zondag 14 oktober 2012

Wie heeft er gelijk?


Wie heeft er gelijk? De optimist of de pessimist?

“Ik ben negenendertig dus ik krijg nooit meer een man” zegt Mary en ze staart voor zich uit.
Ze is docente. Als ze les geeft zit daar een prachtige, stevige vrouw. Mensen kijken tegen haar op. Ze zegt wijze woorden. Haar ogen schitteren en haar rug is recht.
Zodra ze naar huis gaat zakken haar schouders, verdwijnt het licht uit haar ogen en blijft er een hoopje ellende over.

“Ik ben drieënveertig en nu maak ik geen nieuwe vrienden meer.” De fletse blik en de “het wordt niets meer met me”-houding van de manager van een bank, ontlokte mij de uitspraak “Nee, dat denk ik ook niet.” En dat is ook zo. Wie wil er een vriend met lichtloze ogen die niet meer in zichzelf gelooft?

“Ik ben vierenveertig, ik krijg nooit een andere baan en zou zelf ook niet iemand van mijn leeftijd aannemen.” Deze chef van een groot bedrijf zet een neergaande spiraal in gang, die ook effect heeft op anderen. Zelfs mensen die dertig worden, hoor ik zeggen: “Ik ben bang niet meer mee te tellen.”
Mensen worden ontslagen en op tv interviewen ze de ex-werknemers. De één zei: “Voor mij is het nu afgelopen, ik ben te oud.” De ander: “Ik heb zoveel ervaring, ze zullen blij met me zijn.” Wie vindt eerder een baan? En zo niet, wie zal deze tijd het beste doorkomen? Dat wat je gelooft, dat straal je uit en je angst of je hoop wordt bewaarheid. Dat is de wet van Karma, van oorzaak en gevolg en van wat men zaait zal men oogsten.

Er zijn mensen van twintig die oud zijn en mensen van tachtig die jong zijn. Kijk maar in je omgeving. Nee beter: kijk naar jezelf. Hoe gaat het met jou?
Vroeger liep ik met een vriendin in de duinen…”Heb jij het ook zo moeilijk?” “Ja, vreselijk, ik heb al twee dagen niemand gezien.” “Nou, ik al drie dagen…enzovoort.” We praatten elkaar en onszelf de afgrond in. Tot ik besloot dit soort gesprekken niet meer te voeren. Ik wilde alleen nog maar samen praten hoe we uit die negatieve spiraal konden komen. Dat had tot gevolg dat mijn vriendinnen even niet meer wisten hoe ze het met me hadden. Eén schreef me een brief dat ze me té positief vond en niet meer met me wilde omgaan. Na een jaar nam ze weer contact op, ze wilde toch wel graag weten hoe het zat. Uiteindelijk is ze op haar eigen manier uit het dal geklommen.
Praten over misère heette “diep” te zijn. Positief was oppervlakkig.

Ooit leerde ik dat je gedachten kunt kiezen. Had ik nooit bij stil gestaan. Er zijn vijf soorten gedachten:

Positieve : Alles wat prettig is om aan te denken.

Constructieve : Probleemoplossend denken.

Noodzakelijke : Alles wat je denkt om goed te functioneren.

Verspilde :
Gedachten die je meer dan drie keer denkt. Angst voor de toekomst, spijt van het verleden,
noodzakelijke gedachten die je meer dan drie keer denkt. Bijvoorbeeld: Moet Jan nog                    bellen… Steeds maar weer dezelfde gedachten denken waar je niets aan hebt. Malen.

Negatieve : Het wordt nooit wat met me… De wereld is slecht…
(Uit “Geluk, ik kom er mijn bed niet voor uit” van Jacqueline Berg en
Tijn Touber)

Mandy was drieënveertig jaar en had een mooie baan gekregen als officemanager. Ze moest aan zes vrouwen leidinggeven. Ze had gestudeerd en drie kinderen opgevoed en was trots dat ze nu deze positie had. Maar in haar achterhoofd had ze het idee dat ze het niet kon. Ze had constant malende gedachten die maar rond en rond gingen in haar hoofd en uiteindelijk dacht ze dan: Eigenlijk kan ik het niet! Wie ben ik nu eigenlijk?
In de ochtend stond ze op en dacht: Dit wordt weer een zware dag, je zult zien dat de meiden te laat komen en dat er van alles mis gaat.
Natuurlijk gebeurde dit ook, al was het alleen maar omdat ze heel streng keek als de meiden een paar minuten te laat binnenkwamen. De meiden hadden steeds minder zin om binnen te komen en stelden het moment dus uit. Zodra Mandy een fout bespeurde, gooide ze hen dat overduidelijk en pinnig voor de voeten. Dat deed ze om haar positie duidelijk te maken en omdat ze bang was dat ze geen overwicht had.
Na een paar maanden was ze op en liep ze zo op haar tenen, dat ze dreigde in te storten.

We hebben gekeken naar haar gedachten van de ochtend tot de avond en dat waren er nogal wat.
Ze schreef al haar verspilde en negatieve gedachten op en daarnaast de gedachten die wel constructief zijn: “Het wordt een rotdag.” en daarnaast: “Ik ga er wat van maken” en “Je zult zien dat ze later komen” werd: “Als ik ze vriendelijk toelach, vinden ze het leuker om te komen.” “Ik heb geen ervaring in leidinggeven.” werd: “Ik heb drie kinderen groot gebracht.”
In de auto zette ze in plaats van het nieuws, Barbara Streisand op, haar lievelingszangeres. Dat bracht haar in een betere sfeer. Ze beloofde zichzelf om binnen twee weken met een echte glimlach achter haar bureau te zitten. Ze hielp zichzelf door bloemen neer te zetten en taart mee te nemen.
Dit is nu twaalf jaar geleden en inmiddels is ze adjunct-directrice en de moeder van het bedrijf en is iedereen dol op haar.

Van down, direct doorslaan naar geweldig! Dat klopt niet. Als je overspannen bent of je hebt verdriet is het noodzakelijk om het te verwerken. Anders overschreeuw je jezelf. Een ieder verwerkt op zijn eigen manier. De één wil praten, de ander huilen of schreeuwen. Als je daar echter te lang in blijft hangen, dan draai je in een vicieuze cirkel rond of glijd je weer af naar beneden.
Je kunt ervoor kiezen te voelen. Het voelen van je verdriet of pijn maakt dat je op dat moment niet alleen maar denkt. Als je door het gevoel heen durft te gaan, zul je ervaren dat het op een gegeven moment langzaam wegebt.
Als je niet durft te voelen en maar rond blijft malen met je gedachten, duw je de pijn weg en blijft het altijd op de achtergrond sluimeren.
Dat werkt weer op de zwakke plekken in het lichaam. Ook kan dit doorwerken in je vriendschappen en/of relaties. Het is een constructieve gedachte te kiezen voor voelen en dus verwerken.
Verspilde en negatieve gedachten nemen een hap uit je hersens, maken moe en je bent niet meer geneigd iets te ondernemen of risico’s te nemen, want het heeft toch geen zin. Positieve en constructieve gedachten geven energie.

De pessimist en de optimist hebben allebei gelijk, je creëert wat je denkt!

Tips:

Wat vragen om jezelf te stellen:
- Wat denk ik nu?
- Hoe vaak heb ik dit gedacht?
- Heb ik er wat aan gehad?
- Zo niet, waar heb ik wel wat aan?
Bij de laatste vraag schiet je direct door naar constructief denken.
Je voelt meteen meer energie.
Doe dit een paar maal per dag.
Ga er even rustig bij zitten en observeer je gedachten.


Uit: 'Placebo's en Fluitende Fietsen'





1 opmerking:

Mary Sjabbens zei

Wat een aanrader dit artikel!