Jarenlang zocht ik naar mijn jeugdvriendje. We speelden samen blokfluit op het
eindfeest van de lagere school in de Jan van der Heijdenstraat en hadden hele
gesprekken over God en de bijbel want hij was van de Jehova's Getuigen. Nou ja,
zijn ouders en dus moest hij ook mee langs de deuren en Bijbelstudie doen.
Vond de gesprekken met hem interessant al had ik niets met zijn geloof en
voelde me veilig met hem. We werden allebei een beetje gepest dus dan trek je
helemaal naar elkaar toe. Ik kwam wel eens bij hem thuis en ze hadden een piano
wat ik geweldig vond. Hij kon nog spelen ook en hij maakte zelf transistortjes
wat een wonder was voor me. Hij had twee schattige broertjes met krulletjes en
een babyzusje.
Mijn moeder had discussies met hem en tja, die won ze want ze was flink van de tongriem gesneden. Hij werd op een gegeven moment zo woedend toen ze hem in een hoek had gekletst dat hij een luciferdoosje naar haar gooide. Hij schaamde zich kapot en mijn moeder lachte triomfantelijk: "Ik heb gewonnen!" Tja, van een elf jarige. Tja, ik had hem eerder kunnen vinden. Elke keer als er Jehova's Getuigen aan de deur kwamen vroeg ik naar hem maar niemand kende hem. Ik vermoedde wel dat het niet klopte want hij was geboren en getogen in de Pijp en zijn ouders waren erbij en hij moest ook langs de deuren, zo klein als hij was. Na de schooltijd zagen we elkaar niet meer maar moest vaak aan hem denken.
Op een dag, ik was in mijn dertiger jaren, staan er twee keurige heren met stropdassen voor mijn deur. Of ik God kende... interessanter vond ik op dat moment dat ik één van hen wel kende. Was hij niet die mooie jongen die met een gigantische paardenstaart en wapperende kleurige gewaden door Amsterdam liep? Zou hij???
Ja hoor, het was 'm en sleurde ze zowat binnen want ik wilde alles weten
van de ommezwaai. Het leven als modeontwerper vond hij toch te oppervlakkig en
hij had behoefte aan verdieping. Tja dat vond hij bij de Jehova's getuigen.
Fijn dat hij het naar zijn zin had en nee ik hoefde niet, wilde wel mee naar de
Koningszaal of is het Kroningzaal. Dat was in de 2e Jan Steenstraat en ik
hoopte mijn jeugdvriendje daar te zien. Had hem al gevraagd of hij hem kende
maar nee hoor.
Vroeg het daar aan meer mensen maar niemand kende hem.
Vele jaren later toen er al een hele tijd mogelijkheid was om te Facebooken kwam ik opeens zijn zuster tegen. Ja hoor ze was het en ze bracht me in contact met mijn jeugdvriend die inmiddels al jaren in een klein dorpje in Friesland woonde.
Na al die jaren hoorde ik zijn stem door de telefoon en tot mijn verbijstering herkende ik zijn manier van ademen, lachen en zag hem zo voor me als hij toen was. Door de telefoon herkende ik zijn adem en lach, vreemd is dat. We waren inmiddels een jaar of zestig dus er zaten heel wat jaren tussen.
Inmiddels heb ik 'm in het echt gezien. Hij woont ergens in Friesland in een oude synagoge. Een baardige heer, type artistiek en toen hij voor me stond, na een tijdje, ontdekte ik mijn schoolvriendje onder zijn baard en ja hoor hij was het nog. Wat een feest van herkenning. Hij wist nog goed het moment met het luciferdoosje e vertelde hoe hij zich geschaamd had. Onze huid is ouder, onze haren grijs, het leven ging door ons heen met vallen en opstaan... de ziel blijft eeuwig puur en jong en sprankelend.
Ik vroeg of hij de ex-modeontwerper kende en ja hoor.
Het was jaren lang zijn beste vriend bij de Jehova's. Hij had geen idee waarom
zijn vriend niet had gezegd dat hij hem goed kende en wist waar hij woonde. Zie
de modeontwerper af en toe in de stad, weer met prachtige opvallende kledij en
interessante haardossen en we zijn altijd in gezelschap maar zeggen steeds:
"We gaan een keer koffie drinken" en als het zover is dan vraag ik
mijn vraag: "Waarom????"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten