd nogal radicaal feministisch dus ik had voortdurend ruzie met iedereen en stak niet onder stoelen of banken dat ik lesbisch was, waarna ik aanbiedingen van mannen kreeg om me te genezen. Ik had heimwee en huilde nachtenlang terwijl ik op een kleine cassetterecorder luisterde naar: 'Time in a Bottle' van Jim Groce en schreef stoere brieven hoe geweldig het was naar vrienden en familie in Amsterdam.
Ik werd grootgebracht met het idee dat Joden altijd de goeie zijn en Duitsers slecht, hoewel een Duitser mijn moeder had gered toen ze met een aantal kinderen was gepakt. Hij liet haar in een onbewaakt moment gaan met de woorden: "Snel, rennen, ik heb ook kinderen!" Toen mijn moeder een documentaire zag dat Israëlische soldaten heel rustig op wat rotsen de botten braken van jonge Palestijnen was ze totaal overstuur en ik ook. Zo kunnen Joden toch niet zijn? Dat waren de nazi's die dat soort praktijken deden.
Ik hoorde meer over wat de Palestijnen door Israël werd aangedaan en liep mee in een demonstratie. Tot er een vlag opging met; "Dood aan Israel.." ter plekke werden mijn knieën zo slap dat ik niet meer verder kon en wilde lopen. Dat was niet de bedoeling! Het is allemaal ingewikkelder dan ik dacht.
Ik had een baantje bij een uitgeverij waar ik typiste was. Ik ging nogal laat uit en 's ochtends was ik nog niet goed wakker en terwijl ik een brief zat te typen voelde ik dat er iets niet klopte. Ik las wat ik schreef en het was een Niet-Joodverklaring. Ze werkten niet samen met Israël en ze hadden geen Joden in de organisatie. Ik schrok en ging verhaal halen bij de directeur die zei: "Ja, maar anders hebben we geen business dus we moeten wel." Wist dat ze ook banden hadden met Israel en ik ben ter plekke opgestapt.
Een tijdje later stond ik voor het COC en ik zag een witte auto van de uitgeverij staan en haalde boven een dikke stift en schreef: "Hier schrijft men Niet-Joodverklaringen!" Een man die naast me stond vroeg wat ik deed en ik vertelde het hem. Hij bleek uit Israël te komen en schreeuwde: "We have to put a bomb under the car!!!" Dat ging me nu net effe te ver. Even later vroeg hij wat er in het gebouw plaats vond. Toen ik zei dat het een plek voor homo's was werd hij kwaad en bleek ik de vijand. Zo gaan we lekker...
Soms kijk ik naar het nieuws met een pantser om mijn hart vanwege de vreselijke oorlogen en mensen die anderen vermoorden. Als ik er in mee ga dan verhard mijn hart, als ik me bewust ben van wie we werkelijk zijn dan breekt mijn pantser ter plekke af. Iedereen komt uit dat deel van de wereld waar zijn/haar centrum van de wereld begon. Zo achtten we ons allemaal slachtoffer van situatie's of voelen we de arrogantie van dat wij het recht hebben om te beledigen, het slachtoffer te zijn, de ander te beschuldigen, onszelf te rechtvaardigen enz.
Het is soms makkelijker slachtoffer te zijn dan de verantwoordelijkheid van het daderschap te aanvaarden en onder ogen te zien. Zo lang we dat doen en niet in de huid van de ander kunnen of willen kruipen om te voelen hoe het voelt om daar te zijn geboren, of zo te zijn opgegroeid en dat te hebben meegemaakt, dan blijft de wereld zoals ie is.
Zelf verantwoordelijkheid nemen voor wat er in de wereld gebeurt is een andere zaak. Hoe doen we dat? Hoe blijven we met elkaar praten en naar elkaar luisteren. Echt horen wat de ander beweegt. Er zijn mensen die dat kunnen. Marshall Rosenberg was zo iemand met zijn boek: 'Geweldloze communicatie'. Hij begeleidde groepen Palestijnen en Israëliërs die met elkaar spraken en ach er zijn er gelukkig velen die hier mee bezig zijn. Mensen boven grenzen en verschillen uitgaan en de verbinding zoeken. Die boven hun slachtoffer of daderschap uitgaan en er achter komen dat we zoveel op elkaar lijken en zoveel gemeen hebben en dat een uitgestoken hand en een open hart ons kan helen. Daar wil ik er graag één van zijn in mijn kleine wereldje en soms ga ik nog flink de mist in.
Zoals mijn joodse vriendin die zich doodschrok dat een Palestijnse bij haar zou logeren. "Een Palestijnse in mijn huis dat trek ik niet." De volgende ochtend zaten ze gearmd te glunderen op de bank. Ze hadden met elkaar gesproken en zie: ze bleken dezelfde angsten en verdrieten te hebben. Het is dus mogelijk!!!
Foto van de joodse en Palestijnse die de rest van de logeerpartij onafscheidelijk waren.





Sunday, August 31, 2025

Wassen en dansen in de jaren vijftig

Er werd in de vijftiger jaren een een wasmachine boven gebracht over de smalle trap in de eerste jan van de Pijp in Amsterdam voor één gulden. Ik geloofde het bijna niet maar mijn moeder verzekerde dat het echt zo ging. Ze hadden een Belgische vriend die een idee had waar hij patent op wilde vragen. Dan moest je in een grote teil de was doen en met een stok de boel ronddraaien. Ma heeft het een keer geprobeerd en de Belg verzekerd dat daar vast geen patent op te krijgen viel.
Daarna kreeg ze tot haar grote blijdschap een wringer-wasmachine en de buurvrouw vroeg of ze er ook gebruik van mocht maken... ja hoor... zei mijn moeder... en nog een buurvrouw uit de Ferdinand Bol en nog een buurvrouw... tot mijn moeder er genoeg van had dat er constant bij haar gewassen werd. Een grote wasbende in haar kleine keuken. Geld durfde ze er niet voor te vragen. Dat was het eind van de thuiswasserette. Ik mocht af en toe helpen met de wringer maar dat was nog wat te zwaar voor me.
Als ze bezig was zong ze:
We wassen, we wassen, we wassen gedwee
en wie er met ons wassen wil die wast er met ons mee
en als dan het wassen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het drogen gaan...
we drogen we drogen we drogen gedwee
en wie er met ons drogen wil die droogt er met ons mee
en als dan het drogen is gedaan
dan zullen we met z'n allen aan het strijken gaan...
de rest kunnen jullie raden.
Hier mijn moeder aan het dansen... helemaal rechts. Dat vond ze veel fijner dan wassen... het was een éénmalig optreden. Ze werd de groep uitgezet omdat ze te eigenwijs was. Het optreden was bij 'Ons Huis' in de Rozenstraat in de Jordaan. Kan me ook niet voorstellen dat ze orders aan nam van de choreograaf.


Saturday, August 30, 2025

Het wonder van de donkere kamer

Mijn vader had vroeger een donkere kamer op zolder. Vond het altijd heel geheimzinnig hoe je van gewoon papier zomaar opeens een foto kon toveren. Hij was zo trots op zijn doka. Op een dag kregen mijn ouders eindelijk een woning met twee balkons. Na twintig jaar wonen zonder balkon was dat een hele verbetering. Ze waren zo gelukkig met hun nieuwe huis. Naast de keuken was een ruime bijkeuken en mijn vader zag zichzelf daar al met zijn dokaspullen weer prachtige foto's toveren. Tja, daar stak ma een stokje voor. Ze wilde de bijkeuken gebruiken als keuken en de echte keuken werd niet gebruikt want die bleef netjes voor de show.


Pa was teleurgesteld en deed zijn mond niet open. Ik deed nog een poging haar te overtuigen dat de bijkeuken een geweldige plek voor pa was en dat de keuken toch de keuken was om keuken te zijn. Het mocht niet helpen... moeders wil was wet. Pa's hobby was voorbij en hij bracht zijn foto's naar de fotowinkel om te laten ontwikkelen.


Mijn ouders kregen pas telefoon toen ik het huis uit ging zodat ik ze kon bereiken. Auto reden ze niet want dat was totaal niet nodig en het is nooit in ze op gekomen om een rijbewijs te halen.

De tijd ging verder en de computer kwam in ons leven en de GSM waar ik prachtige foto's mee kon maken en de foto's uit zijn jeugd die ik kon vergroten en zo scherp kon weergeven. Mijn vader was verrukt en verbijsterd over de techniek. Hij vertelde over hoe ze als kinderen naar buiten renden als er een vliegtuig overkwam en hoe ze met open mond van verwondering naar de lucht staarden. Hij is vijfennegentig geworden en heeft alle technische wonderen langs zien komen.


Hij kon zelf niet met een mobieltje omgaan. Zijn vingers trilden teveel en waren te groot. Het gaf niet... de gewone draadtelefoon werkte ook en dat je gewoon op 1 kon drukken en dat ie mij dan aan de telefoon kreeg was ook een wonder.











Over wonderen, mijn moeder en Eckhart Tolle

Zoals jullie allemaal weten is het leven één groot wonder. We beseffen het niet altijd zo in ons dagelijks gedoe en af en toe staan we d'r even bij stil. Als er iets bijzonders gebeurt of als we van ziek weer beter worden, als er een kind wordt geboren of rond Kerst.

Mijn moeder zag in alles een wonder en dat heb ik van haar geërfd. Weet nog dat ze achter in de auto zat tijdens een tochtje en dat ze constant riep: "Oh, wat mooi, oh, wat prachtig, dat ik dit mag meemaken... met mijn dochter in de auto!!!" Het werd me wel eens te veel maar ik heb zelf ook de neiging. Mijn vrienden wordt er ook wel eens tureluurs van als ik voor de zoveelste keer onderweg zeg: "Oh, kijk eens...wat mooi!"

Thuis hadden we geen auto, mijn ouders hadden geen rijbewijs en ik haalde 'm pas na mijn veertigste, dus een auto was voor ons alle drie een wonder. Dat zo'n ding zomaar vanzelf gaat met een lichte druk op de gasplank. Het was een zegen dat ik die auto kon rijden omdat ik nu mijn ouders overal mee naar toe kon nemen zoals naar Frankrijk. Ook dat was een wonder voor mijn moeder en de hele weg naar en terug en tijdens riep ze: "Oh, dat ik nu in Frankrijk ben... en we zijn van de hugenoten, we komen thuis!" Ja mijn oma stamde van de Hugenoten, heette Ledoux en kwam uit de Jordaan waar de Hugenoten eind zeventiende eeuw naar toe vluchtten, dus daar zat wat in.

Mijn moeder had de auto vol geladen met etenswaren en wijn omdat ze dacht dat je in Frankrijk niets kon krijgen. Ze was dan ook met stomheid geslagen toen we een gigantische Auchan binnen kwamen. Ze vond het een waar wonder en was niet meer weg te slaan. Liepen we op een schattig klein marktje met leuke terrasjes en keek ze heel sip. "Wat is er ma?" "Ik wil naar de Auchan!" Tja, we hebben de hele week in de Auchan rond gelopen en daar geluncht want dat vond ze het allerlekkerst. "Oh, wat heerlijk en oh wat zalig..."

In de tuin las ze Eckhart Tolle en de gesprekken met God van Neale Donald Walsch en ze riep om de bladzijde: "Dat ken ik, dat heb ik ook!!! Ik leef ook in het NU!" Je ziet ik heb het niet van een vreemde en dat ik het tegenwoordig leuk vind dat ik zo veel op haar lijk is ook een wonder.

Een paar jaar geleden was ik bij de medium-avond in Utbijhuis in Lelystad met Myrthe Bruinzeel. Nou ken ik haar al langer en ze kent ondertussen mijn moeder erg goed omdat die in elke sessie overduidelijk aanwezig is. Soms staat ze te springen en te dansen om maar mijn aandacht te krijgen. Af en toe krijg ik mails van mediums die een boodschap van mijn moeder hebben gekregen of ze dit of dat effe door willen geven. Dus toen ik naar Lelystad reed zei ik in het 'niets' tegen mijn moeder: "Ma, kom vandaag maar niet... er zijn nog anderen die ik wil spreken." Heb nog een aantal vriendinnen en een vriend aan de 'andere kant' en natuurlijk mijn pa en die kreeg vroeger ook al geen kans.

Myrthe was lekker op dreef en mijn God wat is dat toch een wonder... iedereen kwam aan de beurt en sommigen knikten en snikten... af en toe werd iemand niet herkend maar meestal was het goed raak en opeens zegt Myrthe, en ik voelde 'm al aankomen: "Er zijn nu twee mensen, een man en een vrouw... Marja, heb jij je moeder onderweg gevraagd om niet te komen vanavond? Nou ze laat zich niet wegsturen hoor... ze is er gewoon bij.